Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2014
De Kamer heeft bij de verantwoording over het jaar 2013 twee onderwerpen centraal
gesteld, te weten fraude en decentralisatie. De Kamer besloot hiertoe op 10 september
2013 (Handelingen II 2012/13, nr. 108, item 18), op voorstel1 van de commissie voor de Rijksuitgaven, en stelde het kabinet vervolgens van dat
besluit in kennis.
Het kabinet heeft de Kamer bij brief2 van 4 november 2013 laten weten het voorstel over te nemen, hetgeen «betekent dat in de Verantwoordingsbrief van de Minister-President deze twee onderwerpen
centraal zullen staan. Ook in de departementale jaarverslagen over 2013 zullen deze
focusonderwerpen extra aandacht krijgen.»
Vervolgens heeft ook de Algemene Rekenkamer per brief3 aan de Kamer laten weten positief te staan tegenover het besluit van de Kamer van
10 september 2013 om meerjarig focus aan te brengen in de verantwoordingsstukken (brief
van 11 februari 2014, Kamerstuk 31 865, nr. 57): «Wij hopen dat dit een impuls biedt aan de verantwoording en het debat daarover in
uw Kamer. In ons verantwoordingsonderzoek over 2013, waar wij thans aan werken, zullen
we bijzondere aandacht schenken aan de door de Tweede Kamer gekozen focusonderwerpen.
Dat zal zijn weerslag krijgen in de resultaten van ons onderzoek zoals wij ze publiceren
op Verantwoordingsdag 2014.»
In bovengenoemd voorstel van de commissie voor de Rijksuitgaven stelt de commissie
tevens aan de Kamer voor om de komende jaren nog voor het zomerreces de focusonderwerpen
vast te stellen voor de verantwoording het jaar daarop. Dit stelt in het bijzonder
de Algemene Rekenkamer in de gelegenheid haar voorbereidende werkzaamheden voor de
verantwoording optimaal in te zetten.
Focusonderwerpen voor de verantwoording over 2014 (in mei 2015)
Terugblikkend op het Verantwoordingsdebat op 28 mei 2014 (Handelingen II 2013/14,
nr. 87, item 11) en op de behandeling van de jaarverslagen in de commissies, in de weken daarna,
heeft de commissie voor de Rijksuitgaven de indruk dat de keuze voor de twee focusonderwerpen
voor de verantwoording over 2013 positief heeft uitgepakt voor de zeggingskracht en
kwaliteit van het verantwoordingsproces. Een nadere beschouwing op dit punt mag de
Kamer na de zomer van de commissie verwachten als een evaluatie van het gehele verantwoordingsproces
wordt vastgesteld. Het aanwijzen van focusonderwerpen voor de komende verantwoording
hoeft daarop wat de commissie betreft niet te wachten.
Het karakter van de beide gekozen onderwerpen is naar de mening van de commissie zodanig
dat deze zich lenen voor focus bij de eerstkomende verantwoording.4 De Kamer kan op die wijze volgen of het beleid voor de twee onderwerpen tot de gewenste
verbeteringen heeft geleid. Dit advies is in overeenstemming met de aanbeveling van
de Algemene Rekenkamer (zie Kamerstuk 31 865, nr. 57) voor mogelijke focusonderwerpen voor het volgende verantwoordingsjaar: «Wat ons betreft zouden dat ook de huidige twee focusonderwerpen kunnen zijn, omdat
deze onderwerpen de komende jaren onverminderd belangrijk blijven voor burgers en
voor het beleid en de organisatie van de overheid».
De commissie stelt de Kamer voor met bovenstaande in te stemmen en aldus de onderwerpen
fraude en decentralisatie ook voor de verantwoording over het jaar 2014 (in mei 2015)
als focusonderwerpen aan te merken.
De commissie beveelt aan om een afschrift van deze brief te sturen aan het kabinet
en aan de Algemene Rekenkamer, met het verzoek om een reactie.
De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers
De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen