nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID DIJSSELBLOEM C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel H, komt artikel 24e te luiden:
Artikel 24e
1. De vrijwillige inburgeraar met wie een inburgeringsvoorziening
of een taalkennisvoorziening is overeengekomen, is de in artikel 23, tweede
lid, bedoelde eigen bijdrage verschuldigd.
2. In afwijking van het eerste lid kan de gemeenteraad voor vrijwillige
inburgeraars of bepaalde categorieën vrijwillige inburgeraars bij verordening
bepalen dat:
a. geen eigen bijdrage is verschuldigd, of
b. een eigen bijdrage is verschuldigd die lager is dan het bedrag,
genoemd in artikel 23, tweede lid.
3. De vrijwillige inburgeraar met wie een inburgeringsvoorziening
of een taalkennisvoorziening is overeengekomen en die op last van het college,
dan wel een andere instantie als bedoeld in artikel 21, tweede lid, een gecombineerde
voorziening als bedoeld in artikel 24b, eerste lid, dient te volgen, is geen
eigen bijdrage verschuldigd.
II
In artikel I, onderdeel H, wordt in artikel 24f «de inning van de
eigen bijdrage» vervangen door: de eventuele inning van de eigen bijdrage.
Toelichting
Dit amendement regelt dat gemeenten meer ruimte krijgen om de eigen bijdrage
niet te vragen van de vrijwillige inburgeraar.
In het eerste lid van artikel 24e is bepaald dat de vrijwillige inburgeraar
een eigen bijdrage is verschuldigd. Het nieuwe tweede lid regelt een uitzondering
op deze bepaling. De gemeente wordt daarbij zoveel mogelijk beleidsvrijheid
gegeven mits het beleid bij verordening is geregeld, zodat het
voor iedereen kenbaar is en willekeur wordt voorkomen. Zoveel mogelijk vrijheid
betekent niet alleen de keuze om van alle vrijwillige inburgeraars de eigen
bijdrage wel of niet te heffen, maar ook de keuze om bijvoorbeeld een eigen
bijdrage te heffen die lager is dan € 270,-. Tevens is het mogelijk
een eigen bijdrage van € 270,- te heffen van een bepaalde groep
vrijwillige inburgeraars (bijvoorbeeld werkenden) en van andere groepen (bijvoorbeeld
bijstandsgerechtigden) een lager bedrag of in het geheel geen eigen bijdrage.
Van verschillende groepen vrijwillige inburgeraars kunnen ook verschillende
bedragen als eigen bijdrage worden geheven.
Conform artikel 23, tweede lid, van de Wet inburgering blijft het maximum
bedrag van de verschuldigde eigen bijdrage € 270,-.
Artikel 24f van de Wet inburgering gaat over de informatieverstrekking
door de gemeente aan de vrijwillige inburgeraars. Gelet daarop is in dat artikel
de inning van de eigen bijdrage gewijzigd in de eventuele inning van de eigen
bijdrage.
Dijsselbloem
Van der Ham
Ortega-Martijn