nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel C, onder 1, komt de tekst vóór «d»
te luiden: 1. In het eerste lid wordt de aanhef vervangen door «Het
is verboden explosieven in de handel te brengen en, voor de onder d bedoelde
markering, in strijd te handelen met het derde lid, een en ander voor wat
betreft explosieven:» en wordt, onder vervanging van «en»
aan het slot van onderdeel b door «;» en van de punt aan het slot
van onderdeel c door «,en» na onderdeel c een onderdeel ingevoegd,
luidend:.
B
In artikel I, onderdeel C, onder 3, en onderdeel D, onder 1 en onder 5,
wordt «in de sector explosieven» telkens vervangen door: uit de
sector explosieven.
C
In artikel I, onderdeel D, onder 3, komt de aanhef te luiden: 3. Onder
vernummering van het bestaande vijfde lid tot zesde lid komen het vierde en
vijfde lid te luiden:.
Toelichting
Onderdeel A
In het nieuwe derde lid van artikel 3 wordt de verplichting tot het markeren
van explosieven met een unieke identificatie voor een bredere groep verplicht
gesteld, dan voor degenen die de explosieven in de handel brengen
in de zin van de wet. De strafbaarstelling bij het niet naleven van deze verplichting
was nog niet in overeenstemming daarmee verbreed en daarin voorziet deze wijziging
alsnog.
B
In de wet gedefinieerd is het begrip onderneming uit de sector explosieven.
Bij de voorgestelde wetswijzigingen is echter de vertaling in het Nederlands
gevolgd van de nu in Nederlands recht om te zetten Europese richtlijn, zodat
in sommige artikelen in de wet sprake zou zijn van het niet gedefinieerde
begrip ondernemingen in de sector explosieven. Dat is uiteraard niet correct
en dit onderdeel van de nota van wijziging bevat dan ook de noodzakelijke
verbetering op dit punt.
C
Bij de wijziging van artikel 21 was niet voorzien in handhaving van het
huidige vijfde lid, dat de mogelijkheid biedt bij ministeriële regeling
regels te stellen over de registratie van explosieven. In de memorie van toelichting
werd echter wel uitgegaan van het handhaven van deze mogelijkheid. Met dit
onderdeel van de nota van wijziging wordt het wetsvoorstel in overeenstemming
gebracht met de memorie van toelichting.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer