nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 19 januari 2009
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In artikel I, onderdeel A, tweede subonderdeel, onder a, wordt «minder
of niet» vervangen door: niet beschikbaar is voor arbeid of minder.
2
In artikel I, wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vervanging van de punt aan het slot van het zevende lid door een
komma wordt een zinsnede ingevoegd, luidende:
tenzij de werknemer werkloos is of blijft doordat hij niet meewerkt aan
voortzetting van de eigen arbeid op een andere locatie of in dienst van een
andere werkgever.
3
Artikel II komt te luiden:
Artikel II Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen
Aan artikel 30a, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen wordt een zin toegevoegd, luidende:
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen maakt in dit kader afspraken
met werkgevers op basis waarvan concrete, passende arbeid kan worden aangeboden
aan personen, die ten minste 52 weken onafgebroken recht op een uitkering
op grond van de Werkloosheidswet hebben gehad. Voor het bepalen van het tijdvak
van 52 weken is artikel 20, achtste lid, van de Werkloosheidswet van overeenkomstige
toepassing.
Toelichting
Onderdeel 1
Deze wijziging betreft een herformulering, aangezien de huidige formulering
taalkundig niet correct was. Er is met de herformulering geen inhoudelijke
wijziging beoogd.
Onderdeel 2
Deze wijziging beperkt de reikwijdte van het zevende lid tot de situatie
waarvoor dit lid is bedoeld. Het zevende lid beperkt de toets op overtreding
van de verplichting om passende arbeid te behouden overeenkomstig de beperking
van de verwijtbaarheidstoets. Uit de jurisprudentie van de Centrale Raad van
Beroep blijkt dat de situatie waarin een werknemer werkloos wordt doordat
zijn arbeidsplaats vervalt en hij niet instemt met een aanbod om de eigen
werkzaamheden voort te zetten op een andere locatie, dan wel in dienst van
een andere werkgever, ook wordt aangemerkt als «nalaten passende arbeid
te behouden». Door toepassing van het (huidige) zevende lid kan het
UWV in een dergelijke situatie geen maatregel opleggen.
Met deze wijziging wordt mogelijk gemaakt dat het UWV een sanctie kan
opleggen indien een werknemer weigert om zijn eigen arbeid op een andere locatie
of in dienst van een andere werkgever voort te zetten.
Onderdeel 3
Aangezien het wetsvoorstel houdende wijziging van de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen en enkele andere wetten in verband met de evaluatie van deze
wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en deregulering (Stb. 2008,
600) reeds in werking is getreden kan dit artikel worden aangepast. Tevens
is van de gelegenheid gebruikt gemaakt een schrijffout te herstellen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner