Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2025
Met deze brief wordt invulling gegeven aan de toezegging van de Minister van Financiën
om interim-rapporten van de Audit Dienst Rijk (ADR) naar de vaste Kamercommissies
te sturen (Kamerstukken 2023–2024, 31 865, nr. 238).
Hiermee worden de vaste Kamercommissies tussentijds op de hoogte gebracht van ontwikkelingen
in het financieel beheer bij de ministeries. Het auditrapport wordt ook gepubliceerd
op de website van de Rijksoverheid.
Reactie op interim-rapport
Het interim-auditrapport heeft het karakter van een «early warning»: de aandachtspunten
zijn besproken met de ADR zodat maatregelen kunnen worden getroffen met het oog op
de verantwoording over 2025.
Het interim-rapport toont verbetering ten opzichte van vorig jaar. Het aantal «early
warnings» is gedaald van twee naar geen. Ook is er vooruitgang bij het inkoopbeheer,
zowel binnen het kerndepartement als bij Rijkswaterstaat, maar er blijft extra aandacht
nodig. Het nieuwe inkoopsysteem is in aanbesteding en zal bijdragen aan het wegwerken
van deze bevindingen.
Daarnaast zijn er aanzienlijke stappen gezet op het gebied van de andere bevindingen,
waaronder het inhuurproces bij Rijkswaterstaat. Positief is ook dat de ADR constateert
dat het aandachtspunt voor het beheer van voorschotten bij het kerndepartement goed
wordt opgepakt.
Minder voortgang is daarentegen zichtbaar bij de toezicht en aansturing van ProRail.
Cyberbeveiliging vraagt daarnaast nog aandacht, mede vanwege het ontbreken van de
benodigde financiële middelen.
De ADR heeft zijn interim rapport gebaseerd op steekproeven uit de eerste maanden
van het jaar. Naar verwachting kan de ADR in het najaar de werking van de genomen
maatregelen vaststellen.
Voor alle bevindingen zijn verbetermaatregelen afgesproken. Voor de bevindingen die
doorlopen naar 2026 zal de monitoring worden versterkt, zodat tijdig kan worden bijgestuurd
als de maatregelen niet tot het gewenste resultaat leiden.
Over de voortgang wordt u wederom geïnformeerd via het jaarverslag van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat en het bijbehorende auditrapport.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
R. Tieman