31 833
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek in verband met de totstandbrenging van een inlenersaansprakelijkheid met betrekking tot de voldoening van het toepasselijke minimumloon en de toepasselijke minimumvakantiebijslag

nr. 10
MOTIE VAN DE LEDEN SPEKMAN EN VAN HIJUM

Voorgesteld 10 september 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het voorliggende wetsvoorstel dat een inlenersaansprakelijkheid tot stand brengt, als doel heeft, fraude en illegaliteit in de uitzendbranche aan te pakken;

overwegende, dat voor een succesvolle aanpak van die fraude en illegaliteit eveneens de bedrijfsvoering van niet-geregistreerde uitzendondernemingen onmogelijk moet worden gemaakt;

constaterende, dat het genoemde wetsvoorstel daar maar in beperkte mate in voorziet;

constaterende, dat niet-geregistreerde uitzendondernemingen vaak en bij herhaling meerdere wetten en regels tegelijk overtreden;

van mening, dat een veel steviger boetesysteem de bedrijfsvoering van niet-geregistreerde uitzendondernemingen daadwerkelijk onmogelijk maakt;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk zo’n boetesysteem in te voeren, waarvan in elk geval onderdeel uitmaakt dat in het geval van illegale tewerkstelling gebruik wordt gemaakt van de zesmaandenfictie, waardoor, op het moment dat een uitzendonderneming niet kan bewijzen wanneer een illegaal tewerkgestelde aan het werk is gegaan, over een dienstverband van zes maanden, naast de bestaande boete, het anoniementarief moet worden betaald,

en gaat over tot de orde van de dag.

Spekman

Van Hijum

Naar boven