nr. 77
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2009
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Versterking Besturing1 heeft uw Kamer een motie aangenomen die erop gericht
is om lectoren in het mbo te voorkomen, omdat er geen onduidelijkheid mag
bestaan over de inhoud van de functie van lector, namelijk het leiden van
een onderzoeksgroep die praktijkgericht onderzoek verricht, een functie die
wettelijk aan de hbo-instellingen is verleend en niet aan die in het mbo.
(Tweede Kamer, 2008–2009, 31 821, nr. 42)
In deze brief geef ik mijn reactie op deze motie en licht ik toe waarom
het niet mogelijk is hieraan uitvoering te geven.
Er zijn op dit moment vier lectoren in het mbo werkzaam, waarvan een is
benoemd door én een mbo- én een hbo-instelling.
Instellingen hebben de vrijheid om vanuit de lumpsumbekostiging middelen
te besteden aan onderzoek zolang dit de kwaliteit van het onderwijs ten goede
komt. Daarbij merk ik op dat praktijkgericht onderzoek bij bve-instellingen
het onderzoek naar de onderwijspraktijk behelst. Het feit dat lectoren in
het mbo met eigen middelen gefinancierd worden en er dus geen aparte financieringsstroom
is om lectoren in het mbo te stimuleren, maakt dat ik geen directe sturing
kan uitoefenen op de aanwezigheid van lectoren in het middelbaar beroepsonderwijs.
Daarnaast worden de arbeidsvoorwaarden, waaronder het functiebouwwerk binnen
de bve-instellingen, vanaf 2002 decentraal vastgesteld. Organisatie-
en functievorming is hiermee een zaak van de instellingen; er kunnen vanuit
het Rijk geen functies voorgeschreven worden.
Als het enkel en alleen gaat om de term «lector» dan wil ik
erop wijzen dat de functie van lector niet een juridisch beschermd beroep
betreft. Om die reden ben ik niet in de positie om te verbieden dat de term
lector in het mbo gebezigd wordt.
Wel kan ik de zorg die in uw Kamer is geuit als het gaat om de intrede
van lectoren in het middelbaar beroepsonderwijs overbrengen aan de MBO-Raad.
In de sector zelf ligt de verantwoordelijkheid voor een goede kwaliteitsborging
van de functie van «lector» in het middelbaar beroepsonderwijs.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart