31 775
Bevordering duurzame arbeidsinschakeling jongeren tot 27 jaar (Wet investeren in jongeren)

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID SPEKMAN

Ontvangen 8 april 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 26 worden de onderdelen b en c vervangen door:

b. indien hij zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: € 641,93.

II

In artikel 60 wordt artikel 475d, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b. komt te luiden:

b. echtgenoten of geregistreerde partners zonder ten laste komende kinderen waarvan de oudste echtgenoot zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: 90 procent van de norm genoemd in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, van de Wet investeren in jongeren;

2. Onderdeel c. vervalt.

3. Onderdeel e. komt te luiden:

e. echtgenoten of geregistreerde partners met een of meer ten laste komende kinderen waarvan de oudste echtgenoot zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: 90 procent van de norm genoemd in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van de Wet investeren in jongeren;

4. Onderdeel f. vervalt.

5. Onderdeel i. komt te luiden:

i. een alleenstaande die zich in de leeftijdscategorie van 21 jaar tot en met 26 jaar bevindt: 90 procent van de norm genoemd in artikel 26, onderdeel b, van de Wet investeren in jongeren.

6. Onderdeel j. vervalt.

Toelichting

Dit amendement heeft betrekking op de hoogte van de inkomensvoorziening in het kader van het wetsvoorstel Wet investeren in jongeren (WIJ) voor de groep alleenstaande jongeren van 21 en 22 jaar. Het normbedrag voor deze groep is in de WIJ lager vastgesteld dan in de Wet Werk en Bijstand (WWB).

Het amendement stelt het normbedrag voor alleenstaande jongeren van 21 en 22 jaar gelijk met dat in de WWB. Daarmee is gewaarborgd dat voor alle groepen jongeren het bijstandsniveau uit die WWB geldt.

De WIJ voorziet in een werkleerplicht voor jongeren tot 27 jaar. T.o.v. de WWB is sprake van een zogenoemde paradigmawisseling. Het uitgangspunt is dat de jongere werkt of leert; is dat niet mogelijk, dan is er recht op bijstand. Met de wet is niet beoogd om een bijstandsverlaging door te voeren, vandaar dat voor alle jongeren de bijstandsnorm uit de WWB onverkort moet blijven gelden.

Spekman

Naar boven