Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 februari 2014
In het Algemeen Overleg Luchtvaart van 23 januari 2014 heb ik de toezegging gedaan
om na te gaan of Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) zich in haar personeelsbeleid
houdt aan de wettelijke bepalingen daaromtrent en de Kamer daarover te berichten.
De LVNL opereert binnen de bepalingen van de Wet op de loonbelasting en de Wet Normering
Topinkomens. De wetgever ontmoedigt vroegpensioenregelingen door de loonbelasting/premie volksverzekeringen niet in te houden
op het loon van de werknemer maar voor rekening te brengen van de werkgever. Dit heet
in fiscale termen een «eindheffing» (op basis van de Wet op de loonbelasting).
In het geval van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) is er sprake van een publiekrechtelijk
tariefgefinancierd voltijds zelfstandig bestuursorgaan (zbo) met een eigen rechtpositie
en een eigen CAO, de CAO LVNL. Dit betekent dat arbeidsvoorwaarden zoals de hoogte
van bezoldiging, de ontslagleeftijd, toeslagen maar bijvoorbeeld ook omscholingsvereisten
door LVNL binnen de wettelijke bepalingen zelf worden geregeld.
Het valt buiten mijn bevoegdheden om in te grijpen in deze CAO LVNL en de arbeidsvoorwaarden.
Wel heb ik LVNL gevraagd de toekomstvastheid van de vroegpensionering te onderzoeken.
Daarbij heb ik LVNL gevraagd met voorstellen te komen waarin tevens de door het kabinet
voorgenomen regelgeving inzake de Wet normering topinkomens wordt betrokken. Ik kan
op die voorstellen nog niet vooruitlopen.
Ik hoop hiermee uw Kamer voldoende te hebben geïnformeerd,
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld