31 965 XI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 juni 2009

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen en de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Koopmans

De griffier van de commissie,

Van der Leeden

1

Kunt u een overzicht geven van de voortgang in zowel de contractering van, als de levering door CDM-projecten, inclusief de projecties voor de komende jaren? Wat zijn de gevolgen van de geconstateerde vertragingen voor de Kyoto-verplichtingen?

Op dit moment is voor 53,6 Mton aan CDM-projecten gecontracteerd, waarvan tot en met eind mei 2009 7,8 Mton is geleverd. In onderstaand overzicht zijn de verwachtingen voor de komende jaren weergegeven.

Gecontracteerd 53,6 Mton
   
Leveringen Kyoto-periode  
Geleverd t/m 31 mei 20097,8 Mton  
Nog verwachte leveringen in 20093,1 Mton 
Verwachte leveringen 20106,0 Mton  
Verwachte leveringen 20117,0 Mton  
Verwachte leveringen 20127,0 Mton 
Verwachte leveringen 20137,0 Mton  
Totaal Kyoto periode 37,9 Mton
   
Leveringen Post-Kyoto periode 2,2 Mton
   
Uitval waarschijnlijk niet geleverd1 13,5 Mton

1 Minder leveringen als gevolg van het later registreren van projecten als CDM-project en/of vertragingen bij projecten.

De vertragingen zullen geen gevolgen hebben voor de realisatie van de Kyoto-doelstelling.

2

Wat is in artikel 9 de reden voor budgetverlaging voor bevorderen van naleving Wetgeving voor milieu en ruimte? Hoe past dit in het licht van alle ontwikkelingen rond de invoering van de WABO en de nieuwe WRO?

De budgetverlaging betreft een budgetoverheveling naar Ruimte in verband met een VROM-brede dekking ten behoeve van de Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen, Topografie en de Grootschalige Basiskaart Nederland. De budgetverlaging heeft verder geen (budgettaire) gevolgen voor de ontwikkelingen rond de invoering van de WABO en de nieuwe WRO.

3

Wat is in artikel 9 de reden voor budgetverlaging voor bevorderen van samenwerking methodiek en strategie. Hoe past dit in het licht van alle ontwikkelingen rond de invoering van de WABO en de nieuwe WRO?

De budgetverlaging betreft een budgetoverheveling naar artikel Algemeen in verband met uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van het ICT-beheer van de binnen de VROM-Inspectie vereiste informatievoorziening.

Deze budgetverlaging heeft verder geen (budgettaire) gevolgen voor de ontwikkelingen rond de invoering van de WABO en de nieuwe WRO.

4

Waarom is de begroting voor gebiedsontwikkeling en realisatie Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (artikel 2) met € 176 miljoen verhoogd? Kunt u dit gedetailleerd uiteen zetten?

De verhoging heeft te maken met de nieuwe kasprognoses van de gebiedsontwikkelingsprojecten. Het gaat hier om projecten uit de Nota Ruimte envelop, Nieuwe Sleutelprojecten en projecten uit het Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit. Voor een nadere detaillering wordt verwezen naar de toelichtingen op de FES instrumenten onder artikel 2.

5

Bij BIRK en NSP worden niet alleen vertragingen verwerkt maar ook bijstellingen van bedragen. Kunt u dit nader uitsplitsen en toelichten?

De mutatie heeft te maken met het verwerken van de nieuwe kasprognoses ten aanzien van de BIRK en NSP projecten. In alle gevallen betreffen dit vertragingen. De verlagingen hebben betrekken op een tweetal wijzigingen in de FES toezeggingen aan VROM (– € 10 mln BIRK en – € 3 mln NSP). Deze bedragen zijn toegevoegd aan de begroting van V&W.

6

Wordt bij overboeking van SLOK budgetten gewezen op de kansen voor synergie van regionaal klimaatbeleid met nationale regelingen, wetende dat er momenteel op lokaal en provinciaal niveau vele subsidieregelingen voor bijvoorbeeld woningisolatie bestaan, zonder enige synergie met nationale regelingen, wat op de burger overkomt als een warboel? Is het u bekend dat in Vlaanderen gemeenten vaak aansluiten bij, en een premie leggen op gewestelijke subsidies voor onder meer woningisolatie en zodoende als één overheid herkenbaar zijn?

Ja, er wordt gewezen op de synergie. De meerderheid van de regelingen wordt uitgevoerd door SenterNovem. Dit geldt ook voor de SLOK-regeling. In de aansturing van SenterNovem is uitdrukkelijk meegenomen dat de gemeenten geadviseerd worden over hoe de verbinding te leggen met provinciale en nationale regelingen.

Breder dan SLOK, worden de gemeenten ondersteund vanuit het SenterNovem programma Facilitering Lokale en Regionale Klimaatinitiatieven. Regioadviseurs staan in contact met de gemeenten en adviseren hen heel praktisch over het te voeren beleid, inclusief het gebruik en de verbinding met provinciale en nationale regelingen. Tegen deze achtergrond hebben SenterNovem en VNG het boekje «Financiële regelingen voor uw klimaat- en energiebeleid» uitgebracht. Het boekje geeft u een overzicht van de mogelijkheden! Nationaal, regionaal én Europees.

Dit boekje kunt u vinden op de website www.duurzameoverheden.nl. Deze website is een onderdeel van het Platform Duurzame Overheden, het samenwerkingsverband op het gebied van klimaatbeleid tussen gemeenten, provincies en rijksoverheid. Binnenkort sluiten de Waterschappen zich hierbij ook aan.

Het specifieke geval van Vlaanderen is mij niet bekend, maar ik ben wel bekend met vele vergelijkbare initiatieven.

7

In 2008 zijn vertragingen opgetreden bij de uitvoering van de FES-projecten op de onderwerpen gebiedsontwikkeling, BIRK, NSP, urgente bodemsaneringsgevallen, luchtwassers, NSL en luchtkwaliteit. Waardoor zijn deze vertragingen ontstaan? Hoe gaat u deze vetragingen inlopen? Wanneer wilt u de vertragingen bij de uitvoering van deze FES-projecten ingelopen hebben?

Bij gebiedsontwikkelingsprojecten hebben zich in 2008 geen vertragingen voorgedaan. De mutatie betreft he opvragen van de gelden voor de nieuw toegezegde projecten.

De vertragingen in 2008 bij BIRK en NSP zijn toe te schrijven aan planwijzigingen en onderhandelingen met aannemers over de aanbesteding van projecten. Bij de Zuidas merk ik op dat de eerdere opzet om het project eind 2007 te veilen niet is geslaagd. Vervolgens is onder leiding van rijksvertegenwoordiger Oosterwijk gezocht naar een nieuwe aanpak. De Kamer is daarvan bij brief van 29 mei 2009 op de hoogte gesteld. De rijksoverheid is geen projecteigenaar van de genoemde FES-projecten. Voor wat betreft NSP- en BIRK-projecten houdt de uitvoeringsorganisatie SenterNovem mij op de hoogte van de voortgang van deze projecten. Voor wat betreft de overige gebiedsontwikkelingsprojecten is gezien de fase waarin ze verkeren nog geen sprake van uitvoering.

De opstart van het innovatie Programma gecombineerde luchtwassers is vertraagd doordat het vinden van testlocaties moeilijker was dan aanvankelijk voorzien en doordat bij luchtwassers voor de pluimveehouderij onverwachte complicaties optraden in het innovatietraject.

De ontwikkeling van een gecombineerde luchtwasser voor de pluimveehouderij behoudt absolute prioriteit. Daarbij vindt intensieve samenwerking plaats tussen Wageningen Universiteit en Reseach Centrum en de producenten van gecombineerde luchtwassers. Verwacht wordt dat de uiteindelijke achterstand in het volledige innovatieprogramma ongeveer anderhalf jaar zal bedragen.

De vertraging bij de uitvoering van FES-projecten luchtkwaliteit is ontstaan omdat in overleg met de NSL-regio’s is gekozen voor een zorgvuldige uitvoering van de eisen die het Nationaal Samenwerkingsprogramma stelt aan maatregelen die worden gefinancierd met FES-gelden. Deze eisen zijn (onder meer): co-financiering voor 50% en het vastleggen van deze cofinanciering (en uitvoering van de maatregel) in een bestuurlijk vastgesteld besluit (Gemeenteraad of Statenvergadering). Een dergelijk besluitvormingstraject op regionaal niveau kost meer tijd, vandaar dat de meeste regio’s pas in 2009 het akkoord hierop konden/kunnen krijgen. Pas dan komen ze in aanmerking voor uitbetaling FES-gelden.

8

In hoeverre zijn de doorgeschoven budgetten voor de FES-projecten op de onderwerpen gebiedsontwikkeling, BIRK, NSP, urgente bodemsaneringsgevallen, luchtwassers, NSL en luchtkwaliteit van 2008 naar 2009 al uitgegeven?

Per 19 juni 2009 zijn de volgende bedragen uitgegeven op de bovengenoemde FES-projecten

Gebiedsontwikkeling€ 15,2 mln
Urgente bodemsaneringsgevallen€  9,6 mln
NSL€ 22,6 mln

Op de overige hierboven genoemde FES-projecten zijn tot en met 19 juni 2009 geen uitgaven gerealiseerd.

9

Gezien de vertraging van meer dan € 150 miljoen van subsidie aan structuurversterkende (want FES-)projecten, acht u het wenselijk om een premie op snelheid in te voeren, om te voorkomen dat geld jarenlang gereserveerd blijft en zodoende noch nuttig ingezet noch opnieuw gealloceerd kan worden aan kansrijkere projecten?

De toekenning aan de projecten vanuit VROM betreft een deel van de totale kosten die samen met bijdragen van derden de dekking van een projectvoorstel en de daarvoor opgestelde business case uitmaakt. De VROM bijdrage is bestemd voor het realiseren van bepaalde zogenaamde kwaliteitsdragers binnen een project. Het realiseren van de kwaliteitsdragers is afhankelijk van de voortgang van het totale project. Betalingen vinden plaats op grond van de geraamde liquiditeitsbehoefte in een jaar die benodigd is voor het realiseren van de kwaliteitsdragers. Het achteraf intrekken van de subsidie omdat het tempo waarin het totale project zich ontwikkeld, afwijkt voor de planning, kan niet omdat de bijdrage van VROM nodig is om het projectvoorstel in totaliteit tot stand te kunnen brengen.

10

Wat zijn de overwegingen en argumenten om de jaarlijkse kosten van zowel SenterNovem als RIVM te centraliseren naar artikel 7? Wat betekent dit samenvoegen op één artikel voor de informatievoorziening aan de Kamer? Is dit niet strijdig met de rijksbegrotingvoorschriften?

Inzet is om het opdrachtgeverschap SenterNovem en het RIVM verder te professionaliseren, te stroomlijnen en de administratieve lasten rond het opdrachtproces te verlagen. Hierbij past een centrale aansturing van het opdrachtgeverschap en bundeling van uitvoeringsactiviteiten tot één opdracht. Om dit te bereiken zijn de jaarlijkse kosten van SenterNovem en het RIVM gecentraliseerd. De noodzaak voor centrale aansturing wordt versterkt door de taakstelling die aan uitvoeringsorganisaties is opgelegd.

Het samenvoegen van de jaarlijkse kosten van SenterNovem en het RIVM op één artikel heeft geen invloed op de informatievoorziening aan de Kamer. Immers, het beleid en de daaraan verbonden programma-uitgaven blijven in de begroting verantwoord per artikel en instrument.

Overigens is het samenvoegen op artikel 7 tijdelijk. Om meer recht te doen aan het VROM en WWI brede karakter van de kosten van SenterNovem en het RIVM zullen deze kosten met ingang van 2010 op het artikel 91 Algemeen in de begroting worden opgenomen.

De keuze om de kosten van uitvoeringsorganisatie binnen de begroting te centraliseren is niet strijdig met de rijksbegrotingvoorschriften.

11

Het budget voor de subsidieregeling voor roetfilters wordt naar beneden bijgesteld omdat er naar verwachting minder beroep op de regeling zal worden gedaan als gevolg van de economische situatie. Op basis van welke informatie is deze verwachting gebaseerd?

De verwachting is gebaseerd op cijfers van de RDW m.b.t. de verkoop van bestelwagens in het eerste kwartaal 2009, die sterk achterblijven bij de cijfers van 2008, waarop het subsidiebudget voor 2009 is gebaseerd. Voorts is rekening gehouden met verwachtingen van de sector zelf ten aanzien van de aanschaf van nieuwe bestelauto’s en taxi’s.

12

Hoe kan u garanderen dat iedere aanvraag voor deze subsidieregeling – op terechte gronden – wordt gehonoreerd? Betekent dit dat de bijstelling naar beneden later in het jaar mogelijk weer ongedaan zal worden gemaakt?

Bij de verlaging van het subsidiebudget heb ik er voorzichtigheidshalve rekening mee gehouden dat de verkoop van bestelwagens en taxi’s zich enigszins gunstiger zou kunnen ontwikkelen dan op basis van de ontstane economische situatie mag worden verwacht. Als de economische situatie zich niettemin zoveel gunstiger ontwikkelt dat daardoor het subsidiebudget ontoereikend zou worden voor een sterk toenemende verkoop van bestelwagens, zal ik binnen mijn begroting de daarvoor benodigde ruimte zoeken.

13

De mutatie bij ad. 14 (bijna € 40 miljoen) betreft het centraliseren van de bijdragen van VROM en WWI voor de jaarlijkse apparaatkosten van de uitvoeringsorganisatie SenterNovem. Waaruit bestaan deze kosten?

De apparaatskosten zijn de personele kosten van SenterNovem. Deze kosten hebben betrekking op de VROM/WWI-brede opdracht 2009 aan SenterNovem. Totaal gaat het hier om meer dan 70 deelopdrachten. Als voorbeeld worden hieronder vijf grote deelopdrachten genoemd:

– Uitvoering afvalbeheer, € 7,2 mln.

– Programma Energie Gebouwde Omgeving, € 4,8 mln.

– Bevordering Eigen Woningbezit plus, € 3,9 mln.

– Programma Regionale Gebiedsontwikkeling, € 3,5 mln.

– Milieu Innovatieprogramma, € 3,2 mln.

14

De mutatie bij ad. 15 (ruim € 10 miljoen) betreft het centraliseren van de bijdragen van VROM voor de jaarlijkse toezegging aan het RIVM. Waaruit bestaan deze gelden?

De gelden bestaan uit kosten van doorbestedingen aan derden door het RIVM en de personele kosten van het RIVM. Ze zijn een aanvulling op de driejarige opdracht 2007–2009 die VROM aan het RIVM heeft gegeven. Als voorbeeld worden hieronder vijf grote deelopdrachten uit de aanvulling 2009 genoemd:

– Risico’s in relatie tot bodemkwaliteit, € 1 mln.

– Atlas leefomgeving, € 1 mln.

– OECD nano ceriumoxide en dosimetrie, € 0,9 mln.

– Advisering en ondersteuning beleid Externe Veiligheid, € 0,8 mln.

– Gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure (GRIP), € 0,6 mln.

15

De uitgaven voor de bijdrage Sociaal Flankerend Beleid, GEONOVUM en Rijkspas 2008 zijn niet allemaal gerealiseerd. Kunt u aangeven hoe het komt dat niet alle uitgaven zijn gerealiseerd? Wanneer zullen deze uitgaven wel gerealiseerd zijn?

Het budget voor Sociaal Flankerend Beleid was een middel voor het behalen van de personele taakstelling, gebaseerd op een rijksbrede raming. In het eerste jaar van de krimp van het personeelsbestand waren activiteiten voornamelijk gericht op het identificeren van de gewenste uitstroom van personeel. Vanaf 2009 wordt het budget gericht ingezet voor het daadwerkelijk ontwikkelen en mobiel maken van personeel.

De uitgaven voor Geonovum betreffen de Bekkergelden die zijn toegekend in laatste kwartaal 2008 voor het project Publieke Dienstverlening op de Kaart. Dit is een samenwerkingsverband voor de uitwisseling van geografische informatie. Geonovum treedt op als programmamanager. De kwartiermakersfase van dit project is in 2009 gestart en het project zal doorlopen tot en met 2012. De toegekende bedragen zijn nu meerjarig begroot in 2009 voor € 2,1 in 2010 voor € 2,6 in 2011 voor € 2,5 en in 2012 voor € 1,9 miljoen.

De uitgaven voor de Rijkspas zijn achtergebleven in verband met een temporisering van het programma. Dit werd veroorzaakt in verband met nadere onderzoeken door AIVD en TNO naar de veiligheid rondom de gebruikte chiptechnologie in 2008. Deze temporisering zal in 2009 worden ingehaald met de afgesproken uitgaven en zodoende alsnog gerealiseerd worden

16

Welke doelmatigheidswinst wordt gerealiseerd naarmate u instrumenten zoals «monitoring Nota Ruimte» onderbrengt onder «overige instrumenten algemeen» en houdt u daarbij aantoonbaar rekening met te verwachten vermindering van leesbaarheid van de begroting?

De beleidsartikelen 1 en 2 kennen een aantal instrumenten in de ontwerpbegroting met relatief kleine bedragen, waaruit een veelvoud aan beleidsinstrumenten worden gefiancieerd. Vanwege de geringe omvang van deze budgetten zijn veel suppletore budgetmutaties nodig om de begrotingsbedragen in overeenstemming te houden met de realisatie op deze instrumenten. Samenvoeging levert dus doelmatigheidswinst op. Ik ben van mening dat door samenvoeging van deze instrumenten de leesbaarheid juist toeneemt, doordat de focus beter komt te liggen op de beleidsinstrumenten met een substantiële omvang. Daarnaast wordt binnen de operationele doelstellingen toegelicht met welke instrumenten en op welke prestaties het beleidsdoel wordt gerealiseerd.

17

De budgetten voor «monitoring Nota ruimte» (€ 1 176 x € 1000) en «subsidies algemeen» (€ 460 x € 1000) worden samengevoegd met de budgetten «overige instrumenten algemeen.» Men zou verwachten dat hier bedoeld wordt «opgeteld», en niet «gekort», hetgeen zou resulteren in een totaalbudget van 6 478 (x € 1 000,–) op artikel overige instrumenten algemeen. Kunt u toelichten waarom deze budgetmutaties niet terug te vinden zijn in het overzicht «Instrument: Overige instrumenten algemeen», op pagina 7?

In de toelichting bij dit instrument op pagina 8 is ad 2 een saldomutatie van diverse positieve en negatieve mutaties, waaronder de verhoging in 2009 van ca. € 1,6 mln als gevolg van de samenvoeging van de instrumenten «monitor Nota Ruimte» en «Subsidies algemeen». Daartegenover staat een negatieve mutatie van in 2009 ca. € 0,7 mln voor een bijdrage aan de structurele budgetfinanciering van de basisregistraties geo-informatie. Tenslotte zijn op dit instrument enkele geringe postieve en negatieve mutaties opgenomen. In totaal leidt dit tot een saldo van + K€ 546 aan mutaties.

18

Kunt u een overzicht geven van de mutaties van het instrument «Overige instrumenten landelijk gebied»?

De mutaties op het instrument «overige instrumenten landelijk gebied» bestaan uit:

1. Samenvoegen van van de instrumenten «Belverdere» en «subsidies landelijk gebied» met het instrument «overige instrumenten landelijk gebied» (+ € 2,2 mln in 2009) binnen hetzelfde operationeel doel.

2. Een tweetal eenmalige herschikkingen (+ € 0,1 mln) om de begroting structureel weer in overeenstemming te brengen met de interne budgetverdeling.

19

Hoeveel middelen staan er in totaal op de Rijksbegroting gereserveerd voor realisatie van een groot project op de Zuidas?

De middelen die voor de realisatie van de Zuidas op de VROM begroting zijn gereserveerd bedragen € 143,3 mln.

20

Voldoet de bijdrage van 35% (€ 8,4 miljoen) aan saneringskosten van DSM op zijn eigen bedrijfsterrein aan de beleidslijn dat 75% van de kosten van een sanering wordt gedragen door de markt en maximaal 25% door de overheid? Zo nee, waarom heeft u hiervan afgeweken?

De bedrijvenregeling is zo opgezet dat de overheid gemiddeld 25% van de geraamde kosten van saneringen betaalt. Dit wordt bereikt door de samenloopkosten van bouwactiviteiten (bouwrijp maken) met bodemsanering niet tot de saneringskosten te rekenen. Hierdoor is het mogelijk om over de netto kosten een hoger percentage subsidie te vergoeden.

21

Waaruit bestaat de extra € 39.8 miljoen voor het verbeteren van lokale luchtkwaliteit?

Er is geen sprake van extra middelen. Zoals uit de toelichting op de twee mutaties blijkt gaat het om bestaande, d.w.z. reeds eerder (uit het FES) beschikbaar gestelde middelen:

• De uitgavenmutatie van € 20 mln betreft uitsluitend de (administratieve) opboeking van het 2009-deel van de laatste tranche van in totaal € 100 mln.

• De uitgavenmutatie van € 19,789 mln betreft het naar 2009 doorschuiven van de in 2008 beschikbare, maar toen nog niet gebruikte FES-middelen (conform het aanvullend beleidsakkoord).

22

Waaruit bestaat de extra € 50 miljoen voor reductie van milieubelasting door afvalstoffen?

De extra € 50 miljoen was geld bestemd voor de Stichting Afvalfonds te Den Haag voor het jaar 2008. Door de vertraagde oprichting van de Stichting diende dit geld te worden doorgeschoven van 2008 naar 2009 om te kunnen benutten voor de uitbetalingen ten behoeve van de uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen en zwerfafval.

23

Waarom is de subsidie van 511,8 miljoen aan Stichting Afvalfonds voor de periode tot en met 2012 niet zichtbaar gemaakt in de budgettaire tabellen die de Kamer autoriseert? Gaat u er vanuit dat de uitgave op deze wijze is geautoriseerd door de Kamer, of komt u hierop in de 2e suppletoire begroting nog op de gebruikelijke wijze terug? Kunt u inzicht geven in de meerjarige budgettaire gevolgen van de subsidie aan de Stichting Afvalfonds?

Het bedrag van € 511,8 miljoen is niet zichtbaar omdat dit het totaalbedrag is van de subsidie voor de periode tot en met 2012. In artikel 6 van de Begroting 2009 is een bedrag van jaarlijks € 115,– mln. genoemd. De maximale bevoorschotting voor de subsidie aan het Afvalfonds bedraagt:

2009166 836 144,–
2010115 000 000,–
2011115 000 000,–
2012 89 408 193,–
2013 25 591 807,– (restant van 5% en afrekening)
Totaal511 836 144,–

Uitkering kan jaarlijks plaatsvinden na een aanvraag van de Stichting Afvalfonds.

24

De beschikbare middelen voor het Afvalfonds in 2008 zijn niet allemaal benut. Waarom is er sprake van onderuitputting van € 50.3 miljoen in het Afvalfonds? Betekent dit dat het Afvalfonds kapitaal gaat opbouwen of zal hieruit volgen dat de bijdrage van de overheid aan het Afvalfonds volgend jaar beperkt worden? Hoe gaat u ervoor zorgen dat alle middelen uit 2008 en 2009 nog dit jaar effectief worden uitgegeven?

In het jaar 2008 zijn niet alle gelden benut, doordat een aantal activiteiten nog moesten worden opgestart door de VNG (richting gemeenten), de Stichting Nedvang (richting betrokken bedrijfsleven) en de Stichting Nederland Schoon (voorhet Impulsprogramma Zwerfaval). Hieronder valt ook de inzameling van kunststofverpakkingen. Een belangrijke reden voor deze vertraging is de aanvullende wens van de Tweede Kamer om ook vergoeding voor nascheiding mogelijk te maken. Waarvoor nieuw afspraken moesten worden uitgewerkt.

Doordat de stichting Afvalfonds nog niet was opgericht kon nog niet aan fondsvorming worden gewerkt. De € 115 miljoen die op grond van de Raamovereenkomst verpakkingen jaarlijks beschikbaar is voor het Afvalfonds is gebaseerd op een kostenraming over de gehele periode.

Voor het Afvalfonds betekent dit dat het geld, dat niet besteed werd in 2008, zal worden toegevoegd aan het bedrag dat voor 2009 is geraamd.

Door gemeenten, het verpakkende bedrijfsleven het Impulsprogramma Zwerfafvalwordt wordt hard gewerkt om de voorgenomen activiteiten voor verpakkingsafval en voor zwerfafval voortvarend aan te pakken. Hiervoor is reeds een deel van de middelen uitgegeven. Indien er in enig jaar een overschot naar voren komt, zal dit restant in het Afvalfonds voor de komende periode beschikbaar blijven.

25

Waarom is het budget voor de post «adequaat generiek milieuinstrumentarium» verdubbeld?

Elk jaar worden aan het eind van het jaar de totale uitvoeringskosten van SenterNovem in een keer aan SenterNovem verplicht en in het begin van het nieuwe jaar worden de kasmiddelen die daarvoor aan de orde zijn naar artikel 7 overgeboekt. Vanuit dit artikel worden vervolgens de betalingen aan SenterNovem verricht. De ophoging van het kasbudget dat u nu ziet, wordt veroorzaakt door alle kasbudget-overboekingen vanuit de budgetten van de diverse beleidsdirecties, die regelingen e.d. door SenterNovem laten uitvoeren. Zie ook het antwoord op vraag 10, 13 en 14.

26

Hoe is de verdeling van artikel 7 (adequaat generiek milieu instrumentarium)? Kunt u uiteenzetten welk deel van de uitgaven voor Senter Novem was en welk deel voor «Uitvoering Lokale Klimaatinitiatieven»? Waaruit bestaat de post «Uitvoering Lokale Klimaatinitiatieven»?

Een onderdeel van artikel 7 (Inter)nationaal milieubeleid is het begrotingsinstrument Adequaat Generiek Milieu-instrumentarium. Op dit instrument vinden diverse mutaties plaats. Het totaal aan SenterNovem uitgaven is al bij vraag 14 toegelicht. Onderdeel van de totale mutatie is een bedrag van €  1,7 mln (zowel in 2009 als in 2010) bestemd voor de uitvoering door SenterNovem van het onderwerp «Lokale Klimaatinitiatieven». Genoemd bedrag van € 1,7 mln bestaat uit € 1,2 mln voor de daadwerkelijke apparaatskosten van SenterNovem, o.a. voor de uitvoering van de SLOK-regeling (Subsidieregeling Lokaal Klimaatbeleid) en uit € 0,5 mln voor de hiermee samenhangende projectmiddelen.

27

Kunt u de post «onvoorzien» van € 20 miljoen overschrijdingen nader toelichten?

In 2008 heeft er per saldo een overschrijding van het VROM budget plaatsgevonden. Deze overschrijding moet in 2009 worden gecompenseerd. De compensatie is bij begroting 2009 tijdelijk gevonden en technisch verwerkt op het instrument onvoorzien en wordt in de begroting 2010, voor het jaar 2009 over verschillende beleidsinstrumenten verdeeld.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Vietsch (CDA), Aptroot (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Vendrik (GL), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Pieper (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), De Krom (VVD), Vermeij (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Sterk (CDA), Ortega-Martijn (CU) en Besselink (PvdA).

Naar boven