31 839 Jeugdzorg

Nr. 556 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2016

Bij brief van 28 november jl. hebt u mij gevraagd naar de stand van zaken van de uitvoering van de motie Bergkamp/Koşer Kaya over een integraal verbeterplan voor jongeren die geen opleiding volgen en inkomen en/of vast woonadres hebben (Kamerstuk 31 839, nr. 492). Graag voldoe ik met deze brief aan uw verzoek, aansluitend op wat hierover is gemeld in de voortgangsbrief nieuw jeugdstelsel d.d. 22 juni 2016.1

Aansluiten bij de leefwereld van jongeren

Opgroeien naar zelfstandigheid gaat voor alle jongeren met vallen en opstaan. Dat geldt des te meer voor kwetsbare jongeren, zoals licht verstandelijk beperkte jongeren, jongeren met psychische problemen, jongeren in detentie en jongeren die in een residentiële instelling wonen. Deze jongeren lopen een groot risico dat ze na hun 18e geen opleiding volgen, geen inkomen hebben en/of geen vast woonadres hebben. Vaak ontbreekt het hen aan een sociaal netwerk om op terug te vallen en staan ze er alleen voor. Op tijd worden voorbereid op zelfstandigheid en ervoor zorgen dat hulp en ondersteuning ook na het 18e jaar door kan lopen als dat nodig is, is voor deze jongeren extra belangrijk.

Aansluiten bij de leefwereld van deze jongeren en hen waar mogelijk regie geven op hun eigen proces naar zelfstandigheid is een belangrijke voorwaarde om hen op de rails te krijgen en te houden. Jongeren hebben bijvoorbeeld behoefte aan één persoon waar ze op kunnen vertrouwen en waar ze op terug kunnen vallen. Dat hoeft overigens niet altijd een professionele hulpverlener te zijn. Ook het sociale netwerk van de jongere en ervaringsdeskundigen kunnen hierin een rol in spelen. Er zijn verschillende initiatieven waarbij vrijwilligers of ervaringsdeskundige jongeren uit de jeugdhulp deze jongeren bijstaan en ondersteunen, zoals JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) en Stichting Timon. Verder maakt de Stichting Jeugdformaat in Haaglanden met alle jongeren van 16 jaar een toekomstplan en is er een 16+ coach beschikbaar die de jongeren helpt bij het

versterken van (praktische) vaardigheden. De William Schrikker Groep heeft samen met de Eigen Kracht Centrale het instrument Krachtplan 18+ ontwikkeld voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) die 18 worden.

Benutten mogelijkheden van de decentralisaties

Ook in het oude stelsel was het een lastige opgave om voor deze jongeren over de verschillende domeinen heen (arbeid, onderwijs, hulp en zorg) integrale hulp en ondersteuning te organiseren. Nu gemeenten verantwoordelijk zijn voor zowel jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning als participatie, is er veel meer mogelijk. De decentralisaties bieden kansen om lokaal meer maatwerk te bieden voor deze jongeren. We zien dat steeds meer gemeenten en hun uitvoeringspartners deze kansen ook echt pakken. Ook gaan zij actief op zoek naar manieren van werken die het beste aansluiten op de leefwereld van deze jongeren.

Een mooi voorbeeld van een aanpak die door de decentralisaties mogelijk wordt gemaakt, is het programma Elke Jongere Telt van de gemeente Rotterdam, een integrale aanpak voor risicojongeren van 16 tot 27. De gemeente werkt met deze aanpak intern en extern samen om 7.000 jongeren tussen 12 en 27 jaar ondersteuning te bieden richting onderwijs, werk en zorg. Drie overkoepelende maatregelen voeren de boventoon: 1) werken vanuit het één gezin, één plan, één regie principe voor alle domeinen 2) alle jongeren een mentor en 3) een «Dok» waar alle kennis, informatie en middelen bij elkaar komen.

Er zijn vijf speerpunten om de gemeentelijke structuur en instrumenten meer in samenhang te krijgen:

  • 1. De overgang van 18– naar 18+ moet onbelemmerd zijn.

  • 2. Alle risicojongeren blijvend in beeld.

  • 3. Aandacht voor school en werk.

  • 4. Jongeren schuldenvrij maken

  • 5. «Afhakers» weer op de rit krijgen.

Er is bewust gekozen voor maatregelen die niet ophouden bij de grens tussen zorg en veiligheid of die tussen onderwijs en werk. Denk hierbij aan een Toekomstplan waarmee doorlopende hulp van 18– naar 18+ op het gebied van onder meer zorg en huisvesting verzekeren. Een mentor die de jongere gedurende lange tijd bijstaat. Een Selfie-intake waardoor jongeren zelf inzicht kunnen geven in hun problemen. Begeleiding tijdens de vier weken zoekperiode bij een uitkering. En één platform voor initiatieven rond kwetsbare en risicojongeren: het Jongeren DOK.

Integraal verbeterplan

In de motie Bergkamp/Koşer Kaya (Kamerstuk 31 839, nr. 492) wordt gevraagd om een integraal verbeterplan voor jongeren die geen opleiding volgen en inkomen en/of vast woonadres hebben. Met de volgende acties en initiatieven wordt, samen met VNG en andere landelijke partners, als volgt invulling gegeven aan de motie:

  • a) Landelijke werkagenda 18–/18+

    Naar aanleiding van de motie Bergkamp/Koşer Kaya heeft op verzoek van de VNG en VWS een gemeentelijke werkgroep knelpunten en oplossingsrichtingen geïnventariseerd bij gemeenten die een integrale aanpak voor kwetsbare jongeren ontwikkelen over de domeinen heen. De resultaten van de gemeentelijke werkgroep laten zien dat de meeste overgangsvraagstukken op lokaal en regionaal niveau opgelost kunnen worden. Ook als ze complex zijn. En dat gemeenten en hun partners op lokaal niveau daar ook actief mee bezig zijn.

    Enkele resterende landelijke knelpunten worden nu door de VNG en gemeenten in samenwerking met het rijk verder opgepakt met een landelijke werkagenda. De landelijke werkagenda heeft als doel om de kwaliteit van de aansluiting van beleid en praktijk voor kwetsbare groepen jongeren in de overgang van jeugd naar volwassenheid te stimuleren op alle domeinen.

    De agenda bestaat uit drie sporen (1) communicatie, (2) een ontwikkelagenda voor de praktijk en een (3) landelijk spoor. Het communicatie spoor zal vooral gericht zijn op het uitwisselen van de kennis en goede voorbeelden die al beschikbaar zijn, maar waar nog niet alle partijen van op de hoogte zijn. De ontwikkelagenda voor de praktijk heeft als doel om gemeenten samen in lerende netwerken een aantal complexe vraagstukken te laten oplossen. Het landelijke spoor heeft betrekking op knelpunten die gemeenten ervaren rond de overgang van 18–/18, die niet op lokaal of regionaal niveau opgelost kunnen worden maar betrokkenheid vragen van het Rijk.

  • b) Verspreiden van goede voorbeelden

    De kennis, ervaringen en oplossingen worden verspreid via een handreiking voor gemeenten en hun uitvoeringspartners, drukbezochte learn en share-bijeenkomsten in regio’s én via de websites van de VNG en het Nederlands Jeugdinstituut.2 Dit was één van de thema’s op de bestuurlijke Jeugdtop met bestuurders van gemeenten en branches van eind juni 2016.

  • c) Van de Straat

    VWS financiert het praktijkexperiment 18min/18plus van de organisatie Van de Straat. In de gemeenten Rotterdam en Leeuwarden wordt samen met jongeren naar innovatieve oplossingen gezocht voor een soepele overgang van jeugdhulp naar volwassenenzorg. Aan de oplossingen wordt landelijk bekendheid gegeven.

  • d) Aanpak jeugdwerkloosheid

    Het rijk heeft met de coördinerend wethouders Aanpak Jeugdwerkloosheid en de wethouders Onderwijs aanvullende bestuurlijke afspraken gemaakt. Om jongeren die geen onderwijs volgen, die niet werken en die niet in beeld zijn bij UWV en gemeenten voor ondersteuning naar werk (omdat zij geen uitkering ontvangen en niet ingeschreven staan als werkzoekende) in beeld te brengen en waar mogelijk toe te leiden naar werk.

  • e) Vervolgaanpak voortijdig schoolverlaten

    Bij de vervolgaanpak van voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie wordt stevig ingezet op het verbeteren van de verbinding tussen het onderwijs, arbeidsmarkt en de zorg. Scholen en gemeenten gaan hier actief mee door en besteden in hun plannen expliciet aandacht aan de verbinding tussen genoemde sectoren.

Tot slot

Ik hoop dat met voornoemde acties en initiatieven invulling is gegeven aan het gevraagde in de motie Bergkamp/Koşer Kaya (Kamerstuk 31 839, nr. 492). Met de decentralisaties zijn er meer mogelijkheden om de positie van kwetsbare jongeren te verbeteren. Het is een grote uitdaging deze kansen de komende jaren te verzilveren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven