31 976
Interpellatie-Jasper van Dijk over topsalaris bij het Friesland College

nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2009

Op 11 juni 2009 heb ik met uw Kamer een interpellatiedebat gevoerd naar aanleiding van de vergoeding die een voormalig voorzitter van het College van bestuur van het Friesland College ontvangt (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 94, blz. 7434–7442). In dit debat heb ik aangegeven dat uitsluitend een ontbinding van de arbeidsovereenkomst conform de zogenaamde kantonrechtersformule doelmatig zou zijn geweest. Ook heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om het financiële verschil tussen de gesloten overeenkomst en de kantonrechtersformule zoals die destijds gold terug te vorderen.

De Inspectie van het Onderwijs heeft het onderzoek naar de situatie bij het Friesland College inmiddels afgerond. De inspectie heeft geconstateerd dat de ontbinding van het contract op basis van de kantonrechtsformule voordeliger is voor de instelling dan de huidige overeenkomst. Daarom ben ik voornemens om op basis van dit onderzoek het verschil tussen de gesloten overeenkomst en de kantonrechtersformule in te houden op de rijksbijdrage aan het Friesland College. Dit komt neer op een bedrag van € 689 212. Mocht de situatie tussen het Friesland College en de persoon in kwestie veranderen (bijvoorbeeld; het aanpassen van de getroffen regeling) dan kan dit van invloed zijn op het in te houden bedrag.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven