31 792 V
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2008 te wijzigen.

De in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A. G. Koenders

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld hoofdstuk V (Buitenlandse Zaken) van de begroting van uitgaven en ontvangsten van het Rijk voor het jaar 2008 respectievelijk met EUR 78 mln en met EUR 58,5 mln te verhogen. Deze mutaties betreffen wijzigingen die ook in de Najaarsnota zijn verwerkt.

In paragraaf 2.1 worden de belangrijkste mutaties gepresenteerd die zich voordoen op de beleidsartikelen. In paragraaf 2.2 worden de mutaties op de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) gepresenteerd en in paragraaf 2.3. is een overzicht opgenomen van alle mutaties die zich voordoen op de afzonderlijke beleidsartikelen en van de nieuwe standen alsmede een toelichting daarop.

2. Het beleid

2.1 Belangrijkste mutaties

Hieronder volgen de majeure wijzigingen ten opzichte van de stand van de begroting 2008 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken na de eerste suppletoire wetswijziging, gevolgd door een toelichting per mutatie. Alleen de beleidsrelevante mutaties zijn opgenomen.

Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten

De verhoging van de uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door een betaling voor 2009 van EUR 11 mln ten behoeve van de verbouwing en beveiliging van de Haagsche Veste (Internationaal Strafhof). Daarnaast zijn er extra middelen (EUR 5,4 mln) voorzien voor activiteiten op het gebied van mensenrechten, onder andere via het Mensenrechtenfonds.

Artikel 2: Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Er worden extra middelen toegekend voor noodhulp (EUR 74 mln) en de bijdrage aan het WFP (World Food Programme) wordt structureel verhoogd met EUR 10 mln. Ook wordt het Stabiliteitsfonds met EUR 7 mln verhoogd. Voorts worden er extra middelen toegekend voor wederopbouw in de Palestijnse gebieden, Bosnië Herzegovina en Guatemala. Daarnaast is er vertraging ontstaan in de wederopbouwprogramma’s in Soedan en Afghanistan.

Artikel 4: Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

Er wordt een additionele bijdrage beschikbaar gesteld aan het European Bank for Reconstruction and Development (EBRD). Ook worden er additionele middelen voor de landenprogramma’s toegekend voor sector doorsnijdende activiteiten, het opstarten van begrotingssteun in Rwanda en de bijdrage aan het loket voor fragiele staten binnen de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Ook op het gebied van ondernemingsklimaat zijn er hogere uitgaven, bij onder meer de International Finance Corporation, het FMO-programma MOL-fonds en het FMO-programma voor financiële sector ontwikkeling MASSIF. Verder is sprake van verhogingen op landenprogramma’s in Ethiopië ten behoeve van het lokale Safety Net programma en Suriname ten behoeve van onder meer infrastructuur bij waterschappen. De mutatie op dit artikel is verder sterk beïnvloed door het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel samenhangende met de ontwikkeling van het ODA-budget. Zo hebben de BNP ramingen en ook de ontvangsten als gevolg van koersverschillen (cq de lage dollarstand) bijgedragen aan deze verhoging.

Artikel 5: Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

De neerwaartse mutatie op dit artikel is grotendeels het gevolg van het niet doorgaan van de voorgenomen bijdrage voor 2008 van EUR 110 miljoen aan het Education for All/ Fast Track Initiative (EFA/FTI) Catalytic Fund. Bij het Catalytic Fund bestaat momenteel een lagere behoefte aan liquide middelen, onder meer als gevolg van trage goedkeuringsprocessen bij de landenallocaties. Verder is voor gender vanwege de grote belangstelling en de over de hele lijn hoge kwaliteit van voorstellen het onlangs opgerichte MDG-3 fonds opgehoogd en worden er tevens meer middelen toegekend voor reproductieve gezondheid.

Artikel 6: Beter beschermd en verbeterd milieu

Er wordt een additioneel bedrag van EUR 19 mln toegekend in verband met het opstarten van activiteiten in verband met de additionele middelen voor hernieuwbare energie. Daarnaast is er een verlaging vanwege vertraging bij de programma’s op het gebied van «biodiversiteit en bossen» en vertraging in een aantal landenprogramma’s voor milieu, onder andere in Mongolië, Bolivia, Pakistan, Vietnam en Senegal. Ook in de landenprogramma’s voor drinkwater en sanitatie in met name Kenia en Pakistan is vertraging opgetreden. Het centrale programma op het gebied van drinkwater en sanitaire voorzieningen wordt daarentegen verhoogd.

Artikel 8: Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

De mutatie op dit artikel is een saldo van diverse verlagingen en verhogingen. De verlaging is met name het gevolg van een vertraging in de uitvoering van het HGIS-cultuurprogramma (EUR 2,7 mln) en van een verlaging van de voorlichting OS (EUR 3,9 mln) vooral als gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte bij het NCDO. De verhoging is met name het gevolg van uitgaven ten behoeve van het project New York 400.

2.2. De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)

Voor 2008 is de omvang van de HGIS, die is gedefinieerd als het saldo van HGIS-uitgaven en HGIS-ontvangsten, sinds de Voorjaarsnota 2008 toegenomen met EUR 58,3 mln. In de hierna volgende tabellen zijn de wijzigingen in uitgaven en ontvangsten uitgesplitst in de tijd.

Wijzigingen in HGIS-uitgaven en -ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2008 (Bedragen x € 1 mln)

 TotaalWv. ODA
Uitgaven VJN 20086 531,94 879,4
mutatie NJN 2009 (vermoedelijke uitkomsten 2008)130,1128,4
mutatie NJN 2008– 0,441,1
Totaal mutaties129,7169,5
Uitgaven NJN 20086 691,65 048,9
 Totaal 
Ontvangsten VJN 2008178,9 
mutatie MJN 2009 (vermoedelijke uitkomsten 2008)0,0 
mutatie NJN 200871,4 
Totaal mutaties71,4 
Ontvangsten NJN 2008250,3 

De wijzigingen in de omvang van de HGIS als geheel en in de ODA zijn in het volgende overzicht gespecificeerd naar oorzaak.

Oorzaken toename HGIS en ODA-groei vanaf Voorjaarsnota 2008 (bedragen x € 1 mln)

 TotaalWv. ODA
Bijstellen BNP (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)127,1128,4
Overboekingen van/naar HGIS– 16,9 
Ontvangsten ODA 41,1
Verwachte onderuitputting– 52,0 
Totaal58,3169,5

Tegenover bijstellingen als gevolg van wijzigingen in de ramingen voor het BNP en de prijscomponent van het BBP staan overboekingen uit de HGIS en een verwachte onderuitputting op de HGIS. Het ODA-budget neemt toe als gevolg van wijzigingen in de ramingen voor het BNP en hogere ontvangsten (met name koersverschillen).

Er wordt thans een onderuitputting van EUR 52 mln verwacht bij Buitenlandse Zaken als gevolg van meevallende uitgaven. EUR 11 mln hiervan bestaat uit niet uitgedeelde HGIS non-ODA middelen uit de voorziening voor loon- en prijsbijstelling en onvoorzien. Verder zijn middelen onder meer gereserveerd voor ICT en huisvestingsgerelateerde projecten, niet tot uitputting gekomen. Ook was er sprake van lagere personeelskosten vanwege een lagere bezetting dan gepland. De verwachte onderuitputting wordt in beginsel meegenomen in de eindejaarsmarge naar 2009 en latere jaren.

2.3 De beleidsartikelen

Beleidsartikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten

Beleidsartikel 1Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2) (3)(4)=(2+3)
Verplichtingen97 518122 69318 528141 221
Uitgaven:  
Programma-uitgaven totaal101 678106 52117 965124 486
     
1.1 Internationale rechtsorde 45 713 41 8301 550 43 380
1.2 Mensenrechten 41 565 45 5345 398 50 932
1.3 Internationale juridische instellingen14 400 19 157 11 017 30 174

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget betreft een verhoging voor mensenrechtenprogramma’s, alsmede verhoogde ramingen in verband met de betaling voor 2009 ten behoeve van de verbouwing en beveiliging van de Haagsche Veste (Internationaal Strafhof). Daarnaast is er een verhoging van EUR 1,5 mln in verband met een bijdrage aan de operationele kosten van het Libanon Tribunaal.

Uitgaven

1.1 Internationale rechtsorde

De verhoging van de uitgaven wordt veroorzaakt door een bijdrage aan de operationele kosten van het Libanon Tribunaal van EUR 1,5 mln.

1.2. Mensenrechten

Het budget voor mensenrechten wordt verhoogd met EUR 5,4 mln. Deze verhoging betreft onder andere een verhoging van EUR 2,8 mln voor het Mensenrechtenfonds vanwege het voorspoedige verloop van een aantal activiteiten. Ook voor centrale mensenrechtenactiviteiten en activiteiten in een aantal partnerlanden vindt een verhoging plaats van totaal EUR 1,5 mln. Hiervan werd EUR 0,7 mln reeds toegelicht in het Verdiepingshoofdstuk van de Begroting 2009. Voorts wordt de bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCR) verhoogd en draagt BZ bij aan het NIRM (Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens).

1.3 Internationale juridische instellingen

De verhoging is het gevolg van een betaling van circa EUR 11 mln voor 2009 ten behoeve van de verbouwing en beveiliging van de Haagsche Veste (Internationaal Strafhof).

Beleidsartikel 2: Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur

Beleidsartikel 2Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2)(3) (4)=(2+3)
Verplichtingen637 8381 199 98769 0031 268 990
Uitgaven:    
Programma-uitgaven totaal759 985966 20151 2691 017 470
     
2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 14 072 11 881 1 74413 625
2.2 Bestrijding internationaal terrorisme 0 00 0
2.3 Non-proliferatie en ontwapening 8 5719 334 – 46 9 288
2.4 Conventionele wapenbeheersing0 0 0 0
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 312 177 434 626 – 29 611 405 015
2.6 Humanitaire hulpverlening 247 492 297 19484 800 381 994
2.7 Goed bestuur 164 173192 416 1 682 194 098
2.8 Het bevorderen van energievoorzieningszekerheid 0 0 0 0
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie 13 500 20 750 – 7 300 13 450
Ontvangsten1 1551 64701 647
2.10 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid 155 147 0 147
2.70 Humanitaire hulpverlening 1 000 1 500 0 1 500

Verplichtingen

De mutatie is een saldo van een verlaging en verhoging van diverse verplichtingen. Een verlaging van het verplichtingenbudget wordt onder meer veroorzaakt door vertraging in de landenprogramma’s Afghanistan en Soedan op het gebied van wederopbouw. Tevens zal de verplichting voor het energieprogramma in de Grote Merenregio pas volgend jaar kunnen worden aangegaan. Het budget voor noodhulp is daarentegen verhoogd en er is voor twee jaar een verplichting aangegaan met UNCHR. Ook is het verplichtingenbudget voor het World Food Programme (WFP) structureel verhoogd. Verder wordt er een meerjarige verplichting aangegaan voor een bijdrage aan de Governance Partnership Facility van de Wereldbank en het New Partnership for Africa’s Development (NEPAD).

Uitgaven

2.1 Nationale en bondgenootschappelijke veiligheid

De verhoging van de uitgaven is opgebouwd uit diverse mutaties zoals de contributie ten behoeve van het NAVO Civil Budget, een extra bijdrage aan de NAVO nieuwbouw en een bijdrage aan de The UN Office on Drugs and Crime (UNODC).

2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing

De verlaging van de uitgaven betreft een saldo. Enerzijds is er een aantal verhogingen. Zo wordt het Stabiliteitsfonds verhoogd met EUR 7 mln en wordt er extra bijgedragen aan het Global Centre for the Responsibility to Protect (Global R2P). Voorts wordt er EUR 5 mln extra toegekend voor wederopbouw in de Palestijnse gebieden via het Europese fonds Pegase, en wordt er in totaal EUR 5 mln extra bijgedragen aan programma’s op het gebied van vredesopbouw in Bosnië Herzegovina en Guatemala. Naast deze verhogingen is er vertraging ontstaan in de wederopbouwprogramma’s in Indonesië, Soedan en Afghanistan (EUR 51 mln).

2.6 Humanitaire hulpverlening

De verhoging op dit artikel wordt grotendeels veroorzaakt doordat extra middelen beschikbaar worden gesteld voor noodhulpsituaties in ontwikkelingslanden. Voorts wordt de bijdrage aan het World Food Programme (WFP) structureel verhoogd.

2.7 Goed bestuur

In het Verdiepingshoofdstuk van de Begroting 2009 werd reeds melding gedaan van een uitbreiding van het bilatere goed bestuursprogramma in Pakistan met EUR 1,5 mln. Voorts zijn er extra middelen toegekend voor de landenprogramma’s in Afghanistan (EUR 3,7 mln) en Indonesië (EUR 2,3 mln) ten behoeve van activiteiten op het gebied van verkiezingsondersteuning. Ook wordt de bijdrage aan een aantal organisaties op het gebied van goed bestuur met totaal EUR 2,4 mln verhoogd, onder andere ten behoeve van de International Development Law Organization (IDLO), de Governance Partnership Facility bij de Wereldbank en het New Partnership for Africa’s Development’s (NEPAD). Daarentegen zijn er ook een aantal vertragingen in landenprogramma’s voor goed bestuur, met name in Arrmenië, Bolivia en Moldavië (totaal ca. EUR 10 mln). Tot slot is er een bijstelling van EUR 1,8 mln van de bij Voorjaarsnota verwerkte ramingen voor het MATRA programma.

2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie

In het Verdiepingshoofdstuk van de Begroting 2009 werd de toekenning van EUR 5 mln voor een nieuw energieprogramma in het Grote Merengebied gemeld. De opstart van dit programma verloopt echter met enige vertraging. Ditzelfde geldt voor het regionale programma in Europa/Centraal Azië, waardoor er nu een neerwaartse bijstelling van totaal EUR 7 mln plaatsvindt. Tevens vindt er een overheveling plaats van ruim EUR 5 mln naar artikel 6.1, omdat voorziene nieuwe activiteiten voor energie in het bilaterale programma in Rwanda en de Forest Carbon Partnership Facility op Bali beter passen onder het thema «klimaat, energie en milieutechnologie».

Beleidsartikel 3: Versterkte Europese samenwerking

Beleidsartikel 3Versterkte Europese samenwerking Bedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2)(3) (4)=(2+3)
Verplichtingen7 532 8077 089 295– 54 5317 034 764
Uitgaven:    
Programma-uitgaven totaal7 690 2937 224 267– 21 9137 202 354
     
3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU 7 477 0577 033 545 – 21 972 7 011 573
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie 11 000 11 000 0 11 000
3.3 Europees ontwikkelingsfonds 189 486 166 972 0166 972
3.4 Nederlandse positie in de EU 3 4473 447 183 3 630
3.5 Raad van Europa9 303 9 303 – 124 9 179
Ontvangsten623 628649 3000649 300
3.10 Perceptiekostenvergoedingen 623 628649 300 0 649 300
3.40 Restitutie Raad van Europa0 0 0 0

Verplichtingen

De verplichtingen zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van lagere Nederlandse afdrachten aan de EU (EUR 21,9 mln) en door vertraging bij het aangaan van een meerjarige verplichting met de EVD (EUR 32,5 mln). Naar verwachting zal deze verplichting in 2009 worden aangegaan.

Uitgaven

3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU

Aangepaste BTW en BNI (Bruto Nationaal Inkomen) grondslagen leiden tot enigszins afwijkende BTW en BNI afdrachten. Hierdoor doet zich een tegenvaller voor (EUR 66 mln). Tegelijkertijd zijn de ontvangsten van de Commissie hoger dan eerder geraamd. Dit leidt tot een meevaller. De volgende twee oorzaken liggen daar onder andere aan ten grondslag. Door de definitieve vaststelling van de cijfers voor 2007 is een deel van de afdrachten over dat jaar niet benodigd en wordt nu verrekend met de afdrachten 2008. Dat effect wordt nu ingeboekt. Ook zijn inmiddels in 2008 meer boetes geïnd dan eerder verwacht. Door beide effecten nemen de ontvangsten van de Unie in 2008 toe en kan, bij gelijkblijvende uitgaven, de sluitpost van de afdrachten voor de lidstaten voor 2008, het zogenaamde BNI-middel, neerwaarts worden bijgesteld. Dit leidt onder andere tot een meevaller in de geraamde Nederlandse afdrachten voor dit jaar (EUR 88 mln). Per saldo resteert een meevaller van EUR 22 mln.

Beleidsartikel 4: Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede

Beleidsartikel 4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2)(3) (4)=(2+3)
Verplichtingen960 6592 446 028139 4862 585 514
Uitgaven  
Programma-uitgaven totaal937 105860 526220 521 081 047
     
4.1 Handels- en financieel systeem 45 879 25 724– 7 263 18 461
4.2 Armoedebestrijding 393 714332 223 216 092 548 315
4.3 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden 476 047 479 18918 692 497 881
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking 16 200 16 300 – 7 0009 300
4.5 Nederlandse handels- en investeringsbevordering 5 265 7 090 0 7 090
Ontvangsten38 08837 8561 23139 087
4.10 Ontvangsten tijdelijke financiering NIO en restituties 38 088 37 856 1 231 39 087

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen op dit artikel hangt samen met diverse mutaties. Zo worden er verplichtingen aangegaan voor structurele macrosteun in Burkina Faso, Mali en Mozambique. Daarnaast zijn er nieuwe verplichtingen voor onder meer het WTO-Trade Related Technical Assistance, het Initiatief voor Duurzame Handel, het Programma Uitzending Managers (PUM), drie subsidiebeschikkingen in het kader van het Schokland en een verhoging van de Nederlandse bijdrage aan de International Finance Corporation. Voorts leidt vertraging in het assistent-deskundigenprogramma tot verlaging van de verplichtingen.

Uitgaven

4.1 Handels- en financieel systeem

Deze neerwaartse bijstelling van de garantiebetalingen is het gevolg een afnemende portefeuille en verbeterde betalingsprincipes van de desbetreffende landen.

4.2 Armoedevermindering

De mutatie op dit artikel betreft een saldo. Wat beleidsmatige mutaties betreft is, zoals ook in het Verdiepingshoofdstuk van de Begroting 2008 aangegeven, sprake van additionele middelen voor de landenprogramma’s voor sector doorsnijdende activiteiten, het opstarten van begrotingssteun in Rwanda en een bijdrage aan het loket voor fragiele staten binnen de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Verder is additioneel bijgedragen aan het Early Transitions Country Fund bij de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD). Ook is de begrotingssteun in Mali verhoogd ten behoeve van een programma op het gebied van rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid. Anderzijds is sprake van neerwaartse bijstellingen. Het gaat hierbij onder meer om een neerwaarts bijgestelde uitgavenraming voor de African Capacity Building Foundation (ACBF), vertraagde uitgaven bij de Indonesië en Azië faciliteit alsmede een verlaging van de begrotingssteun in Oeganda. De verhoging op dit artikel is verder sterk beïnvloed door het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel samenhangende met de ontwikkeling van het ODA-budget. Zo hebben de BNP ramingen en ook de ontvangsten als gevolg van koersverschillen (cq de lage dollarstand) bijgedragen aan deze verhoging.

4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden

De mutatie op dit subartikel worden onder meer veroorzaakt door hogere uitgaven bij onder meer de International Finance Corporation (EUR 4 miljoen), het FMO-programma MOL-fonds (EUR 10 mln) en het FMO-programma voor financiële sector ontwikkeling MASSIF (EUR 15 mln). Bij beide FMO-programma’s geldt dat sprake is van een additionele liquiditeitsbehoefte vanwege een uitbreiding van de activiteiten. Verder is sprake van verhogingen op landenprogramma’s in Ethiopië (EUR 10 mln, ten behoeve van het lokale Safety Net programma) en Suriname (EUR 3,4 mln, ten behoeve van onder meer infrastructuur bij waterschappen). Daarnaast worden er middelen teruggegeven bij de Investment Climate Facility for Africa (EUR 6,8 mln), aangezien nieuwe donoren zoveel hebben bijgedragen dat er thans voor dit jaar geen verdere liquiditeitsbehoefte is, en bij een aantal (naar verwachting incidentele) teruggaven binnen het thema «marktontwikkeling» (EUR 5 mln). Ook dalen de landenbudgetten in Bolivia (EUR 5,2 mln) en Rwanda (EUR 3,9 mln) als gevolg van vertraging in de programma’s ten behoeve van het ondernemingsklimaat en plattelandsontwikkeling.

4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking

De verlaging van de uitgaven wordt nagenoeg volledig veroorzaakt door een bijgestelde kasraming in het assistent-deskundigenprogramma.

Ontvangsten

4.10 Het betreft hier restituties door het NIO inclusief gereserveerde rente.

Beleidsartikel 5: Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling

Beleidsartikel 5Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2) (3)(4)=(2+3)
Verplichtingen1 174 7381 724 832324 6632 049 495
Uitgaven:    
Programma-uitgaven totaal1 742 1611 739 000– 111 4351 627 565
     
5.1 Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving 493 265467 853 – 98 130 369 723
5.2 Versterking van het gebruik van kennis en onderzoek in beleid en praktijk van ontwikkelingssamenwerking en versterking van post-secundair onderwijs- en onderzoekscapaciteit in partnerlanden. Vermindering van kwalitatieve en kwantitatieve tekorten aan geschoold middenkader. 138 046145 258 – 10 074 135 184
5.3 Gender 24 92026 903 1 316 28 219
5.4 HIV/Aids 304 070300 155 – 2 668 297 487
5.5 Reproductieve gezondheid 148 950 161 161 5 487 166 648
5.6 Participatie civil society 632 910 637 670– 7 366 630 304

Verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen op dit artikel wordt met name veroorzaakt door de meerjarige verplichting van EUR 230 mln die dit jaar wordt aangegaan voor het Global Fund to fight Aids Tuberculosis and Malaria (GFATM). Daarnaast zijn er nieuwe verplichtingen met betrekking tot het Vakbondmedefinancieringsprogramma van EUR 65 mln, de verhoging van de bijdrage aan het UNFPA/Global Programme for Reproductive Health Commodity Security met 76 mln, de verhoging van het MDG 3 fonds met EUR 20 mln en een nieuwe bijdrage aan UNICEF van EUR 13 mln. Anderzijds is aan het KIT een lagere subsidie toegekend dan voorzien. Het verplichtingenbudget voor het thema basisonderwijs wordt verlaagd met EUR 33 mln omdat er in 2008 nog geen beslissing genomen kon worden over een silent partnership in Malawi. Daarnaast zijn er verscheidene kleinere mutaties in verplichtingen ten behoeve van landenprogramma’s.

Uitgaven

5.1 Onderwijs

De neerwaartse mutatie op dit artikel is grotendeels het gevolg van het niet doorgaan van de voorgenomen bijdrage voor 2008 van EUR 110 miljoen aan het Education for All/ Fast Track Initiative (EFA/FTI) Catalytic Fund. Bij het Catalytic Fund bestaat momenteel een lagere behoefte aan liquide middelen, onder meer als gevolg van trage goedkeuringsprocessen bij de landenallocaties. Voorts is er een verlaging van EUR 8 mln door vertraging in het UNICEF Education in Emergency programma. Anderzijds is er sprake van een verhoging van de algemene bijdrage aan UNICEF met EUR 6,5 mln. Tevens zijn er per saldo extra middelen nodig voor de onderwijsprogramma’s in een aantal partnerlanden. Zo is sprake van verhogingen bij Burkina Faso (EUR 10 mln), Oeganda (EUR 12 mln, specifiek gericht op Noord-Oeganda) en Ethiopië (EUR 10 mln). Bij de landenprogramma’s in Pakistan, Zuid-Afrika en Bolivia is daarentegen sprake van verlagingen van resp. EUR 9,5 mln, EUR 16 mln en EUR 4 mln.

5.2 Kennisontwikkeling

De verlaging van de uitgaven wordt grotendeels veroorzaakt door neerwaartse uitgavenraming met ruim EUR 7 mln bij het centrale onderzoeksprogramma. Voorts heeft het KIT een lager financieringsvoorstel ingediend dan verwacht met als gevolg dat de uitgavenraming met EUR 2,7 mln is verlaagd.

5.3 Gender

Vanwege de grote belangstelling en de over de hele lijn hoge kwaliteit van voorstellen wordt het onlangs opgerichte MDG-3 fonds opgehoogd. Dit leidt tot EUR 5 mln meer uitgaven in 2008. De verdere mutaties betreffen activiteiten bij landenprogramma’s die trager of juist iets sneller verlopen dan aanvankelijk gepland.

5.4 HIV/AIDS

De neerwaartse mutatie is het gevolg van een vertraging in de goedkeuringsprocedure van het uitvoeringsplan Tanzania binnen het Health Insurance Fund (EUR 7,4 mln). Ook is sprake van vertraging in de PDPPP-financieringen (publiek private partnerschappen voor product ontwikkeling) wegens een traag verloop van de medicijnenontwikkeling (EUR 5 mln). Voorts is er vertraging opgetreden in de landenprogramma’s HIV/AIDS, onder andere in Zuid-Afrika, Tanzania en Burkina Faso (totaal EUR 7,8 mln). Ook is de uitgavenraming van MFS/TMF organisaties neerwaarts bijgesteld met EUR 2 mln. Anderzijds wordt de bijdrage aan het UNFPA-Global Programme for Reproductive Health Commodity Security structureel met EUR 19 mln verhoogd en zal er EUR 2 mln extra worden bijgedragen aan het Human Reproduction Programme van het WHO Partnerschapsprogramma.

5.5 Reproductieve gezondheid

De verhoging op dit artikel is een saldo. Enerzijds wordt de bijdrage aan twee SALIN partners op het gebied van SRGR verhoogd met EUR 6 mln en wordt de bijdrage aan de landenprogramma’s verhoogd: Tanzania ad EUR 2,5 mln voor monitoring en evaluatie van een gezondheidsprogramma, Ghana ad EUR 1,2 mln voor Alliance for Reproductive Health, Burkina Faso ad EUR 1,2 mln voor een betere focus op hiv/aids binnen de sector gezondheidszorg en Jemen ad EUR 0,6 mln voor extra activiteiten op het gebied van reproductieve gezondheid. Anderzijds is er sprake van een verlaging als gevolg van de vertraging in een aantal lopende activiteiten in Vietnam, Bangladesh en bij de centrale programma’s.

5.6 Participatie civil society

De verlaging op dit artikel is grotendeels het gevolg van de onderuitputting van EUR 4,5 mln bij SNV. Daarnaast is er een verlaging van EUR 1 mln binnen de twinningsfaciliteit Suriname; de opstart van dit nieuwe programma verloopt trager dan verwacht, met als gevolg lagere uitgaven in 2008.

Beleidsartikel 6: Beter beschermd en verbeterd milieu

Beleidsartikel 6Beter beschermd en verbeterd milieuBedragen in EUR 1000Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2)(3) (4)=(2+3)
Verplichtingen201 723603 46165 279668 740
Uitgaven:    
Programma-uitgaven totaal418 456401 143– 826400 317
     
6.1 Milieu en water280 643 259 709 2 734 262 443
6.2 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen 137 813141 434 – 3 560 137 874

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget wordt met name veroorzaakt door het aangaan van nieuwe verplichtingen voor de komende jaren voor de invulling van de doelstelling hernieuwbare energie zoals beschreven in de beleidsnotitie Milieu en Hernieuwbare Energie in Ontwikkelingslanden van 10 september jl.

Uitgaven

6.1 Milieu en water

De verhoging op dit artikel is een saldo. Enerzijds is er additioneel een bedrag van EUR 19 mln toegekend in verband met het opstarten van activiteiten in verband met de additionele middelen voor hernieuwbare energie. Ook is het artikel met EUR 5 mln opgehoogd in verband met een overheveling vanuit artikel 2.9. Anderzijds vindt er een verlaging van EUR 5 mln plaats bij de centrale programma’s op het gebied van «biodiversiteit en bossen». Ook zijn er vertragingen in een aantal landenprogramma’s voor milieu, onder andere in Mongolië, Bolivia, Pakistan, Vietnam en Senegal met als gevolg een verlaging van ruim EUR 18,5 mln.

6.2 Water en stedelijke ontwikkeling

De lagere uitgaven (ca. EUR 3,6 mln) wordt met name veroorzaakt door vertragingen en verlagingen bij landenprograma’s in onder meer Kenia en Pakistan. Zo is onder meer in Kenia sprake van een verlaging van ruim EUR 3 mln door de politieke onrust eerder dit jaar. In Pakistan is sprake van een verlaging van EUR 5,7 mln aangezien een voorziene activiteit met UNICEF in 2008 geen doorgang kan vinden. Anderzijds is sprake van een verhoging in verband met een additionele bijdrage van EUR 7,3 mln ten behoeve van het centrale programma op het gebied van drinkwater en sanitaire voorzieningen in het kader van de 50 miljoen output doelstelling.

Beleidsartikel 7: Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer

Beleidsartikel 7Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeerBedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2)(3) (4)=(2+3)
Verplichtingen86 419183 7951 328185 123
Uitgaven:    
Programma-uitgaven totaal86 419183 795613184 408
     
7.1 Consulaire dienstverlening 9 27815 735 553 16 288
7.2 Vreemdelingenbeleid77 141 168 060 60 168 120
Ontvangsten28 10136 840– 1 00035 840
7.10 Consulaire dienstverlening 28 10136 840 – 1 000 35 840

Verplichtingen

De verhoging betreft een saldo. Enerzijds is er sprake van hogere verplichtingen voor consulaire informatiesystemen van EUR 1,7 mln en een extra bijdrage aan de nationale rapporteur mensenhandel van EUR 0,54 mln. Anderzijds vallen de verplichtingen voor de afgifte van reisdocumenten (EUR 0,4 mln) en consulaire opleidingen (EUR 0,45 mln) lager uit dan gepland.

Uitgaven

7.1 Consulaire dienstverlening

De verhoging betreft een saldo. Enerzijds is er sprake van hogere uitgaven voor consulaire informatiesystemen van EUR 1,7 mln. Anderzijds vallen de uitgaven voor de afgifte van reisdocumenten, visa en consulaire opleidingen lager uit dan gepland, waardoor genoemd saldo resteert.

Ontvangsten

7.10 Consulaire dienstverlening

De opbrengsten voor de afgifte van visa zijn lager dan gepland. Hoewel het aantal visumaanvragen in 2008 zal toenemen, zullen door visumfacilitatie voor enkele grote posten en gratis visa ten behoeve van gemeenschapsonderdanen, de opbrengsten toch lager uitvallen dan aanvankelijk begroot.

Beleidsartikel 8: Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland

Beleidsartikel 8Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en buiten Nederland Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2) (3)(4)=(2+3)
Verplichtingen49 52064 4663 34067 806
Uitgaven:    
Programma-uitgaven totaal93 42491 600– 5 16986 431
     
8.1 Grotere buitenlandse bekendheid met de nederlandse cultuur en versterking van de culturele identiteit in ontwikkelingslanden. 18 81715 060 – 2 715 12 345
8.2 Cultureel erfgoed4 692 4 923 0 4 923
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 69 915 71 617 – 2 454 69 163
8.4 Vestigingsklimaat internationale organisaties in Nederland 0 0 0 0
Ontvangsten7717710771
8.10 Doorberekening Defensie diversen 771 771 0 771

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie is een saldo van verschillende aanpassingen van geringe omvang. De grootste mutatie betreft het project New York 400 ad EUR 3,1 mln.

Uitgaven

8.1 Nederlandse cultuur

Als gevolg van een vertraging in de uitvoering van het HGIS cultuurprogramma (EUR 2,7 mln) wordt dit subartikel naar beneden bijgesteld. Deze uitgaven vinden in 2009 plaats.

8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid

De mutatie op dit subartikel is een saldo. De belangrijkste verlaging betreft de voorlichting OS met EUR 3,9 mln, vooral als gevolg van een lagere liquiditeitsbehoefte bij de NCDO. Er vindt een verhoging plaats ten gunste van het project New York 400. BZ trekt hier 0,5 mln extra voor uit, SZW en BZK dragen ieder voor 0,2 mln bij.

D. TOELICHTING NIET-BELEIDSARTIKELEN

Niet-Beleidsartikel 9: Geheim

Artikel 9 Geheim Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008 Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2) (3)(4)=(2+3)
Verplichtingenpmpm0pm
Uitgavenpmpm0pm

Niet-Beleidsartikel 10: Nominaal en onvoorzien

Artikel 10 Nominaal en onvoorzienBedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2) (3)(4)=(2+3)
Verplichtingen127 05811 812– 11 74270
Uitgaven:127 05811 812– 11 74270
Nominaal en onvoorzien 127 058 11 812 – 11 742 70

Verplichtingen en uitgaven

De verlaging op dit artikel betreft voor grootste deel middelen die niet werden ingezet voor loon- en/of prijsbijstelling en onvoorzien. Voor een kleiner deel (EUR 1,2 mln) hangt de verlaging samen met een negatieve bijstelling van de raming voor de inflatie.

Niet-Beleidsartikel 11: Algemeen

Artikel 11Algemeen Bedragen in EUR 1000 Stand ontwerpbegroting 2008Stand 1e suppletore begroting 2008 Mutaties 2e suppletore begroting 2008 Stand 2e suppletore begroting 2008
 (1) (2) (3)(4)=(2+3)
Verplichtingen712 290756 031– 42 920713 111
Uitgaven:716 605761 702– 61 278700 424
Apparaatsuitgaven 716 605761 702 – 61 278 700 424
Ontvangsten80 83381 64758 225139 872
Diverse ontvangsten 80 833 81 6475 225 86 872
Koersverschillen 0 0 53 00053 000

Verplichtingen en uitgaven

Middelen bestemd voor een aantal ICT en huisvestingsgerelateerde projecten zijn niet tot uitputting gekomen. Te denken valt hier bijvoorbeeld aan rijkswerkplek 2.0 waarvan BZ een van de initiatiefnemers is. Daarnaast zullen uitgaven die samenhangen met de introductie van biometrie in reisdocumentem en visa (aanschaf hardware en verbouwingen aan kanselarijen) in 2009 plaatsvinden. Ten slotte was er sprake van lagere personeelskosten vanwege een lagere bezetting dan gepland.

Ontvangsten

Diverse ontvangsten

De hogere ontvangsten zijn vooral het gevolg van verkopen in Kiev, Parijs en Berlijn.

Koersverschillen

Als gevolg van een dalende dollarkoers ten opzichte van de gehanteerde corporate rate, ontstaat er een positief saldo koersverschillen. Vanwege het grote aantal USD-transacties binnen de ODA-uitgaven is een aanzienlijk deel daarvan ODA.

Naar boven