31 934 Douane

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2016

In antwoord op uw verzoek om, in aanvulling op de reeds toegezegde brief, u een reactie te doen toekomen op het werkbezoek van de Minister van Financiën aan de Douane te Rotterdam waarbij ook wordt ingegaan op de actuele berichten van de burgemeester van Rotterdam, het Openbaar Ministerie en de politie ter zake, bericht ik u als volgt.

In de Kamerbrief van 2 november (Kamerstuk 31 934, nr. 9) wordt ingegaan op beide onderdelen van uw verzoek. De Staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat de Douane op sterkte blijft en er geen sprake is van een vermindering van het douanetoezicht op smokkel van verdovende middelen. De bestrijding van deze smokkel is en blijft prioriteit. De Douane zet in op slim en gericht toezicht. Fysieke controle blijft altijd onderdeel van de mix van handhavingsinstrumenten maar wel gerichter en meer informatie gestuurd. Tot slot gaat de Staatssecretaris in op de zorgen van douaniers. In de Kamerbrief van 2 november (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 745) gaat de Minister van Financiën in op de bevindingen tijdens zijn werkbezoek aan de Douane.

Ten aanzien van het tweede deel van uw verzoek, de berichten van de driehoek, worden kansen gezien voor versterking van de integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit in de haven van Rotterdam op het terrein van de samenwerking. Het afstemmen van elkaars processen en de gevolgen voor de andere partners is een belangrijk onderdeel van die samenwerking. De driehoek en de Douane onderzoeken in welk overlegmodel dit het beste vorm gegeven kan worden. Het eerste overleg daarvoor heeft al plaatsgevonden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven