31 898 Wijziging van de Wet luchtvaart met betrekking tot de gevolgen van buitenlandse luchthavens voor de ruimtelijke ordening op Nederlands grondgebied (Beperkingengebied buitenlandse luchthaven)

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2012

In het debat met uw Kamer van 4 oktober 2012 (Handelingen II 2012/13, nr. 9, item 4, blz. 4–12) over het wetsvoorstel Beperkingengebied buitenlandse luchthavens heeft mijn voorganger toegezegd dat het kabinet zou nagaan welke voornemens er bestaan met betrekking tot de net over de grens bij Roermond gelegen vliegbasis Brüggen. Omdat de vliegbasis op Duits grondgebied ligt, maar in Britse handen is, is zowel de Duitse als de Britse overheid benaderd.

De vliegbasis Brüggen was oorspronkelijk in gebruik bij de Britse Royal Air Force. De Royal Air Force heeft de vliegbasis sinds 2001 niet meer als militair vliegveld voor (jacht-) vliegtuigen in gebruik. Het Britse leger gebruikt de vliegbasis momenteel om een zogenoemd Signal Regiment te herbergen met onder andere helikopters. De basis zal, als onderdeel van de Defense Reform, in 2016 sluiten; de betreffende gronden en opstallen zullen aan de Duitse autoriteiten worden overgedragen.

De plannen van de Duitse autoriteiten met de gronden van de vliegbasis zijn momenteel nog weinig concreet; de opstallen zullen waarschijnlijk vanwege de vervallen staat worden afgebroken. Men overweegt om een groot deel van de gronden (circa 750 hectare) terug te geven aan de natuur en een beperkt deel (circa 150 hectare) een industriële bestemming te geven. Luchtvaart, militaire activiteiten en woningbouw lijken vooralsnog niet in beeld te zijn.

Tot slot wijs ik u op het Verdrag van Espoo, het op 10 september 1997 in werking getreden VN ECE-verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband, en de in 2005 met de Duitse autoriteiten gemaakte bilaterale afspraken ter uitvoering van dit verdrag. Kern van dit verdrag is dat in het geval van mogelijke grensoverschrijdende milieugevolgen van een voorgenomen activiteit het publiek en de autoriteiten in het buurland op dezelfde wijze worden betrokken

bij de m.e.r.-procedure als de autoriteiten en het publiek in het land waar de activiteit zal worden ondernomen. Aldus is geborgd dat bij eventuele grensoverschrijdende milieu-effecten van voorgenomen activiteiten op de gronden van wat nu de vliegbasis Brüggen is, de Duitse autoriteiten zijn gehouden om vroegtijdig met de Nederlandse autoriteiten in contact te treden.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W. J. Mansveld

Naar boven