31 767
Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 januari 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel I, onderdeel A, tweede subonderdeel, onder a, wordt «minder of niet» vervangen door: niet beschikbaar is voor arbeid of minder.

2

In artikel I, wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van het zevende lid door een komma wordt een zinsnede ingevoegd, luidende:

tenzij de werknemer werkloos is of blijft doordat hij niet meewerkt aan voortzetting van de eigen arbeid op een andere locatie of in dienst van een andere werkgever.

3

Artikel II komt te luiden:

Artikel II Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

Aan artikel 30a, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt een zin toegevoegd, luidende:

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen maakt in dit kader afspraken met werkgevers op basis waarvan concrete, passende arbeid kan worden aangeboden aan personen, die ten minste 52 weken onafgebroken recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet hebben gehad. Voor het bepalen van het tijdvak van 52 weken is artikel 20, achtste lid, van de Werkloosheidswet van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Onderdeel 1

Deze wijziging betreft een herformulering, aangezien de huidige formulering taalkundig niet correct was. Er is met de herformulering geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Onderdeel 2

Deze wijziging beperkt de reikwijdte van het zevende lid tot de situatie waarvoor dit lid is bedoeld. Het zevende lid beperkt de toets op overtreding van de verplichting om passende arbeid te behouden overeenkomstig de beperking van de verwijtbaarheidstoets. Uit de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep blijkt dat de situatie waarin een werknemer werkloos wordt doordat zijn arbeidsplaats vervalt en hij niet instemt met een aanbod om de eigen werkzaamheden voort te zetten op een andere locatie, dan wel in dienst van een andere werkgever, ook wordt aangemerkt als «nalaten passende arbeid te behouden». Door toepassing van het (huidige) zevende lid kan het UWV in een dergelijke situatie geen maatregel opleggen.

Met deze wijziging wordt mogelijk gemaakt dat het UWV een sanctie kan opleggen indien een werknemer weigert om zijn eigen arbeid op een andere locatie of in dienst van een andere werkgever voort te zetten.

Onderdeel 3

Aangezien het wetsvoorstel houdende wijziging van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en enkele andere wetten in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en deregulering (Stb. 2008, 600) reeds in werking is getreden kan dit artikel worden aangepast. Tevens is van de gelegenheid gebruikt gemaakt een schrijffout te herstellen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven