Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2016
Bij regeling van werkzaamheden op 11 oktober jl. heeft uw Kamer mij verzocht u te
informeren over de toegang tot jeugdhulp in Almere (Handelingen II 2016/17, nr. 10,
Regeling van werkzaamheden). Graag voldoe ik bij dezen aan dit verzoek.
Jeugdwet
De Jeugdwet is volstrekt helder. Gemeenten hebben op grond van artikel 2.3 de plicht
passende jeugdhulp te leveren voor alle kinderen en gezinnen die dat nodig hebben,
de zorgplicht beperkt zich dus niet tot acute hulpvragen. Op grond van artikel 2.6
zijn gemeenten gehouden te voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend
jeugdhulpaanbod. Het enkele feit dat het gemeentelijk budget voor jeugdhulp overschreden
(dreigt) te worden doet niet af aan de jeugdhulpplicht.
Almere
Naar aanleiding van de berichtgeving in de media heb ik maandag 10 oktober jl. contact
opgenomen met de wethouder jeugd van de gemeente Almere en om opheldering gevraagd.
De wethouder heeft mij bevestigd:
-
– dat er onverkort toegang is en blijf tot ambulante jeugdhulp, pleegzorg en gesloten
jeugdzorg (JeugdzorgPlus);
-
– ook voor jeugd-ggz en residentiële jeugdhulp geldt onverkorte toegang bij crises én
bij door de rechter opgelegde maatregelen;
-
– in overige gevallen wil de gemeente vooraf geïnformeerd worden over de noodzaak van
directe inzet van jeugdhulp. Het gaat om een tijdelijke maatregel tot 1 januari 2017.
Een extra check door een deskundige van de gemeenten of jeugd-ggz of residentiële
hulp per direct nodig is, waarbij Almere erop let dat er nooit «onverantwoord lang»
wordt gewacht op noodzakelijke hulp.
In reactie heb ik de wethouder gewezen op de bepalingen in de Jeugdwet dat gemeenten
in voorkomende gevallen een jeugdhulpplicht hebben. De werkwijze die de gemeente Almere
nu hanteert, roept ook bij mij vraagtekens op. Uiteraard dient de gemeente Almere
allereerst opheldering te geven aan de gemeenteraad. Ook ik heb de wethouder gevraagd
mij hierover nader te informeren met het oog op mijn verantwoordelijkheid uit hoofde
van de wet.
Ik heb geen aanwijzingen dat het budget sociaal domein van de gemeente Almere – ten
opzichte van vergelijkbare gemeenten – onjuist is vastgesteld c.q. dat de zorgvraag
in Almere groter is dan in andere gemeenten. We hebben een vervolggesprek op korte
termijn gepland over de voorgenomen maatregelen in relatie tot de bepalingen in de
Jeugdwet én de beschikbaar gestelde budgetten.
De gemeente Almere heeft de gemeenteraad met bijgevoegde brief1 van 11 oktober jl. een nadere toelichting gegeven op de voorgenomen maatregelen.
De brief staat geagendeerd voor de vergadering van de gemeenteraad van Almere van
donderdagavond 13 oktober aanstaande.
Tot slot
Zoals u bekend ben ik – mede naar aanleiding van de motie Keijzer c.s.2 – met gemeenten en branches in gesprek over normen voor verantwoord wachtten en transparante
wachttijden. In het bestuurlijk overleg van maandag 10 oktober jl. hebben we ook de
casus Almere besproken.
In de toegezegde voortgangsbrief – die u tijdig voor het wetgevingsoverleg van 14 november
ontvangt – zal ik u nader informeren over de uitkomsten van het gevoerde overleg met
gemeenten en branches. In de voortgangsbrief zal ik u ook informeren over de uitkomsten
van het vervolgoverleg met Almere.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn