nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, EN VOOR
JEUGD EN GEZIN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 september 2009
In het nota-overleg over de nota overgewicht op 7 september jl. zijn
negen moties ingediend. In het geval van twee moties hebben wij aanvullende
informatie toegezegd alvorens deze moties in stemming worden gebracht. Het
gaat om de volgende moties:
1. Motie Vendrik (Kamerstuk 31 899, nr. 7) waarin verzocht wordt
om voor 1 januari 2010 te komen met een Plan van Aanpak «Actief
op school».
2. Motie Van Gerven (Kamerstuk 31 899, nr. 5) waarin verzocht
wordt in overleg te treden met de gemeenten om initiatieven te ontwikkelen
om sport toegankelijker te maken voor kinderen met een lagere sociaal economische
status.
Motie Vendrik
Het kabinet heeft zich in de beleidsbrief De Kracht van Sport ten doel
gesteld dat in 2012 tenminste 50% van het percentage jeugdigen (4–17
jaar) aan de beweegnorm voldoet (2005: 40%).
Bewegingsonderwijs is in zowel het primair als het voortgezet onderwijs
al een verplicht onderdeel, vastgelegd in de kerndoelen. Daarnaast heeft het
kabinet met de Impuls brede scholen sport en cultuur en het beleidskader Sport,
Bewegen en Onderwijs fors geïnvesteerd om de sportdeelname en beweging
bij de schoolgaande jeugd te verhogen.
Het kabinet streeft naar een dagelijks sport- en beweegaanbod op scholen
in het primair en voortgezet onderwijs, maar dat betreft meer dan alleen bewegingsonderwijs.
Leerlingen krijgen gemiddeld 1,5 à 2 uur bewegingsonderwijs per week
en 70% van de leerlingen is bovendien lid van een sportvereniging.
In aanvulling hierop zal de inzet van combinatiefunctionarissen het doel van
een dagelijks sport- en beweegaanbod beslist dichterbij brengen.
De motie Vendrik zien wij als een ondersteuning van het reeds door ons
in gang gezette beleid waarin de sterke samenwerking tussen onderwijs en sport
met als doel meer sporten en bewegen door de jeugd reeds centraal staat.
Een nieuw plan van aanpak «Actief op school» is mijns inziens
daarmee overbodig. Daarom ontraden wij deze motie.
Motie Van Gerven
Gemeenten ontwikkelen al initiatieven om kinderen uit gezinnen met een
lagere sociaal economische status toe te leiden naar sport- en beweegactiviteiten.
Deze initiatieven verschillen per gemeente: van de inzet van het Jeugdsportfonds,
het aanbieden van een sportpas tot gratis sport voor alle kinderen tot 18
jaar.
De Rijksoverheid ondersteunt gemeenten bij het ontwikkelen van deze initiatieven
door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen (Aboutaleb-gelden).
Daarnaast worden gemeenten door ons ondersteund en gestimuleerd doordat
we de gemeentelijke initiatieven en de meest succesvolle methoden om kinderen
uit gezinnen met een lagere sociaal economische status te bereiken, in kaart
brengen en bij gemeenten onder de aandacht brengen.
Gelet op voorgaande reeds in gang gezette initiatieven vinden wij het
niet zinvol, om op dit moment met gemeenten hierover in contact te treden.
Daarom ontraden wij deze motie.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink
De minister voor Jeugd en Gezin,
A. Rouvoet