B
nr. 2
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 4 maart
2009 en het nader rapport d.d. 6 april 2009, aangeboden aan de Koningin
door de staatssecretaris van Economische Zaken. Het advies van de Raad van
State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 6 februari 2009, no. 09.000252, heeft Uwe
Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, mede
namens de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State van het Koninkrijk
ter overweging aanhangig gemaakt het Zevende Aanvullend Protocol bij de Constitutie
van de Wereldpostunie, met bijbehorende Akten; Boekarest, 5 oktober 2004
(Trb. 2005, 298 en Trb. 2008, 38), met toelichtende nota.
Dit protocol geeft de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding
tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Hij geeft U in overweging goed
te vinden dat bedoeld protocol wordt overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal,
aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan die van Aruba.
Gelet op artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b, van de Wet op
de Raad van State, is het college van oordeel dat openbaarmaking van dit advies
achterwege dient te blijven.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 6 februari
2009, nr. 09000252, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk
zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen
toekomen. Dit advies, gedateerd 4 maart 2009, nr. W10.090025/III/K, bied
ik U hierbij aan.
Het verdrag geeft de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding
tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de toelichtende nota te actualiseren
en een correctie aan te brengen.
Ik moge U, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, verzoeken de
Minister van Buitenlandse Zaken te machtigen gevolg te geven aan zijn voornemen
het verdrag vergezeld van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen aan de Eerste Kamer en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
en tevens over te leggen aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan
de Staten van Aruba.
De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,
H. D. Tjeenk Willink
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk