Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2017
De leden Remco Dijkstra (VVD) en Van Helvert (CDA) hebben gevraagd om een reactie
op het bericht «Rusland dreigt met sluiten van luchtruim voor KLM» waarbij wordt ingegaan op de problematiek van de slots voor Russische vrachtvluchten
en vrachtvluchten in het algemeen. Ik kan daarover het volgende mededelen.
Zoals in het genoemde bericht is vermeld, heeft KLM problemen ondervonden bij het
verkrijgen van toestemming voor vluchten door het Siberische luchtruim voor het IATA
Winterseizoen 2017/2018. Naar aanleiding daarvan is er contact opgenomen met de Russische
luchtvaartautoriteiten. Daaruit bleek dat de Russische luchtvaartautoriteiten een
verband legden tussen de overvliegrechten van KLM en het feit dat de Russische luchtvrachtmaatschappij
AirBridgeCargo dit winterseizoen haar operaties vanaf Schiphol niet volledig kon uitvoeren
omdat daarvoor te weinig slots waren verkregen. Hierop is aan de Russische luchtvaartautoriteiten
aangegeven dat er geen verband is tussen de bilateraal met de Russische Federatie
overeengekomen overvliegrechten en slots. Tevens is aan KLM gevraagd te bezien of
KLM met AirBridgeCargo tot een zakelijke oplossing zou kunnen komen.
KLM is met AirBridgeCargo in overleg getreden om binnen het kader van de EU slotverordening
tot een operationele overeenkomst te komen waarbij door gezamenlijke vluchtuitoefening
gebruik gemaakt kan worden van bepaalde slots van KLM voor het lopende winterseizoen.
Op 2 november hebben de luchtvaartmaatschappijen hierover een akkoord bereikt. Op
3 november hebben de Russische luchtvaartautoriteiten toestemming gegeven voor de
vluchten van KLM door het Siberisch luchtruim. Hiermee is het winterschema van KLM
voor wat betreft vluchten door het Siberisch luchtruim zeker gesteld.
Ik realiseer me dat als gevolg van de schaarse capaciteit op Schiphol ook andere luchtvrachtmaatschappijen
geen of minder slots hebben kunnen verkrijgen voor het IATA winterseizoen 2017/2018.
Ik onderken het grote belang van behoud van de luchtvrachtsector voor de luchthaven
Schiphol en de Nederlandse economie.
Daarom heeft mijn ambtsvoorganger de luchthaven Schiphol per brief van 20 oktober
2017 verzocht om binnen vier weken tot een gedragen voorstel voor een local rule te komen, die ik, rekening houdend met de (Europese) regelgeving, kan vaststellen.
Tenslotte geeft de ontstane situatie mij aanleiding om, binnen de kaders van de EU
slotverordening, op korte termijn te bezien op welke wijze de aanpak van het vaststellen
en verdelen van de schaarse slotcapaciteit op Schiphol kan worden verbeterd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga