31 965 IXB
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 25 juni 2009

De vaste commissie voor Financiën1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 12 juni 2009 voorgelegd. Bij brief van 24 juni 2009 zijn ze door de minister van Financiën beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck

1

De staat verwerft 29,2% van het aandelenkapitaal van het Havenbedrijf Rotterdam. Op welk moment is hierover mededeling gedaan aan de Kamer? Waarom is geen verwijzing opgenomen naar de betreffende Kamerstukken?

In Kamerstuk 2004/2005 24 691, nr. 63, d.d. 2 september 2005, «Ruimtetekort in mainport Rotterdam», is de Kamer gevraagd in te stemmen met participatie door het Rijk in het Havenbedrijf Rotterdam (HbR). Instemming is gevraag met participatie in het kader van de financiering van de Tweede Maasvlakte in 2 tranches (in 2006 en in 2009) uitgewerkt in 2005 in een Investeringsovereenkomst.

In Kamerstuk 2008/2009 31 695-IXB, nr. 2, d.d. 29 mei 2009, «Memorie van Toelichting bij Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2009 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)» is gemeld dat na de initiële investering in 2006 nu ook de tweede tranche investering heeft plaatsgevonden. Iets eerder was het ook gemeld in Kamerstukken 2008/2009, 28 165, nr. 97, d.d. 24 april 2009 («Deelnemingenbeleid Rijksoverheid»).

Het niet verwijzen naar de betreffende kamerstukken was een omissie.

2

Kunt u ook de suppletore mutaties van de Belastingdienst verder specificeren naar uitgaven en inkomsten?

De mutaties in de suppletore van de belastingdienst staan gespecificeerd aangegeven in de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (FEZ/2009/67) weergegeven. De uiteenzetting van uitgaven en ontvangsten treft u aan op pagina 8, 9, 10 en 11.

3

Wat is de marktwaarde van het havenbedrijf Rotterdam? Indien geen marktwaarde voorhanden is, wat is dan de intrinsieke waarde per 31-12-2008?

Aandelen HbR worden niet op een aandelenmarkt verhandeld. Een markprijs is dus niet voorhanden. Waarderingsrapporten zijn opgesteld in 2005. Op basis van die rapporten is de investeringsovereenkomst 2005 opgesteld. Uit deze overeenkomst vloeit de recente tweede tranche voort.

Uit het jaarverslag 2008 blijkt een intrinsieke waarde (eigen vermogen) van circa € 1.1 miljard. Dit bedrag is echter niet de economische waarde van het bedrijf.

4

Hoeveel procent van het havenbedrijf Rotterdam is verkregen met de betaling van de circa € 412 miljoen?

Na de investering van EUR 50 miljoen in 2006 en EUR 412.7 miljoen in 2007 heeft het Rijk voor in totaal EUR 462.7 miljoen een belang van 29.2% in het Havenbedrijf verkregen.

5

Hoeveel procent van de exportkredietverzekeringen wordt uitgekeerd als schade?

In 2009 vervalt in totaal voor een bedrag van circa € 1,2 mld. betalingen aan Nederlandse exporteurs gedekt door EKV polissen. In de eerste suppletore begroting 2009 wordt rekening gehouden met schade-uitkeringen van € 165 mln op EKV polissen. Dit betekent dat naar verwachting 13% als schade zal worden uitgekeerd in 2009. Er is overigens sprake van een piek als gevolg van de huidige kredietcrisis. In de jaren 2007 en 2008 lag de schade-uitkering op een veel lager niveau van gemiddeld 0,5%. De ontwikkeling van de schade-uitkeringen is overigens onvoldoende om de kostendekkendheid te kunnen bepalen, aangezien hierbij ook factoren zoals premie-inkomsten en recuperaties van belang zijn. Bovendien wordt de kostendekkendheid gemeten over een langere periode zodat zowel de vette als magere jaren worden meegenomen.

6

Kunt u helder de verhouding aangeven tussen de schade-uitkeringen van de Nederlandse exportverzekeringen en die van de andere EU-landen?

Over de gehele linie hebben exportkredietverzekeraars te maken met hogere schade-uitkeringen als gevolg van de crisis. De Nederlandse schade-uitkeringen en de uitkeringen van andere EU-landen laten zich echter niet goed met elkaar vergelijken. Ieder land heeft andere sectoren die relatief zwaar vertegenwoordigd zijn in de portefeuille als gevolg van verschillende specialisaties. Voor Nederland geldt dit met name voor de baggersector en de scheepsbouwsector. In andere landen zijn weer andere sectoren zoals de automobielsector sterk aanwezig. Verschillen in de verhoudingen van schade-uitkeringen in de huidige kredietcrisis zullen vooral worden veroorzaakt doordat deze crisis sommige sectoren harder raakt dan andere.

7

De nieuwe accijnszegels zijn moeilijker te vervalsen. Kan worden aangegeven tot welke meeropbrengst in de tabaksaccijnzen deze maatregel zal leiden en op welk moment tot ramingbijstelling is/wordt overgegaan?

Het gebruik van de nieuwe zegels is primair gericht op effectieve aanpak van fraude en wel specifiek van namaak/merkvervalsing. Het oogmerk daarbij is preventie. Een nauwkeurige becijfering voor een eventuele meeropbrengst is thans niet mogelijk. Een schatting van de huidige derving door nagemaakte tabaksproducten ligt in de buurt van de € 23 miljoen. De verbeterde beveiliging van de Nederlandse accijnszegels moet echter primair groei van de markt van nagemaakte tabaksproducten tegengaan. Door een hoge drempel is het veel moeilijker om nagemaakte tabaksproducten in de markt te zetten.

Preventie is noodzakelijk vanuit het oogpunt van markt en accijnsontwikkeling (hoe hoger de tarieven, des te lucratiever de namaak). De Nederlandse markt is open en fungeert volgens de tabaksbranche nu al als belangrijk doorvoerland voor illegale sigaretten1. De tabaksbranche heeft aangegeven dat het maar een kleine stap is voordat Nederland in toenemende mate bestemmingsland voor illegale tabaksproducten wordt2.

De verbetering van het beveiligingsniveau past ook in het geheel aan maatregelen die zijn getroffen om de fraude met sigaretten tegen te gaan. Hierbij wordt verwezen naar de antwoorden van de staatssecretaris van Financiën op vragen van de heer Remkes bij het wetgevingsoverleg naar aanleiding van het Belastingplan 2009 e.d. (brief APF 2008–0848). In deze brief is gewezen op de inzet van de containerscanners, het gebruik van tabakshonden en de voorgenomen verbetering van het beveiligingsniveau van de accijnszegels. Tenslotte past de verbetering van het beveiligingsniveau van de accijnszegels in de afspraken die binnenkort met de tabaksbranche zullen worden gemaakt om gezamenlijk op te treden tegen tabaksfraude.

8

Staan tegenover de nieuwe accijnszegels ook extra opbrengsten en hoeveel?

Het is niet mogelijk een nauwkeurig becijfering van potentiële meeropbrengst aan accijns te geven. Een indicatie is wel mogelijk. De FIOD raamt op basis van onderzoek de omvang van de markt van nagemaakte sigaretten over 2008 op 1%. De gemiste accijnsopbrengst bedraagt daarbij ca. € 23 mln. Zonder voldoende preventieve maatregelen is de groei van deze omvang zeker niet ondenkbaar, gezien de markt- en accijnsontwikkeling. Zo bedraagt het aandeel van namaak in het Verenigd Koninkrijk 7%. De tarieven zijn daar nog hoger, wat dus aantoonbaar een aanzuigende werking op fraude heeft. Deze situatie wil Nederland in ieder geval voorkomen.

9

Hoe hoog zijn de ontvangen betalingen met betrekking tot de back-up faciliteit ING? Zijn deze in lijn met de verwachtingen?

De ontvangen betalingen in de periode tot en met 15 juni 2009 met betrekking tot de back-up faciliteit bedragen $ 2,2 mld. Het grootste deel hiervan betreft portefeuilleontvangsten ($ 2 mld). De portefeuilleontvangsten zijn in lijn met de verwachting. Daarnaast is de garantiefee voor 2009 ontvangen. De garantiefee is hoger dan initieel geraamd. Dit is gevolg van de wijziging in de fee structuur. Over de gewijzigde fee structuur heb ik u geïnformeerd in mijn brief met kenmerk FM/2009/1016 M. Tegenover de ontvangen betalingen staan bedragen die de Staat heeft betaald aan ING (funding fee en management fee).

10

Wat zijn de extra kosten ten behoeve van de kosten vervolging door de Belastingdienst?

De vervolgingskosten worden doorbelast aan de belastingplichtige. Het oogmerk van de Kostenwet invordering rijksbelastingen daarbij is kostendekkendheid; de invorderingskosten worden gedekt door de opbrengst van de kosten die in rekening worden gebracht (Kamerstuk 2002–2003, 28 917, nr. 1–2, Tweede Kamer). De extra kosten (ad EUR 15 mln.) worden veroorzaakt door de volumeontwikkeling, zoals toename van het aantal verzonden dwangbevelen en verstrekte beslagopdrachten. De Belastingdienst voert navenant meer invorderingswerkzaamheden uit. De voorziene groei is in lijn met de volumeontwikkeling over de afgelopen jaren (Beheersverslag Belastingdienst 2008, p. 85 tabel 5 Aantal dwangmaatregelen).

11

Hoeveel extra opbrengsten voor de kosten vervolging was er geweest indien er niet coulant was omgegaan met het boetebeleid (periode van 7 dagen)?

De opbrengsten kosten vervolging hebben geen relatie met het boetebeleid.

Boetes worden met name opgelegd bij het te laat inzenden of te laat betalen van belastingaangiftes. Bij het te laat betalen van belastingaanslagen wordt geen boete opgelegd, maar worden invorderingsrente en/of vervolgingskosten in rekening gebracht.

12

De overheidsbijdragen aan de AFM en DNB zijn structureel verhoogd. Kan inzicht worden geboden in de overwegingen om structureel een dergelijk bedrag voor dit doel uit te trekken? Is en/of wordt ook in de overwegingen betrokken deze taken, wellicht tegen lagere kosten, weer op Financiën zelf uit te voeren?

De verhoging van de overheidsbijdrage is gebaseerd op de overweging dat de niet voor doorberekening aan de sector in aanmerking komende kosten betrekking hebben op activiteiten die de toezichthouders verrichten vanwege de daar aanwezige deskundigheid en hun betrokkenheid bij internationale overlegorganen. Het ministerie kan hierin merendeels niet voorzien. Wel heeft de vorig jaar uitgevoerde inventarisatie van de hier bedoelde activiteiten er voor gezorgd dat een aantal ervan, die niet direct op het terrein van de voorbereiding van wet- en regelgeving liggen, wordt afgebouwd.

13

De Nederlandse Staat financiert de uitkeringen, die hebben plaatsgevonden uit hoofde van het IJslandse depositogarantiestelsel, voor. De begroting voorziet alleen in een verhoging van uitgaven, niet in inkomsten uit hoofde van de eerste en tweede tranche. Op welk moment zijn deze inkomsten te verwachten en wanneer worden deze in de begroting verwerkt?

De uitgaven die op de IXB begroting t.b.v. het depositogarantiestelsel zijn gedaan hebben betrekking op de voorfinanciering van de eerste tranche. De eerste tranche ziet op het bedrag tot € 20 887. Dit bedrag (in totaal 1,3 miljard) is door Nederland voorgefinancierd, maar komt uiteindelijk voor rekening van het IJslandse DGS. Op 5 juni jl. is een leenovereenkomst tot stand gekomen tussen Nederland en IJsland waarin afspraken zijn vastgelegd mbt de terugbetaling van deze lening.

De leenovereenkomst die met het IJslandse DGS en IJsland is afgesloten heeft een looptijd van 15 jaar. Gedurende de eerste 7 jaar van de lening bestaat er nog geen verplichting om af te lossen. De rente die over de gehele looptijd van de lening wordt berekend wordt voor de eerste 7 jaar gekapitaliseerd en wordt daarmee onderdeel van de hoofdsom. Er bestaat wel de bevoegdheid voor het IJslands depositogarantiefonds om gedurende de eerste 7 jaar af te lossen op de lening. Zij kunnen (boetevrij) vervroegd aflossen. Na 7 jaar wordt bekeken welk bedrag van de lening nog openstaat. Dit bedrag zal vervolgens gedurende 8 jaar in 32 termijnen (per kwartaal) worden terugbetaald. Ook tijdens deze periode is het echter mogelijk om vervroegd (een deel van) de lening af te betalen. In principe zal de lening uiterlijk 2024 terugbetaald zijn.

Er kan daarom vooraf niet worden vastgesteld op welk moment welk bedrag wordt terugbetaald.

De tweede en de derde tranche hebben betrekking op de betalingen die door De Nederlandsche Bank zijn gedaan op grond van het Nederlandse depositogarantiestelsel. Deze bedragen vormen geen onderdeel van de leenovereenkomst die met IJsland en het IJslandse depositogarantiestelsel is afgesloten. Deze vorderingen moeten worden ingediend bij de boedel van Landsbanki. De verwachting is dat er nog een aanzienlijk bedrag uit de boedel komt. Er kan nog niet op voorhand worden vastgesteld welk bedrag er uit de boedel komt, noch wanneer uitkeringen zullen plaatsvinden.

De exacte bedragen die terugkomen op grond van de eerste, tweede en derde tranche kunnen daarom nog niet in de begroting worden opgenomen

14

Er is een bedrag beschikbaar gesteld voor banken en verzekeraars in Nederland ten bedrage van 20 000 mln. Kan inzicht worden geboden in het daadwerkelijke gebruik van dit fonds in de eerste maanden van 2009?

In de eerste maanden van 2009 zijn geen middelen beschikbaar gesteld aan Nederlandse banken en/of verzekeraars.

15

Kunt u verklaren door welke factor(en) de winst bij Tennet tegenviel?

De winst was iets lager (– 4.5%) vooral door hogere financieringslasten. De dividendopbrengst was verder lager omdat met het oog op het forse investeringsprogramma van TenneT de aandeelhouder heeft ingestemd met een lagere dividenduitkering.

16

Wat is de opbrengstdoelstelling voor de 2,6GHZ-veiling?

Er is geen opbrengstdoelstelling voor de frequentieveiling. Immers, bij de vormgeving van frequentieverdelingen mogen eventuele financiële belangen van de Staat geen rol spelen. Leidend zijn de wensen van consumenten, de marktomstandigheden, innovatie en de technische mogelijkheden. Ook is het lastig op voorhand een indicatie te geven van de mogelijke opbrengst.

Het gebruik van opbrengstcijfers van veilingen uit het buitenland als opbrengstdoelstelling acht ik daarnaast niet wenselijk, aangezien deze geen enkele garantie bieden voor de opbrengst in Nederland, onder andere omdat deze veilingen van voor de kredietcrisis dateren en omdat de samenstelling van de Nederlandse markt anders is.

17

Kan inzicht worden gegeven in het daadwerkelijke gebruik van de garantieregeling bancaire leningen in de eerste maanden van 2009?

Op basis van de garantiefaciliteit kan voor maximaal 200 mld aan garanties worden afgegeven. Tot nu toe is in totaal voor een bedrag van EUR 45,10 mld aan garanties afgegeven en een bedrag van 42,36 mld aan gegarandeerde leningen uitgegeven (geëffectueerd). Dit laatste bedrag is het bedrag waarvoor de Staat tot nu toe garant staat (exclusief het garantiebedrag op de renteverplichtingen van de gegarandeerde leningen)»

Een overzicht van toegekende garanties kunt u vinden op de website www.dsta.nl

18

Waarom is er € 1,3 mld. geleend aan IJsland, terwijl er maar € 85,5 mln. is voorgefinancierd?

In totaal is € 1,3 mld. voorgefinancierd. Een groot deel hiervan (€ 1,236 mld.) is in 2008 uitgekeerd aan depositohouders. Het restant (€ 85,5 mln.) is 2009 uitgekeerd. Depositohouders konden namelijk tot 16 maart 2009 een claim indienen ten laste van het depositogarantiestelsel.

19

Op welk moment zijn er inkomsten te verwachten vanwege terugbetaling van de voorfinanciering van de eerste tranche en de tweede tranche? Wanneer worden deze in de begroting verwerkt?

Zie hiervoor de beantwoording van vraag 13.

20

Vanwege de huidige economische omstandigheden doen zich dit jaar meer schades voor dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de uitgavenraming van de schade-uitkering EKV met EUR 60 mln verhoogd. Daarnaast is de verwachting dat een groot gedeelte van de door de huidige economische omstandigheden veroorzaakte schade dit jaar gerecupereerd zal worden. Hierdoor is ook de ontvangstenraming met EUR 60 mln. naar boven bijgesteld. Kan nadere uitleg worden gegeven over de verhoging van de ontvangstenraming, juist omdat verwacht mocht worden dat de huidige economische omstandigheden het terughalen van de schade zouden bemoeilijken?

In het geval van schadedreiging worden onmiddellijk incassomaatregelen genomen. Deze maatregelen hebben ertoe geleid dat een deel van de schade die aan het begin van 2009 is uitgekeerd inmiddels is gerecupereerd en ten gunste is gekomen van de post schaderestituties.

21

Tegen welke wisselkoers is de verplichting voor de SDR berekenend? Aangezien het feit dat de volstorting in verschillende «harde valuta» kan plaatsvinden.

De verplichtingen jegens DNB uit hoofde van IMF worden berekend op basis van de SDR/Euro wisselkoers. Jaarlijks wordt de koers waarmee de omvang van de verplichtingen wordt berekend bijgesteld en wordt de omvang van de verplichtingen aangepast. Bij het aangaan van nieuwe verplichtingen wordt de wisselkoers van dat moment gebruikt om de omvang van de verplichting te bepalen.

22

Wat is de verhouding tussen de garantieverplichting en de BBP van de verschillende lidstaten van de Europese Investeringsbank Bank?

Het kapitaal van de EIB is verhoogd tot € 232,4 mld. Hiervan is 5% inbetaalde en de overige 95% garantiekapitaal. De onderstaande tabel geeft de omvang van de garantie verplichting van individuele lidstaten ten opzichte van het BBP (het betreft het BBP ultimo 2008)1.

LandGarantiekapitaal tov BBP
Duitsland1,43%
Frankrijk1,83%
Italië2,27%
Verenigd Koninkrijk1,97%
Spanje1,96%
België2,87%
Nederland1,66%
Zweden2,00%
Denemarken2,15%
Oostenrijk1,74%
Polen1,26%
Finland1,52%
Griekenland1,11%
Portugal1,04%
Tsjechië1,14%
Hongarije1,51%
Ierland0,67%
Roemenië0,84%
Slowakije0,88%
Slovenië1,43%
Bulgarije1,15%
Litouwen1,03%
Luxemburg0,68%
Cyprus1,45%
Letland0,88%
Estland0,99%
Malta1,61%

23

Wat is de verhouding tussen de garantieverplichting en de staatsschuld van de verschillende lidstaten van de Europese Investeringsbank Bank?

Het kapitaal van de EIB is verhoogd tot € 232,4 mld. Hiervan is 5% inbetaalde en de overige 95% garantiekapitaal. De onderstaande tabel geeft de omvang van de garantie verplichting van individuele lidstaten ten opzichte van de staatschuld (het betreft de staatsschuld ultimo 2008).1

LandGarantiekapitaal tov staatsschuld
Duitsland2,17%
Frankrijk2,69%
Italië2,15%
Verenigd Koninkrijk3,79%
Spanje4,95%
België3,21%
Nederland2,86%
Zweden5,26%
Denemarken0,86%
Oostenrijk2,78%
Polen2,68%
Finland4,54%
Griekenland1,13%
Portugal0,29%
Tsjechië3,81%
Hongarije2,07%
Ierland1,56%
Roemenië6,21%
Slowakije3,08%
Slovenië6,28%
Bulgarije8,12%
Litouwen6,62%
Luxemburg4,64%
Cyprus2,94%
Letland4,51%
Estland20,59%
Malta2,55%

24

Wat is de achtergrond van de uitgavenverhogingen voor Actal en de Rijksacademie?

De uitgavenverhoging van € 1,2 mln. bestaat uit mutaties voor Actal en de Rijksacademie.

Bij Actal is er sprake van een kasschuif waarbij uitgaven 2011 in de tijd naar voren zijn gehaald. Over de jaren heen is er geen sprake van een uitgavenverhoging. Bij de Rijksacademie zijn niet alleen de uitgaven verhoogd, maar ook – vanwege de na te streven kostendekkendheid – de ontvangsten (structureel 127). De uitgaven en ontvangsten van de onderwijsprogramma’s zijn zo weer in evenwicht met elkaar gebracht.

25

Is er al eerder een mededeling aan de Kamer gedaan over het vervallen van het superdividend dat de Bank Nederlandse Gemeenten uitgekeerd zou worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is geen verwijzing opgenomen naar de betreffende Kamerstukken?

Hierover is niet eerder een mededeling aan uw Kamer gedaan. Momenteel worden de effecten van de financiële en economische crisis op een eerder voorziene uitkering van superdividend in 2009 besproken met betrokken partijen. Zolang hierover nog wordt gesproken, wordt nog geen besluit genomen over het al dan niet uitkeren van een uitkering van superdividend.

26

Het mutatieoverzicht van de artikelen 9 en 10 omvat alleen de mutaties t/m de 1e suppletoire wet. Kan nadere uitleg worden gegeven waarom deze mutatieoverzichten geen meerjarig inzicht bieden? Kan dit meerjarige inzicht alsnog worden verstrekt?

Tot op heden is bij de niet-beleidsartikelen geen meerjarige doorwerking gepresenteerd. Voortaan zal er een meerjarig overzicht bij deze artikelen worden gevoegd. Onderstaand wordt het meerjarige inzicht gegeven.

Artikel 9

Bedragen x € 1 00020092010201120122013
Mutatie apparaatsuitgaven3 737– 3 853– 3 630– 3 680– 4 196
Mutatie apparaatsontvangsten– 1 454– 1 674– 1 674– 1 674– 1 674

Artikel 10

Bedragen x € 1 00020092010201120122013
Mutatie onvoorzien7 1500000
Mutatie loonbijstelling88 03585 64084 48084 30084 140
Mutatie prijsbijstelling19 86119 36018 81617 50817 545

27

Kan nadere uitleg worden gegeven over de verhoging van de ontvangstenraming bij de EKV, juist omdat verwacht mag worden dat de huidige economische omstandigheden het terughalen van de schade zou bemoeilijken?

Zie vraag 20.

28

Waardoor is er een structureel hogere veilingopbrengst van € 10 mln. uit de benzineveilingen? Hoe speelt de overdrachtsbelasting daarin mee? Vervallen belasting betekent in het algemeen toch minder inkomsten voor de staat?

De structureel hogere veilingopbrengst is grotendeels het gevolg van een hoger vastgesteld aandeel van het aan de staat toekomende deel van de veilingopbrengst (van 15% naar 30%) en het feit dat de staat de overdrachtsbelasting niet langer voor zijn rekening neemt. De eerste veilingjaren heeft de staat de overdrachtsbelasting voor zijn rekening genomen; vanaf 2006 draagt de zakelijke rechthebber de overdrachtsbelasting.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA), Bashir (SP), Sap (GL) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Pieper (CDA), Aptroot (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), Elias (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Kuiken (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP), Vendrik (GL) en Smeets (PvdA).

XNoot
1

Illegale handel in shag en sigaretten, Vereniging Nederlandse Kerftabaksindustrie, 2008, par. 12.1

XNoot
2

Illegale handel in shag en sigaretten, Vereniging Nederlandse Kerftabaksindustrie, 2008, hoofdstuk 2.

XNoot
1

Bron: eurostat (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/eurostat/home/)

XNoot
1

Bron: eurostat (http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/eurostat/ home/)

Naar boven