nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Scheepvaartverkeerswet
het toegestane alcoholpromillage te verlagen, alsmede de Wet op de economische
delicten, de Havenbeveiligingswet, de Wet bestrijding ongevallen Noordzee,
de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, en de Wet van 26 april
2007, houdende wijziging van enkele wetten op het terrein van de scheepvaart
in verband met een wijziging in de benaming van de inspectiefunctie binnen
het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, op enkele technische punten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Scheepvaartverkeerswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 27, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «driehonderdvijftig microgram»
vervangen door: tweehonderdtwintig microgram.
2. In onderdeel b wordt «0,8 milligram» vervangen door:
0,5 milligram.
B
In artikel 30, tweede lid, wordt na «verwarring» ingevoegd:
of in gevaar.
C
Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot vijfde lid, worden drie
leden ingevoegd, luidende:
2. Bij besluit van Onze Minister kunnen andere dan de in het eerste
lid bedoelde ambtenaren worden aangewezen voor het toezicht op de naleving
van het bepaalde bij of krachtens deze wet. Ambtenaren van provincies, gemeenten
of waterschappen worden aangewezen op voordracht van, en in overeenstemming
met de desbetreffende besturen.
3. In de in het tweede lid bedoelde besluit kunnen eisen worden gesteld
met betrekking tot de kennis en kunde van de toezichthouders en de wijze waarop
zij hun taak vervullen.
4. Het besluit bedoeld in het tweede lid wordt in de Staatscourant
geplaatst.
D
In artikel 52, eerste lid, wordt na «16a, » ingevoegd: dat
niet uitsluitend bepalingen bevat ter implementatie van een besluit van de
Centrale Commissie voor de Rijnvaart, .
E
De Bijlage bij de Scheepvaartverkeerswet, bedoeld in artikel 10, eerste
lid, van de Scheepvaartverkeerswet, wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel A, punt III.1 komt te luiden:
1. het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied
begrenst door een lijn die loopt van het licht noorderpier naar 52°07.04’
N; 004°00.00’ O, vandaar naar 52°07.40’ N; 003°51.36’
O, vandaar naar 52°07.40’ N; 003°45.00’ O, vandaar naar
52°04.84’ N; 003°40.97’ O, vandaar naar 51°57.21’
N; 003°41.98’ O, en vandaar naar 51°58.27’ N; 004°00.62’
O.
ARTIKEL II
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1, onder 4°, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd: de Scheepvaartverkeerswet,
artikel 4, voor zover het de melding van de met het schip vervoerde lading
betreft;
2. In de zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer 2000
wordt na «11, eerste lid,» ingevoegd: 13,.
ARTIKEL III
De Havenbeveiligingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder plaatsing voor de tekst van de aanduiding «1.»
wordt «artikel 4 van richtlijn nr. 98/18/EG van de Raad van de Europese
Unie van 17 maart 1998 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor
passagiersschepen (PbEG L 144)» vervangen door: de bij regeling van
Onze Minister aangewezen richtlijn inzake veiligheidsvoorschriften en -normen
voor passagiersschepen.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Een wijziging van de in het eerste lid bedoelde richtlijn, gaat
voor de toepassing van de verplichtingen ingevolge de Verordening en deze
wet op de voor binnenlandse reizen gebruikte passagiersschepen die behoren
tot Klasse A als bedoeld in die richtlijn, gelden met ingang van de dag waarop
aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
B
Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
Artikel 19a
Een wijziging van de richtlijn bedoeld in artikel 1, onderdeel b, gaat
voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de
betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
ARTIKEL IV
De Wet bestrijding ongevallen Noordzee wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 11, eerste lid, van de Wet bestrijding ongevallen Noordzee
wordt «bij koninklijk besluit» vervangen door: bij regeling van
Onze Minister handelend in overeenstemming met Onze Ministers wie het mede
aangaat.
ARTIKEL V
De Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt onderdeel b onder verlettering van de onderdelen
c, d en e tot b, c en d.
B
In artikel 4 vervalt de zinsnede: «, overeenkomstig het terzake
bepaalde in de Commissieverordening,».
C
Artikel 7, aanhef, komt te luiden: Met het toezicht op de naleving van
het bij of krachtens deze wet en de Raadsverordening bepaalde zijn belast:.
ARTIKEL VI
De Wet van 26 april 2007, houdende wijziging van enkele wetten op
het terrein van de scheepvaart in verband met een wijziging in de benaming
van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Stb.
2007, 176), wordt als volgt gewijzigd:
Artikel V, onderdeel B, komt te luiden:
B
In artikel 25a wordt «artikel 24 onder a, b, d en e» vervangen
door: artikel 24, onder a, c en d.
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,