nr. 3
VOORSTEL VAN RIJKSWET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 28 januari 2003
te Straatsburg totstandgekomen Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake
de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken,
betreffende de strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische
aard verricht via computersystemen ingevolge artikel 91, eerste lid, van de
Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk
daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met
gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het
Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 28 januari 2003 te Straatsburg totstandgekomen Aanvullend
Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden
met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen
van racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen, waarvan
de Engelse tekst is geplaatst in Tractatenblad 2003, 60, en de vertaling in
het Nederlands is geplaatst in Tractatenblad 2005, 46, wordt goedgekeurd voor
het gehele Koninkrijk.
Artikel 2
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, het Publicatieblad van de
Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Buitenlandse Zaken,