31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2017

Hierbij informeer ik u over het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties voor het melden van fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid in de departementale jaarverslagen met ingang van het verslag over het jaar 2017 (dat verschijnt in mei 2018). Over dit nieuwe stelsel is overeenstemming bereikt met alle departementen, de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer. De rapporteringstoleranties geven de grensbedragen weer waarboven een Minister verplicht is om in de bedrijfsvoeringsparagraaf van het departementale jaarverslag een toelichting te geven op fouten en onzekerheden ten aanzien van de rechtmatigheid. De toleranties zijn onderdeel van de verslaggevingsvoorschriften en zijn opgenomen in de Regeling rijksbegrotingvoorschriften, die de Minister van Financiën op grond van de Comptabiliteitswet 2001 opstelt.

Het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties houdt een vereenvoudiging en harmonisatie in van de huidige rapporteringstoleranties, waardoor er in beginsel geen verschillen meer zullen bestaan tussen de rechtmatigheidsoordelen van de Algemene Rekenkamer en die van de Ministers in de bedrijfsvoeringsparagrafen van de departementale jaarverslagen (die door de Auditdienst Rijk als intern controleur van een getrouwheidsoordeel worden voorzien). Dat schept meer duidelijkheid voor de Kamer en andere gebruikers van deze informatie.

Hoofdlijnen van het huidige en het nieuwe stelsel

Op dit moment gelden rapporteringstoleranties op begrotingshoofdstukniveau, de saldibalans en de verantwoordingsstaat agentschappen (1% fouten en 3% onzekerheden) en op begrotingsartikelniveau waarbij aparte toleranties gelden voor fouten en voor onzekerheden (3% voor fouten en 3% voor onzekerheden). Voor kleine begrotingshoofdstukken (< € 1,5 miljard) en kleine begrotingsartikelen (< € 500 miljoen) gelden uit doelmatigheidsoverwegingen ruimere toleranties oplopend tot 10% voor fouten en 10% voor onzekerheden.

In het nieuwe stelsel wordt de rapporteringstolerantie 2% voor begrotingshoofdstuk, saldibalans en verantwoordingsstaat agentschappen en 5% voor begrotingsartikelen en voor de afgerekende voorschotten1 waarbij fouten en onzekerheden voortaan worden opgeteld. De nieuwe rapporteringstolerantie op totaalniveau sluit aan bij de kwantitatieve tolerantie die de Europese Rekenkamer hanteert voor de totale uitgaven en de totale ontvangsten, te weten 2%.

Nieuwe rapporteringstolerantie voor afgerekende voorschotten

Er wordt een nieuwe rapporteringstolerantie voor afgerekende voorschotten geïntroduceerd als onderdeel van het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties. Fouten en onzekerheden in de afgerekende voorschotten worden niet langer toegerekend aan de begrotingsartikelen, maar aan de in het jaarverslag opgenomen verantwoording van de afgerekende voorschotten (als onderdeel van de toelichting op de saldibalans). Deze wijze van rapporteren sluit ook beter aan bij de wijze waarop de Algemene Rekenkamer de geconstateerde fouten en onzekerheden in haar rapporten vermeldt.

Ten aanzien van de afgerekende voorschotten en de vorderingen bij de toeslagregelingen geldt dat die vanaf het verslagjaar 2017 worden verantwoord in de saldibalansen van de toeslagendepartementen2 en niet meer in de saldibalans van het Ministerie van Financiën. De Belastingdienst is immers verantwoordelijk voor de uitvoering van de toeslagregelingen, terwijl de toeslagendepartementen beleids- en begrotingsverantwoordelijk zijn. Vanaf het verslagjaar 2017 zullen de ministeries en de Algemene Rekenkamer deze fouten en onzekerheden daarom evalueren bij de toeslagendepartementen. De wijziging behelst geen verandering van de beheersverantwoordelijkheid van de Belastingdienst. De Belastingdienst blijft op grond van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) verantwoordelijk voor het vorderingen- en/of voorschottenbeheer van de toeslagen en het beleid rond misbruik en oneigenlijk gebruik.

Winstpunten van het nieuwe stelsel

Het nieuwe stelsel van rapporteringstoleranties levert de volgende winstpunten op:

  • Verschillen in gerapporteerde bevindingen en oordelen tussen de ministeries en de Algemene Rekenkamer behoren in beginsel tot het verleden.

  • Het hanteren van één grens voor fouten en onzekerheden gezamenlijk is eenvoudiger en begrijpelijker voor de gebruikers en sluit beter aan bij wat internationaal gebruikelijk is.

  • Met het introduceren van de norm van 2% voor fouten en onzekerheden op totaalniveau wordt bovendien aangesloten bij de Europese norm.

  • De nieuwe toleranties kunnen zorgen voor minder controle-inspanning (doelmatiger borging van de controle op rechtmatigheid) door de Auditdienst Rijk en de Algemene Rekenkamer.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

M.u.v. kleine begrotingshoofdstukken en begrotingsartikelen, waarvoor ruimere rapporteringstoleranties zullen gelden oplopend tot 10% voor fouten en onzekerheden tezamen.

X Noot
2

Huurtoeslag bij WenR, zorgtoeslag bij VWS en kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag bij SZW.

Naar boven