31 839 Jeugdzorg

Nr. 426 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2014

Hierbij ontvangt u het rapport van de Inspectie Jeugdzorg (hierna: inspectie) naar het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de jeugdzorg1. In dit onderzoek is nagegaan of de jeugdzorginstellingen adequaat handelen om seksueel grensoverschrijdend gedrag bij kinderen te voorkomen. Het toezicht is uitgevoerd bij 27 jeugdzorginstellingen, die residentiële jeugdzorg, jeugdzorgplus en/of pleegzorg bieden.

Uit het onderzoek blijkt dat bijna alle bezochte instellingen voldoende handelen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen en dat zij voldoende adequaat handelen bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij nagenoeg alle instellingen heeft de inspectie één of meerdere verbeterpunten aangegeven. De inspectie constateert dat bij een aanzienlijk deel van de jeugdzorginstellingen verbetering nodig is op de volgende onderwerpen:

  • het systematisch spreken met kinderen door de medewerkers over het onderwerp omgangsvormen, relaties, intimiteit en seksualiteit;

  • de seksuele ontwikkeling van (pleeg)kinderen als een vast onderdeel van het begeleidingsplan en evaluatie van dit plan;

  • periodieke inschatting van risico’s op seksueel grensoverschrijdend gedrag aan de hand van een gestandaardiseerd risicotaxatie-instrument;

  • structurele scholing van medewerkers op dit onderwerp;

  • goed evalueren van incidenten met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag.

De inspectie constateert dat het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij kinderen hoog op de agenda staat van de jeugdzorginstellingen.

De instellingen hebben, aldus de inspectie, belangrijke stappen gezet, maar zijn nog niet klaar. De inspectie verwacht van alle jeugdzorginstellingen, ook van de instellingen die niet in dit toezicht zijn betrokken, een sluitende aanpak ter bevordering van een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen en ter voorkoming van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De kwaliteit van deze aanpak zal de inspectie in 2015 in een vervolgtoezicht bij een groot aantal jeugdzorginstellingen gaan beoordelen.

Het kwaliteitskader «voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg» en de implementatie daarvan door de jeugdzorginstellingen onder leiding van de commissie Rouvoet, vormt een belangrijke schakel in de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie Samson. Het draagt bovendien bij aan de verdere professionalisering van de sector. Ik ben verheugd dat uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat de instellingen het kwaliteitskader voortvarend geïmplementeerd hebben.

Ik vertrouw erop, dat de instellingen blijvend aandacht voor dit onderwerp zullen houden en dat zij extra aandacht zullen besteden aan die onderwerpen waarop zij nog onvoldoende presteren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven