Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2010
Mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de minister van Defensie, stuur ik
u hierbij het advies van de Alderstafel over de ontwikkeling van Eindhoven1.
Ik heb dit advies, namens het kabinet en in aanwezigheid van de vertegenwoordiging van de Alderstafel Eindhoven, dinsdagmiddag
22 juni in ontvangst genomen uit de handen van de heer Alders.
Aldersadvies Eindhoven
Ik heb, samen met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de staatssecretaris van Defensie,
de heer Alders per brief van 5 februari 2009 verzocht om te verkennen welke betekenis Eindhoven Airport vanuit een regionaal
ruimtelijk-economische visie kan hebben in het accommoderen van de nationale capaciteitsvraag, en of daarvoor in de regio
draagvlak kan worden gevonden.
Naar aanleiding van dit verzoek heeft de heer Alders een Tafel voor overleg gevormd. Het afgelopen jaar is aan deze Alderstafel
Eindhoven door vertegenwoordigers van omwonenden, het bedrijfsleven, lokale en regionale bestuurders, de rijkspartijen, de
luchtvaartsector en de milieubeweging, onder leiding van de heer Alders, hard gewerkt om tot het bijgevoegde advies te komen.
Vervolgproces
Dit advies is het resultaat van een zorgvuldig proces met betrokken partijen, met aandacht voor de belangen en posities van
de verschillende partijen aan Tafel. Het advies voorziet in een samenhangend pakket aan maatregelen om te komen tot een duurzame
luchthavenontwikkeling voor Eindhoven Airport. Het huidige demissionaire kabinet is partijen dankbaar voor de geleverde inspanning.
De uiteindelijke besluitvorming over het advies, het voorgestelde pakket aan maatregelen en daaruit voortvloeiende financiële
afspraken, is dan ook aan een volgend kabinet. Wel ben ik bereid om, op het verzoek van de heer Alders namens de vertegenwoordigers
van de regionale Tafel, vooruitlopend op dit kabinetsbesluit een vervolgopdracht mee te geven voor het opstellen van een plan
van aanpak voor de uitvoering van de afspraken.
Hierbij wil ik benadrukken met een vervolgopdracht geenszins vooruit te willen lopen op besluitvorming over het advies. Het
plan van aanpak zal uitdrukkelijk worden opgesteld onder voorbehoud van instemming van het nieuwe kabinet en de Tweede Kamer.
Het is echter, gezien de opgelopen vertraging, een signaal richting de regionale partijen die bereid zijn om de uitvoering
van het advies spoedig ter hand te willen nemen.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings