nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 3 september 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel VI worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIa
De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1, onder 1°, wordt in de zinsnede met betrekking
tot de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, na de artikelen 17 tot en
met 21, 25, 26, 29, 30, 31b, ingevoegd: 44.
2. In artikel 1, onder 2°, wordt in de zinsnede met betrekking
tot de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, na de artikelen 3 tot en met
13 ingevoegd: 59, 59a, 59b, eerste en tweede lid
3. In artikel 1, onder 4°, met betrekking tot de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren, komen de artikelen 44, 59, 59a en 59b, eerste
en tweede lid, te vervallen.
ARTIKEL VIb
Artikel 90 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als
volgt gewijzigd:
1. Het opschrift van artikel 90 komt te luiden:
Artikel 90. Bevoegdheid tot het opleggen van een
bestuurlijke boete.
2. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
3. In het eerste lid wordt na «ter zake van een overtreding
van» ingevoegd: het bepaalde bij of krachtens.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister stelt regels ter uitvoering van het eerste lid.
B
Onder vervanging van de punt door een komma, wordt aan artikel VII de
volgende zinsnede toegevoegd: met uitzondering van artikel VIb dat in werking
treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
deze wet wordt geplaatst en terugwerkt tot en met 1 juli 2009.
Toelichting
Artikel VIa
Het wetsvoorstel tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor
dieren (GWWD) beoogt de mogelijkheid tot handhaving van de regels op het terrein
van het transport, het doden, de identificatie en registratie, de handel en
de preventie en bestrijding van dierziekten verder te verbeteren. In dat verband
is nu ook de strafbaarstelling van de overtreding van deze artikelen, op grond
van de Wet op de economische delicten (WED) nader bekeken.
Overtreding van de artikelen over het doden van dieren (artikel 44 GWWD)
en het transport van dieren (artikelen 59, 59a en 59b GWWD) zijn thans aangewezen
als economisch delict geplaatst in artikel 1, onder 4°, van de WED. Dit
brengt met zich dat delicten op de voornoemde terreinen worden gekwalificeerd
als overtreding. De bijbehorende strafmaat luidt: een hechtenis van ten hoogste
zes maanden, een taakstraf of een geldboete van de vierde categorie.
Gelet op de doelstelling van het wetsvoorstel en de aard van de onderwerpen,
is er voor gekozen om artikel 44 van de GWWD over het doden van dieren te
plaatsen in artikel 1, onder 1°, van de WED. De artikelen over het transport
van dieren (artikelen 59, 59a en 59b) worden geplaatst in artikel 1, onder
2°, WED. Deze categorisering sluit aan bij het wetsvoorstel Dieren (Kamerstukken
II 2007/08, 31 389, nr. 2).
Gevolg van deze wijziging is dat delicten op het terrein van het doden
en het transport van dieren, in geval van opzet worden gekwalificeerd als
misdrijf. In overige gevallen worden delicten gekwalificeerd als overtreding.
Delicten ten aanzien van het doden van dieren worden voor zover het een
misdrijf betreft, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren,
taakstraf of geldboete van de vijfde categorie. Overtredingen worden gestraft
met hechtenis van ten hoogste een jaar, een taakstraf of geldboete van de
vierde categorie.
Delicten ten aanzien van het transport van dieren, worden voor zover het
een misdrijf betreft, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren, taakstraf of geldboete van de vierde categorie. Overtredingen worden
gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, een taakstraf of geldboete
van de vierde categorie.
Artikel VIb
Het voorgestelde artikel VIb strekt ertoe het per 1 juli 2009 vervallen
tweede lid van artikel 90 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
te herstellen. Dit lid is abusievelijk vervallen als gevolg van de Aanpassingswet
vierde tranche Algemene Wet Bestuursrecht (Stb. 2009, 265). Zoals uit de memorie
van toelichting bij deze wet blijkt (Kamerstukken 2006/07, 31 124, nr. 3,
p. 81), was slechts bedoeld het toenmalige eerste lid te herformuleren en
het toenmalige derde lid te laten vervallen.
Voorgesteld wordt aan het herstel van de abusievelijk vervallen grondslag
in artikel 90 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden terugwerkende
kracht te verlenen tot het moment waarop de grondslag vervallen is, te weten
1 juli 2009.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg