31 839 Jeugdzorg

Nr. 1125 MOTIE VAN HET LID STRAATMAN C.S.

Voorgesteld 4 december 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij een ondertoezichtstelling met uithuisplaatsing het uitgangspunt is dat het kind terugkeert naar huis;

constaterende dat uit de inspectierapporten blijkt dat gecertificeerde instellingen onvoldoende oog hebben voor het herstel van de relatie tussen het kind en de ouder(s), maar dat omgang van kinderen met ouder(s) juist cruciaal is om de duur van een uithuisplaatsing zo kort mogelijk te houden;

constaterende dat de Staatssecretaris een omgangsregeling tussen het kind en de ouder(s) in de Jeugdwet wil vastleggen, die door de gecertificeerde instelling binnen zes weken na de uithuisplaatsing opgesteld moet worden;

constaterende dat uit de inspectierapporten blijkt dat gecertificeerde instellingen er in de praktijk structureel niet in slagen wettelijke plichten en termijnen uit de Jeugdwet na te komen;

overwegende dat het recht van het kind op omgang met de ouder(s) een fundamenteel recht is, neergelegd in artikel 9, lid 1 van het IVRK;

verzoekt de regering het herstel van familiaire banden tussen het kind en de ouders meer prioriteit te geven en bij de invoering van de wettelijke omgangsregeling toe te zien op de naleving van de wettelijke termijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Straatman

Synhaeve

Stoffer

Ceder

Naar boven