31 839 Jeugdzorg

Nr. 623 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2018

Ter voorbereiding van het debat over de evaluatie van de Jeugdwet op 21 juni 2018 informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, over de meest recente cijfers van de beleidsinformatie jeugd en een aantal nadere onderzoeken naar aanleiding daarvan. Deze brief gaat ook in op de invoering van het woonplaatsbeginsel op 1 januari 2020 en – op verzoek van het lid Tielen – op de planning van de voorgenomen wet rechtspositie gesloten jeugdinstellingen

Beleidsinformatie Jeugd

Opzet en vormgeving van beleidsinformatie jeugd

In de Jeugdwet is voor aanbieders van jeugdhulp een verplichting opgenomen een dataset bij te houden over het jeugdhulpgebruik, waarmee de scores van gemeenten of aanbieders kunnen worden vergeleken. Het betreft een uitvraag van het jeugdhulpgebruik op het niveau van unieke cliënten, voor acht vormen van jeugdhulp (van licht naar zwaar). Deze cijfers kennen een hoge mate van betrouwbaarheid. Naar aanleiding van de cijfers worden nadere onderzoeken uitgevoerd om de cijfers nader te kunnen duiden. Doelstelling is het verwerven van inzichten in de werking van het jeugdstelsel en het voeren van een op feiten gebaseerd jeugdhulpbeleid.

De beleidsinformatie jeugd wordt twee keer per jaar door het CBS gepubliceerd. Op 30 april zijn de jaarcijfers 2017 gepubliceerd.

Jaarcijfers jeugdhulpgebruik 2017

Het aantal jongeren dat in 2017 jeugdhulp ontvangt, bedraagt ruim 400.000 unieke jongeren.1 Dit aantal is in 2017 licht toegenomen (2016 388.000 jongeren). De toename is voor het merendeel te herleiden tot jeugdhulp die door lokale teams wordt geboden. Naar de verklaring hiervan laat ik een nader onderzoek uitvoeren dat dit najaar beschikbaar zal komen. Ook laten de cijfers een toename van jeugdhulp met verblijf van 43.000 naar 46.000 jongeren zien. Het aantal PGB’s is in 2017 gedaald tot 8180 toegekende PGB’s.

Jaarcijfers jeugdbescherming en jeugdreclassering 20172

Op 31 december 2017 waren er bijna 31.000 lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In twee derde van de gevallen betreft het een vorm van ondertoezichtstelling. In een derde van alle maatregelen gaat het om een voogdijmaatregel, al dan niet voorlopig of tijdelijk.

In 2017 is er een lichte stijging (1%) van het totaal aantal jeugdbeschermingsmaatregelen. Het aantal ondertoezichtstellingen is met 0,7% gestegen. Ook het aantal voogdijmaatregelen is in 2017 toegenomen met 2%.

Op 31 december 2017 was op 6360 jongeren een jeugdreclasseringmaatregel van toepassing. Dit betreft personen van 12 tot en met 22 jaar met één of meerdere jeugdreclasseringmaatregelen. In totaal waren op dat moment 6425 jeugdreclasseringmaatregelen van kracht. Dat zijn er 400 minder dan aan de start van het jaar.

Drie nadere onderzoeken

Naar aanleiding van de periodieke CBS-cijfers vinden jaarlijks nadere onderzoeken plaats om de werkelijkheid achter de cijfers te kunnen duiden. In deze nadere onderzoeken kunnen vragen van uw Kamer, branches jeugdhulp, gemeenten, cliëntenorganisaties of van de departementen een plek krijgen. Deze nadere onderzoeken worden gepubliceerd op de website van de CBS Jeugdmonitor: https://jeugdmonitor.cbs.nl/.

Afgelopen half jaar hebben drie nadere onderzoeken plaatsgevonden die hieronder worden toegelicht.

Nader onderzoek verschillend jeugdhulpgebruik met verblijf tussen regio’s3

Significant heeft onderzoek verricht naar verschillend jeugdhulpgebruik met verblijf tussen regio’s. Significant kan 50 procent van de verschillen in het gebruik van jeugdhulp met verblijf verklaren.

De hoofdconclusies die Significant trekt zijn:

  • Verschillen hangen samen met populatiekenmerken, en wel met aantallen echtscheidingen in het bijzonder.

  • De aanwezigheid van een voorziening met verblijf in de regio plaatst makkelijker. Buiten de regio wordt niet graag geplaatst.

  • In gemeenten met beperkte algemene financiële reserves, of een negatieve reserve (schuld) ontvangen kinderen vaker jeugdhulp met verblijf dan in gemeenten met grote(re) financiële reserves. Jeugdhulp met verblijf is, behoudens Jeugd-GGZ (langdurig verblijf met GGZ component kwam en komt niet veel voor), ook te verklaren uit historisch gebruik.

  • Er is geen relatie gevonden tussen afname jeugdhulp met verblijf en beschikbaarheid lichtere alternatieven. Wel soms knelpunten in de zin dat gemeenten wel minder verblijf inkopen terwijl lichtere alternatieven niet beschikbaar zijn.

Nader onderzoek hoger jeugdhulpgebruik bij kleine gemeenten4

Argos heeft het vermeend hoger jeugdhulpgebruik bij vier kleine gemeenten onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat het jeugdhulpgebruik, als je kijkt naar het aantal jongeren per gemeente, lineair toeneemt en dat er de facto weinig verschillen zijn tussen kleine en grote gemeenten.

Nader onderzoek «Trajecten Beleidsinformatie jeugd»5

Partners in Jeugdbeleid heeft de definitie van trajecten voor de beleidsinformatie onderzocht, in verband met de ontwikkeling van nieuwe financieringsvormen en de opkomst van hoofd- en onderaannemerschap. Conclusie is dat er geen aanpassing van de definitie noodzakelijk is voor een juiste aanlevering van gegevens.

Komend half jaar vindt nader onderzoek plaats naar de verwijzing van jeugdartsen naar jeugdhulp, toename jeugdhulp wijkteams en stijging van jeugdhulp met verblijf overig.

Woonplaatsbeginsel

Het nieuwe woonplaatsbeginsel zorgt naar verwachting voor een eenvoudigere definitie en een betere financiële prikkel voor de gemeente waar de jeugdige woont of vandaan komt. Voor het nieuwe woonplaatsbeginsel wordt de Jeugdwet gewijzigd. De implementatie, namelijk het organiseren van de administratieve processen en het maken van afspraken tussen gemeenten en aanbieders, vergt een goede voorbereiding. Alle betrokken partijen, waaronder ook jeugdhulpaanbieders, hebben gevraagd om zorgvuldigheid. De planning om het woonplaatsbeginsel zorgvuldig in te voeren is gericht op invoering per 1 januari 2020.

Voorgenomen wet rechtspositie gesloten jeugdinstellingen

Zoals toegezegd tijdens de behandeling van de Wet verplichte ggz (Kamerstuk 32 399; Handelingen I 2017/18, nr. 14, item 3 en Handelingen I 2017/18, nr. 15, item 3) en de Wet zorg en dwang (Kamerstuk 31 996; Handelingen I 2017/18, nr. 14, item 3 en Handelingen I 2017/18, nr. 15, item 3) in de Eerste Kamer en het recente jeugddebat op 31 mei 2018 (Handelingen II 2017/18, nr. 88, debat over het uitblijven van passende jeugdzorg) in de Tweede Kamer informeer ik u hierbij over het tijdpad van de voorgenomen wet rechtspositie gesloten jeugdinstellingen. Het voornemen is dat in het voorjaar van 2020 het wetsvoorstel wordt ingediend met als streven inwerkingtreding op 1 januari 2021.

Outcome-indicatoren

Per 1 juli 2018 wordt met de wijziging van het Besluit Jeugdwet (teneinde outcomegegevens toe te voegen aan de te verstrekken gegevens in het kader van de beleidsinformatie), het subjectieve oordeel van cliënten op de hulp zichtbaar. Aanbieders van jeugdhulp kunnen scores op outcome-indicatoren zoals «cliënttevredenheid» en «kunt u zonder hulp verder» twee keer per jaar bij het CBS aanbieden. Gemeenten dienen over deze aanlevering van outcome dan wel afspraken met aanbieders te hebben gemaakt. Met deze outcome gegevens krijgen gemeenten een beeld over de beleefde kwaliteit van jeugdhulp.

Gemeentelijke rapporten beleidsinformatie jeugd

Om (nieuwe) gemeenteraadsleden bekend te maken met de beleidsinformatie jeugd heeft het CBS op mijn verzoek in de eerste week van juni 2018 alle gemeenten(raadsleden) van Nederland een rapport aangeboden, met het jeugdhulpgebruik (kwantiteit) in hun gemeente en hoe zich dat verhoudt tot die van hun regio en het landelijk gemiddelde. Zie https://jeugdmonitor.cbs.nl/in-de-regio/benchmark-jeugdhulp/Benchmark-Jeugdzorg.

Mede namens de Minister voor Rechtsbescherming,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Dit is 8000 jongeren meer dan in het actieprogramma Zorg voor de jeugd is vermeld. In actieprogramma zijn de 8000 jongeren die een PGB ontvangen niet meegenomen.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven