31 977 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard

Nr. 12 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2013

Bij koninklijke boodschap van 15 juni 2009 is het voorstel tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het opnemen van een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de jeugdketen aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (Kamerstukken II 2008/09, 31 977).

Dit voorstel van wet kwam voort uit twee beleidsvoornemens van het kabinet Balkenende IV die nauw met elkaar verbonden zijn. Ten eerste moest het wetsvoorstel een wettelijke basis verschaffen aan de Centra voor Jeugd en Gezin teneinde meer aandacht te geven aan preventieve ondersteuning van jeugdigen en gezinnen. Ten tweede beoogde het wetsvoorstel gemeenten de regierol over de jeugdketen toe te bedelen en daarmee te verplichten om sluitende afspraken tot stand te brengen.

Vervolgens is het wetsvoorstel gewijzigd middels een viertal nota’s van wijziging, met de laatste waarvan een groot deel van het wetsvoorstel is geschrapt en het opschrift is gewijzigd in «Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met het herstel van enige wetstechnische gebreken en andere wijzigingen van ondergeschikte aard».

Aangezien het vanuit efficiencyoverwegingen niet opportuun is om twee reparatiewetten naast elkaar te laten lopen, is besloten om de betrokken wetswijzigingen mee te nemen in het wetsvoorstel Veegwet VWS 2012 (33 507). Bij Kamerbrief van 27 november 2012 (Kamerstukken II 2012/13, 33 410, nr. 68) is reeds aangekondigd dat het wetsvoorstel 31 977 wordt ingetrokken.

Daartoe gemachtigd door de Koningin, trek ik het voorstel van wet hierbij in.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven