nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de definities
van direct en indirect onderscheid in de Algemene wet gelijke behandeling
en enkele andere wetten nader te laten aansluiten bij de terminologie van
richtlijn nr. 2000/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 november
2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid
en beroep (PbEG L 303) en enkele andere richtlijnen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 1, eerste lid, onderdelen b en c, van de Algemene wet gelijke
behandeling komt te luiden:
b. direct onderscheid: indien een persoon op een andere wijze wordt
behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden
behandeld, op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid,
ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke
staat;
c. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele
gerichtheid of burgerlijke staat in vergelijking met andere personen bijzonder
treft.
ARTIKEL II
Artikel 646, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek komt te
luiden:
5. In dit artikel wordt verstaan onder:
a. onderscheid: direct en indirect onderscheid, alsmede de opdracht
daartoe;
b. direct onderscheid: indien een persoon op grond van geslacht op
een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie
wordt, is of zou worden behandeld, met dien verstande dat onder direct onderscheid
mede wordt verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap;
c. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
maatstaf of handelwijze personen van een bepaald geslacht in vergelijking
met andere personen bijzonder treft.
ARTIKEL III
Artikel 1, onderdelen b en c, van de Wet gelijke behandeling op grond
van handicap of chronische ziekte komt te luiden:
b. direct onderscheid: indien een persoon op grond van handicap of
chronische ziekte op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een
vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld;
c. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
maatstaf of handelwijze personen met een handicap of chronische ziekte in
vergelijking met andere personen bijzonder treft.
ARTIKEL IV
Artikel 1 van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de
arbeid komt te luiden:
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
a. onderscheid: direct en indirect onderscheid, alsmede de opdracht
daartoe;
b. direct onderscheid: indien een persoon op grond van leeftijd op
een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie
wordt, is of zou worden behandeld;
c. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
maatstaf of handelwijze personen met een bepaalde leeftijd in vergelijking
met andere personen bijzonder treft.
ARTIKEL V
Artikel 1 van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen komt te
luiden:
Artikel 1
1. In deze wet wordt verstaan onder:
a. onderscheid: direct en indirect onderscheid, alsmede de opdracht
daartoe;
b. direct onderscheid: indien een persoon op grond van geslacht op
een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie
wordt, is of zou worden behandeld;
c. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling,
maatstaf of handelwijze personen van een bepaald geslacht in vergelijking
met andere personen bijzonder treft.
2. Onder direct onderscheid wordt mede verstaan onderscheid op grond
van zwangerschap, bevalling en moederschap.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Justitie,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,