31 815
Herindeling van de gemeenten Horst aan de Maas, Meerlo-Wanssum, Sevenum en Venray

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 18 maart 2009

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.

1. Inleiding 1

2. Beleidskader 2

3. Draagvlak 2

4. Interne en regionale samenhang en evenwicht 3

5. Financiële aspecten 4

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige voorstel.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van dit wetsvoorstel. Zij hebben nog een aantal vragen. Voor het overige wijzen deze leden op de vragen die zij met betrekking tot de herindeling in Noord-Limburg hebben gesteld bij wetsvoorstel 31 817.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit voorstel tot gemeentelijke herindeling.

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel tot herindeling van de gemeenten Horst aan de Maas, Meerlo-Wanssum, Sevenum en Venray.

De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel en willen de regering nog enkele vragen voorleggen.

2. Beleidskader

De leden van de CDA-fractie hebben nog enkele vragen, die vooral in het bredere perspectief van het herindelingsdossier in het algemeen moeten worden geduid.

Uit de memorie van toelichting (blz. 1) blijkt dat de bestuurskracht in de afzonderlijke gemeenten op operationeel niveau voldoende is, maar op strategisch en regionaal niveau versterking behoeft. Is de regering van mening dat dit gegeven als zodanig een herindeling nodig maakt?

De leden van de CDA-fractie vernemen graag het standpunt over het gehanteerde uitgangspunt dat er gemeenten van circa 40 000 inwoners moesten ontstaan. Is dat een beleidslijn van de regering?

Deelt de regering de analyse van de leden van de SP-fractie dat decentralisatie van rijkstaken aanleiding is voor gemeentelijke herindelingen? Vindt zij dit een gewenste ontwikkeling? Deelt zij de zorg van deze leden dat herindelingen niet zozeer worden ingegeven door de wens van de bewoners, maar veel meer door het door de regering gekozen beleid van decentralisering?

De leden van de PVV-fractie vragen welke herindelingsversies er bij deze herindeling betrokken zijn geweest en waarom specifiek voor deze herindeling is gekozen.

3. Draagvlak

De unanimiteit bij de besluitvorming in de afzonderlijke gemeenteraden weegt voor de leden van de CDA-fractie zwaar wanneer het gaat om de beoordeling van het voorstel. Uit het werkbezoek dat de vaste Kamercommissie op 6 maart jl. aan het gebied bracht, kwam duidelijk naar voren dat de voorliggende voorstellen breed gedragen worden.

De conclusie kan worden getrokken dat het proces zorgvuldig doorlopen is en dat deze herindeling een goed voorbeeld is voor hoe het zou moeten rond gemeentelijke herindelingen, namelijk gemeenten die zelf met overtuiging kiezen voor een herindeling met passende partners en daarin ook gemeenteraden en bevolking meekrijgen.

De leden van de PvdA-fractie wijzen er op dat inwoners van een aantal kernen van de huidige gemeente Meerlo-Wanssum liever samengevoegd zouden worden met Horst aan de Maas dan met Venray. Herkent de regering deze opvatting? Wat vindt zij ervan? De toevoeging van een drietal kernen aan Venray lijkt ook als achtergrond te hebben deze gemeente een inwonertal van 40 000 plus te doen hebben en daarmee een zeker evenwicht in de regio te bewerkstelligen. Klopt het dat dit een overweging is van betrokken gemeentebesturen en de provincie? Zo ja, wat vindt de regering van dit motief? Welke motieven zijn doorslaggevend voor deze specifieke samenvoeging? Deelt de regering onze opvatting dat, hoe dan ook de integratie van de drie kernen van Meerlo-Wanssum in Venray de grootst mogelijke aandacht verdient?

Belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling zijn voor de leden van de SP-fractie de bestuurskracht van gemeenten en, in de eerste plaats, het draagvlak onder de bevolking. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats moeten vinden van onderaf, als hiervoor voldoende steun is van de bevolking. Zij stelt dat het onderzoek naar het draagvlak onder de bevolking voor een herindeling een verantwoordelijkheid is van de gemeenten zèlf. Naar de opvatting van deze leden is een herindeling van zodanig ingrijpende aard dat louter goedkeuring door de gemeenteraad onvoldoende is. Hoe is in de betreffende gemeenten het draagvlak onder de bevolking gemeten, zo vragen zij.

Met verbazing hebben zij kennisgenomen van de memorie van toelichting, waarin de volgende zin is opgenomen: «Op grond hiervan hebben gedeputeerde staten aan de Noord-Limburgse gemeenten opdracht gegeven te komen met voorstellen die van onderop tot stand zijn gekomen». Een opdracht geven tot vrijwillige herindeling van onderop! Kan de regering deze zin toelichten? Deelt zij de conclusie van deze leden dat de herindelingen dus niet van onderop tot stand zijn gekomen, maar opgelegd door de provincie?

Dorpspeilingen in Meerlo, Wanssum, Tienray, Swolgen, Blitterswijck en Geijsteren laten zien dat een meerderheid van de kernen voor splitsing is, maar niet voor aansluiting bij Venray. Alleen de inwoners van Geijsteren kozen voor deze optie. De inwoners van Wanssum en vooral van Blitterswijck waren voor aansluiting bij Horst aan de Maas. Waarom zijn Wanssum en Blitterswijck, zo vragen de leden van de SP-fractie, dan toch heringedeeld bij Venray?

De noodzaak van raadpleging van de bevolking bleek volgens dezelfde leden ook in Sevenum, waar de gemeenteraad voor zelfstandigheid koos, maar de bevolking voor herindeling. Welke vraagstelling is hier aan de bevolking voorgelegd? Was hierbij keuze uit verschillende fusiepartners, en welke opties zijn daadwerkelijk voorgelegd? Deelt de regering de conclusie van de leden van de SP-fractie dat de nadruk van de campagne wel erg lag op zelfstandigheid? Is de regering bereid te komen met richtlijnen voor een meer onafhankelijke volksraadpleging?

De leden van de PVV-fractie vragen of er referenda of peilingen of volksraadsplegingen zijn geweest in de betreffende gemeenten en zo ja, wat daarvan de uitkomsten waren?

Voorts vragen zij wat de stemverhoudingen zijn geweest in de verschillende gemeenteraden en welke partijen voor of tegen het nu voorliggende voorstel hebben gestemd? Hoe was de stemverhouding in de Provinciale Staten en welke partijen hebben daar voor of tegen gestemd?

4. Interne en regionale samenhang en evenwicht

De leden van de CDA-fractie wijzen er op dat in het gebied reeds eerder herindelingen hebben plaatsgevonden. Betrokken gemeenten hadden daar ook mee te maken. Deze leden willen graag een overzicht van de eerdere herindelingen in dit gebied, de daarbij behorende jaartallen en de daarbij gedane uitkeringen. In hoeverre speelt dat gegeven een rol bij toekomstige herindelingen?

Tevens zijn deze leden benieuwd welke informatie er te geven valt over de consequenties van deze herindeling voor het functioneren van de regio Noord-Limburg. Hoe worden regionale aspecten meegewogen bij herindelingen?

De leden van de PvdA-fractie hechten sterk aan lokale identiteit en gemeenschapszin. Herindeling leidt soms tot een gevoel van verlies daarvan. De nieuwe gemeentebesturen zullen zich moeten inspannen deze te borgen, juist nu zij op grotere afstand van kernen en dorpen komen te staan. Dit kan op uiteenlopende wijze. Deelt de regering de mening dat de nieuwe gemeente expliciet deze opdracht op zich moet nemen? Wil zij dit bij hen aan de orde stellen, eventueel door tussenkomst van de provincie? Is zij bereid om de herindeling over 3 jaar ook op dit punt te doen evalueren? Wil de regering dit in het bijzonder aan de orde stellen bij de nieuwe gemeente Venray die de kernen Wanssum, Geijsteren en Blitterswijck gaat omvatten (nu nog deel uitmakend van Meerlo-Wanssum met een goedwerkende dorpsradenstructuur)?

De leden van de SP-fractie wijzen op het feit dat deze herindeling onderdeel uit maakt van een groter geheel, waarbij de stad Venlo van ongeveer 100 000 inwoners omgeven wordt door een aantal gemeenten van ongeveer 40 000 inwoners. Waarom is 40 000 inwoners een logische omvang van een gemeente? Waarom is dit niet 10 000 inwoners, of 20 000 inwoners, of 100 000? Hoe zijn bewoners betrokken bij de discussie over de logische omvang van hun gemeente? Deze leden ontvangen graag een toelichting van de regering op deze punten.

Voorts valt het hen op dat de nieuwe gemeente Horst aan de Maas 16 kernen zal omvatten. Waarom is dit een logische fysieke grootte voor een gemeente? Hoe past deze grootte, zo vragen de leden van de SP-fractie, bij het uitgangspunt dat bewoners zich in het lokale bestuur moeten kunnen herkennen? Hoe lang duurt het om vanuit Meerlo met het openbaar vervoer bij het gemeentehuis van de nieuwe gemeente Horst aan de Maas te komen? En hoe lang vanuit Tienray en vanuit Swolgen? Hoe lang duurt het om vanuit Wanssum met het openbaar vervoer bij het gemeentehuis van de nieuwe gemeente Venray te komen? En hoe lang vanuit Blitterswijck en vanuit Geijsteren?

De gemeente Meerlo-Wanssum wordt opgedeeld en dat is naar de opvatting van de leden van de SP-fractie in het kader van gemeentelijke herindelingen een bijzondere gebeurtenis. Hoe verklaart de regering de plotselinge ommezwaai van de fractie van het CDA in Meerlo-Wanssum, die in één gesprek van tegenstander tot voorstander werd van deze herindeling? Hoe is het nieuwe standpunt van de gemeenteraad voorgelegd aan de bevolking? Hoe wordt verzekerd dat gemeenschappelijke voorzieningen in Meerlo, Wanssum, Tienray, Swolgen, Blitterswijck en Geijsteren, waaronder de voorziening voor peuterspeelzalen, in stand blijven?

Uit de hoorzitting en uit de vele gesprekken is gebleken dat deze herindeling kan rekenen op steun van alle gemeenten die bij dit proces betrokken zijn. Opvallend aan dit voorstel is dat de gemeente Meerlo-Wanssum wordt opgesplitst. Dit onderdeel van het voorstel achten de leden van de VVD-fractie zeer ingrijpend en ongebruikelijk. Zij krijgen dan ook gaarne een nadere uiteenzetting waarom de regering van mening is dat dit een wenselijke stap is. Voorts willen zij graag weten waarom de voordelen groter worden geacht dan de nadelen.

5. Financiële aspecten

De nieuw te vormen gemeente ontvangt eenmalig een extra uitkering in het kader van de herindeling. De leden van de CDA-fractie vragen hoe groot de efficiencykorting is die de gemeente in de volgende jaren bij de uitkering uit het gemeentefonds tegemoet kan zien? Hebben of krijgen gemeenten standaard inzicht in de financiële consequenties van herindelings-beslissingen – zowel op de korte als op de lange termijn?

De leden van de PvdA-fractie vragen of deze gemeente al in aanmerking komt voor het in de decembercirculaire aangekondigde ruimere kader voor de maatstaf herindeling? Zo nee, waarom niet?

Wat gebeurt er, zo vragen de leden van de SP-fractie, indien de veronderstelde financiële besparingen niet (kunnen) worden gerealiseerd? De regering geeft aan dat de nieuw te vormen gemeente minder zal ontvangen aan algemene uitkering uit het gemeentefonds dan nu het geval is bij de som van de algemene uitkeringen. Zij verwacht dat deze structurele verlaging opgevangen wordt door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten en andere synergievoordelen. Herindelingen kosten geld, zo beklemtonen deze leden. Wat als later blijkt dat als gevolg van de herindeling toch een tekort ontstaat op de begroting?

De leden van de PVV-fractie vragen welke omvang de begrotingen over 2008 van de betrokken gemeenten beliepen en hoe hoog de verwachte begroting van de nieuwe gemeente naar verwachting zal worden.

Voorts vragen zij of al duidelijk is in welk(e) dorp(en) de gemeentelijke diensten alsmede overige gemeentelijke instellingen komen te zitten en wat er zal gebeuren met overbodig geworden panden.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA), Anker (CU) en Vacature (CDA).

Plv. leden: Teeven (VVD), Heemelaar (GL), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA), Cramer (CU) en Knops (CDA).

Naar boven