31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek

Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2023

Met deze brief beantwoord ik het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 28 september jl. om de Kamer te informeren over de kabinetsreactie op de reactie van de Mercosur-landen op het EU-voorstel voor een additioneel instrument voor duurzaamheid.

De Mercosur-landen hebben op 14 september jl. gereageerd op het voorstel van de Europese Commissie van maart 2023 om te komen tot een additioneel instrument bij het handelsdeel van het onderhandelaarsakkoord uit 2019. Hiermee beoogt de Europese Commissie de duurzaamheidsafspraken in het EU-Mercosur associatieakkoord nader te concretiseren. Uw kamer is eerder geïnformeerd over dit voornemen van de Commissie, evenals de inbreng die door Nederland is geleverd in oktober 2021.1

De reactie van de Mercosur-landen bevat een aantal uitgangspunten en is geen concreet tegenvoorstel. De Mercosur-landen geven in hun reactie aan bereid te zijn toe te werken naar een snelle afronding van de onderhandelingen over het EU-Mercosur akkoord. Tevens bevestigen zij met de Europese Commissie in gesprek te willen gaan over het additioneel instrument. Het is aan de Europese Commissie om hier nu verder over te onderhandelen met de Mercosur-landen. Deze week vinden al gesprekken plaats in Brazilië.

Zoals eerder door het kabinet aangegeven, zal het kabinet pas een standpunt innemen over het EU-Mercosur associatieakkoord op het moment dat de Europese Commissie alle voor besluitvorming noodzakelijke documenten voorlegt aan de Raad. Er is geen besluitvorming over dit associatieakkoord voorzien vóór 2024.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
1

Kamerstuk 31 985, nr. 78.

Naar boven