31 797 (R 1871)
Goedkeuring van het op 18 december 2002 te New York totstandgekomen Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 2005, 243 en Trb. 2006, 64)

nr. 5
MEMORIE VAN TOELICHTING

Op 23 december 2008 gaf de Eerste Kamer der Staten-Generaal, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de wens te kennen dat het op 18 december 2002 te New York totstandgekomen Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 2005, 243 en Trb. 2006, 64), overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal en aan de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba bij brieven van 27 november 2008, Kamerstukken II, 2008–2009, 31 797 (R 1871), nr. 1/A) aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen.

Het onderhavige voorstel van rijkswet strekt daartoe.

Ter toelichting verwijzen wij naar de toelichtende nota die bij bovengenoemde brieven was gevoegd.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Naar boven