31 904 Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele andere wijzigingen van deze wetten

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 november 2010

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken1 hebben op 10 november 2010 de brief van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (31 904, K) ontvangen inzake de Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998. In de commissievergadering van 16 november 2010 heeft de commissie met instemming kennisgenomen van bovengenoemde brief en van het voorstel dat de minister in zijn brief doet. Naar aanleiding van deze brief heeft de commissie voorgesteld om af te zien van de geplande plenaire behandeling op 30 november 2010 en het wetsvoorstel als hamerstuk af te doen.

De commissie heeft de minister op 18 november 2010 een brief gestuurd.

De minister heeft op 22 november 2010 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Warmolt de Boer

BRIEF AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Den Haag, 18 november 2010

Op 10 november 2010 hebben de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken uw brief (31 904, K) ontvangen inzake de Wijziging van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998. In de vergadering van de commissie op 16 november 2010 heeft de commissie met instemming kennisgenomen van bovengenoemde brief en van het voorstel dat u in uw brief doet. Naar aanleiding van deze brief heeft de commissie voorgesteld om af te zien van de geplande plenaire behandeling op 30 november 2010 en het wetsvoorstel als hamerstuk af te doen.

In uw brief van 10 november 2010 stelt u voor dat u bij aanname van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer de voorgestelde bepalingen ten aanzien van de kostentoedeling bij congestiemanagement niet in werking laat treden in afwachting van de uitkomst van het overleg met de Europese Commissie. De commissie neemt aan dat dit betekent dat vooralsnog de volgende bepalingen van artikel II van het wetsvoorstel niet in werking zullen treden: onderdeel K artikel 24a lid 4, 24a lid 6 en 24a lid 8 sub c en onderdeel R artikel 41b lid 2 sub f. Kunt u dit uiterlijk 22 november 2010 schriftelijk bevestigen?

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

E. M. Kneppers-Heynert

BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2010

Naar aanleiding van uw verzoek van 18 november jl. informeer ik u over de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot de kostentoedeling bij congestiemanagement. Om het in mijn brief van 10 november 2010 geschetste resultaat te bereiken, zullen de twee bepalingen, waar het advies van de Raad van State betrekking op had, niet in werking treden (dit betreft artikel 24a, vierde lid en het daarmee verbonden artikel 41b, tweede lid, onderdeel f). Aldus ontstaat de situatie waarbij de kosten van congestiemanagement in de transporttarieven voor afnemers terechtkomen, conform mijn voorstel.

De twee andere bepalingen waar u in uw brief aan refereert hebben geen relatie met de discussie over kostentoedeling, maar zijn nodig voor een effectieve werking van het systeem, en sluiten bovendien aan bij de bestaande situatie van tariefregulering.

Toelichting

De twee artikelen die niet in werking treden, betreffen op de eerste plaats artikel II, onderdeel K, artikel 24a, vierde lid. Op basis van dit lid kunnen kosten van congestiemanagement in rekening worden gebracht bij producenten in het congestiegebied die deelnemen aan congestiemanagement. In de tweede plaats zal artikel II, onderdeel R, artikel 41b, tweede lid, onderdeel f, niet in werking treden. In dit artikelonderdeel wordt geregeld dat de netbeheerder het verschil tussen de te ontvangen bedragen van producenten in een congestiegebied en de te betalen vergoedingen aan producenten buiten het congestiegebied in het transporttarief kan opnemen. Dit onderdeel zal niet in werking treden omdat de grondslag voor het opleggen van bedragen aan producenten in het congestiegebied niet in werking treedt. Dit heeft tot gevolg dat er geen verschil kan ontstaan tussen de ontvangen bedragen en de betaalde vergoedingen.

De twee andere in uw brief van 18 november 2010 genoemde bepalingen zullen wel in werking treden. Uit artikel II, onderdeel K, artikel 24a, zesde lid, volgt in de eerste plaats een verplichting voor een producent buiten het congestiegebied om medewerking te verlenen aan een verzoek van de netbeheerder in het kader van congestiemanagement. Deze bepaling is van groot belang voor een effectieve werking van het systeem. Vervolgens wordt in dit artikel verzekerd dat de betreffende producent hiervoor ook een vergoeding ontvangt van de netbeheerder. De vergoeding die de netbeheerder betaalt, wordt in lijn met mijn brief van 10 november 2010 verdisconteerd in de transporttarieven en op basis van de algemene bepalingen hierover (artikel 40–41d van de Elektriciteitswet 1998) aan afnemers in rekening gebracht. Dit sluit aan bij de bestaande situatie.

Ook artikel II, onderdeel K, artikel 24a, achtste lid, onderdeel c, zal in werking treden. Op basis van dit artikelonderdeel kan invulling worden gegeven aan artikel 24a, zesde lid. In deze bepaling wordt ook verwezen naar het vierde lid van artikel 24a. Echter, omdat het vierde lid van dit artikel niet in werking zal treden, zullen uitsluitend over het zesde lid nadere regels bij AmvB worden gesteld.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Van den Berg (SGP), Meindertsma (PvdA), Broekers-Knol (VVD), Doek (CDA), Terpstra (CDA), Essers (CDA), Kneppers-Heynert (VVD) voorzitter, Van Driel (PvdA), Sylvester (PvdA), Kox (SP), Engels (D66), Franken (CDA), Hamel (PvdA), Asscher (VVD), Willems (CDA), Reuten (SP) vicevoorzitter, Hofstra (VVD), Laurier (GL), Koffeman (PvdD), Böhler (GL), Kuiper (CU), Elzinga (SP), Vliegenthart (SP), en Yildirim (Fractie-Yildirim).

Naar boven