31 957 Invoering van de regelgeving met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2010

Bij brieven van 12 mei 2010 heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens ondergetekende, bij de beide Kamers der Staten-Generaal voorgehangen het Ontwerpbesluit onderstand BES (Kamerstukken II, 31 957, nr. 13 / D). De brieven zijn op 17 mei 2010 door de beide Kamers ontvangen. De voorhang geschiedt ter uitvoering van artikel 18.3, negende lid, van de Invoeringwet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Op grond van de genoemde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, tenzij binnen die termijn door of namens een der Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Naar aanleiding van mijn toezegging over deze voorhangprocedure tijdens het Algemeen overleg d.d. 19 mei jl. met de Vaste commissie voor Antilliaanse en Arubaanse Zaken, deel ik u mee dat de overlegging geacht moet worden d.d. heden te zijn gedaan. Dit betekent dat de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State niet eerder zal plaatsvinden dan op 1 juli 2010.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven