31 855
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met de introductie van een verwijsindex om vroegtijdige en onderling afgestemde verlening van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van jeugdigen die bepaalde risico’s lopen te bevorderen (verwijsindex risico’s jeugdigen)

nr. 50
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJSSELBLOEM EN VAN DER VLIES TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 29

Ontvangen 2 juli 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, artikel 2d, tweede lid, wordt de zinsnede «belemmeringen in hun ontwikkeling» vervangen door de zinsnede: daadwerkelijke bedreigingen van de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling.

II

In artikel I, onderdeel B, artikel 2j, wordt in de aanhef de zinsnede «zijn ontwikkeling naar volwassenheid wordt belemmerd» vervangen door de zinsnede: de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid daadwerkelijk wordt bedreigd.

III

In artikel I, onderdeel C, wordt de zinsnede «in hun ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren» vervangen door de zinsnede: in de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid daadwerkelijk bedreigen.

Toelichting

Dit amendement wijzigt de doelstelling van de wet en hangt samen met amendement Van der VliesDijsselbloem waarmee de meldingscriteria van artikel I, onderdeel B, artikel 2j worden aangescherpt. In artikel 2d, tweede lid van het wetsvoorstel, wordt, in combinatie met de definitie van jeugdige in artikel 2a onder a, de doelgroep van de wet gedefinieerd als alle jeugdigen die te maken krijgen met belemmeringen in hun ontwikkeling naar volwassenheid. Dat is een te brede afbakening van doel en doelgroep. Het grote nadeel daarvan is dat de verwachting kan ontstaan dat de overheid alle belemmeringen die een jeugdige kan tegenkomen zal «voorkomen, beperken of weg nemen». De overheid zal de pretentie niet waar kunnen maken om alle risicosituaties van alle jongeren af te dekken, aldus de Raad van State.

Dit amendement beoogt in combinatie met andere wijzigingsvoorstellen, het doel en de doelgroep van de wet specifieker aan te duiden. Alleen die jeugdigen die geconfronteerd worden met risico’s die daadwerkelijk een bedreiging vormen voor de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling, moeten tot de doelgroep van de wet worden gerekend. Met dit amendement wordt ook aangesloten bij het advies van de Raad van State ter zake. Tevens beoogt het amendement in te gaan op de aanbeveling uit het evaluatierapport van de proeftuin VIR waarin nadrukkelijk wordt bepleit duidelijker landelijk af te kaderen wat nu het doel van de VIR is (aanbeveling h, paragraaf 5.3.2., 31 855, nummer 8). Uit die evaluatie blijkt dat indien de lokale keuze van de doelgroep (risicojongeren of alle jongeren met een klein risico) teveel variëren de betekenis van de meldingen geringer is. Tevens is de kans dat een match optreedt na melding in de VIR kleiner wanneer alle mogelijk risico’s worden opgenomen. Wanneer de kans op een match afneemt zal het enthousiasme voor het melden afnemen, aldus de evaluatie, en dreigt het systeem aan zijn ambitie ten onder te gaan. Dit amendement beoogt dat te voorkomen.

Dijsselbloem

Van der Vlies

Naar boven