31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2017

In haar brief van 23 mei 2017 heeft de Tweede Kamer mij het verzoek gedaan om bij het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR) specifiek aandacht te geven aan het onderwerp financiële verplichtingen, met als specifieke deelonderwerpen de verplichtingen in relatie tot het budgetrecht van de Kamer en verplichtingen in relatie tot de formatie. Graag doe ik in deze brief een voorstel hoe ik dit vorm wil geven rondom de formatie, en in het FJR. De reactie met het voorstel van invulling van het tweede onderwerp, toetsbare beleidsplannen, wordt nog uitgewerkt en volgt zo spoedig mogelijk.

Allereerst schets ik binnen deze brief een korte ontwikkeling die de rapportage over verplichtingen heeft doorgemaakt. Mede op verzoek van de Tweede Kamer zijn hier namelijk recent verbeteringen op doorgevoerd die ik graag toelicht. In het FJR zal ik uiteenzetten wat verplichtingen precies zijn, welke functie ze vervullen, en hoe zij onderdeel zijn van het budgetrecht van de Kamer enerzijds, en een onderdeel van een betrouwbare overheid anderzijds.

Formatie

Voorts wil ik inzicht geven in de veranderingen van reeds aangegane verplichtingen naar aanleiding van de formatie. Ik verwacht op basis van het regeerakkoord dat er op een beperkt aantal reeds aangegane verplichtingen een neerwaartse bijstelling zal plaatsvinden. Waar wel verplichtingen «opengebroken» zullen worden, zal dit helder en specifiek in de nota’s van wijziging aangegeven worden, inclusief eventuele (budgettaire) consequenties.

Financieel Jaarverslag Rijk

Als laatste stel ik voor bij het Financieel Jaarverslag Rijk drie specifieke investeringscasussen op te nemen die het praktisch gebruik van verplichtingen meer inzichtelijk maken. Het gaat hierbij om een casus van I&M, Defensie en EZ.

Ter vergelijking zal er een casus beschreven worden die juist niet over een investeringsproject gaat. Bij deze casussen zal beschreven worden hoe de verplichtingen zijn aangegaan, hoe ze in de ontwerpbegrotingen stonden en hoe en wanneer ze uiteindelijk tot uitbetaling zijn gekomen en zijn verantwoord. Door deze casussen op te nemen is het mogelijk helder te maken wat het nut is van verplichtingen en hoe verschillende ministeries hiermee om (kunnen) gaan. Verder ben ik voornemens binnen het FJR kwantitatieve informatie over verplichtingen op te nemen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt per begrotingshoofdstuk: de omvang van de openstaande verplichtingen en de mutaties gedurende het jaar. Als laatste zal het FJR een uiteenzetting bevatten over de achtergrond van verplichtingen en hun functie binnen het verplichtingen-kasstelsel en de relatie tot het budgetrecht.

Recente ontwikkelingen inzake verplichtingen

Op 2 april 2015 heeft het Bureau Onderzoek Rijksuitgaven van de Tweede Kamer het onderzoek «De macht en kracht van het budgetrecht» gepubliceerd. Hier staan een aantal aanbevelingen in om het gebruik van juridische verplichtingen en budgetflexibiliteit te verhelderen. Ook wordt inzichtelijk gemaakt hoe het budgetrecht van de Tweede Kamer op dit moment wordt gebruikt. Zo blijkt uit dit rapport dat de Tweede Kamer op dit moment ongeveer 0,1% van de Rijksbegroting herbestemd via aangenomen amendementen, oftewel 1% van de niet-verplichte ruimte gebruikt1. Er lijkt dus nog geen direct tekort aan zogeheten vrije ruimte voor amendementen. In 2016 heb ik een brief2 gestuurd met daarin enkele verbeteringen, volgend op vragen uit de Kamer en aanwijzingen uit het voornoemde BOR-rapport. De meest zichtbare verandering hierbij is het toevoegen van een paragraaf «niet-juridisch verplichte uitgaven» aan de begrotingen. Hierin wordt op instrumentniveau weergegeven waar het niet-verplichte deel van de uitgaven voor bestemd is. Wijzigingsvoorstellen kunnen dus vrij eenvoudig van deugdelijke dekking voorzien worden door te putten uit deze paragraaf. Uiteraard is er uiteindelijk ook nog een politieke weging van de verantwoordelijke Minister over de voorgestelde herbestemming, en kunnen er al wel bestuurlijke akkoorden liggen over de niet-juridische verplichte uitgaven. Daarnaast wordt er continu gewerkt aan het verbeteren van de voorschriften rondom de vastlegging van verplichtingen. Zodoende ontstaat er steeds meer uniformiteit en vergelijkbaarheid voor wat betreft de weergegeven juridische verplichtingen. Hierbij gaat het met name om het beperken van de ruimte voor interpretaties in de regels omtrent de aannames die ten grondslag liggen aan het inschatten van de verplichtingen.

Ik hoop hiermee uw vraag om verplichtingen als focusonderwerp aan te merken naar voldoening te hebben vervuld.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

De macht en de kracht van het budgetrecht – Het budgetrecht van de Tweede Kamer: ontwikkelingen en verbetermogelijkheden, p.15. Rapport BOR van 2 april 2015 (bijlage bij Kamerstuk 33 670, nr. 11).

X Noot
2

Kamerstuk 31 865 nr. 76

Naar boven