nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2009
De Tweede Kamer heeft de regering met een motie van het lid Ortega verzocht
het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op te dragen om maatwerk
te betrachten bij het doen van een werkaanbod en dit aanbod in het voortraject
af te stemmen met de betrokken langdurig werkloze1.
Een tweede motie van het lid Ortega verzoekt de regering te bevorderen dat
het UWV duidelijkheid schept over de beoordeling van wat in concrete gevallen
van WW-gerechtigden gevraagd kan worden2. Met
deze brief reageer ik op beide moties.
Naar aanleiding van deze moties is met het UWV overlegd over de uitvoering
van het werkaanbod en over de beoordeling van de passendheid van beschikbare
arbeid. Het UWV onderschrijft de noodzaak van maatwerk bij het werkaanbod.
Het doel van het werkaanbod is immers een match te bewerkstelligen tussen
de werkgever die een concrete vacature wil vervullen, en de langdurig werkloze
die voor die vacature in aanmerking wordt gebracht. Het Overzicht processen Wet Stimulering arbeidsparticipatie bevat werkinstructies
(interne richtlijnen) voor de handelwijze van de werkcoach van het Werkbedrijf
UWV ten aanzien van langdurig werklozen, waaronder richtlijnen voor de toepassing
van het werkaanbod. De werkcoach dient rekening te houden met de passendheid
van het werkaanbod (de vacature) voor de betrokkene. De beschikbare vacature
wordt, voorafgaand aan het werkaanbod, met betrokkene en met de werkgever
besproken. Als de werkcoach de kans op een match positief inschat, wordt de
langdurig werkloze naar de werkgever verwezen. De richtlijnen voor de werkcoaches
dragen ertoe bij dat het UWV bij het werkaanbod maatwerk betracht, afgestemd
op betrokken werkloze. Naar mijn oordeel wordt hiermee tegemoetgekomen aan
de eerstgenoemde motie van mevrouw Ortega.
Overigens is juist in deze tijd een selectieve inzet van re-integratiemiddelen
aangewezen. Dit brengt met zich mee dat er keuzes gemaakt moeten worden ten
aanzien van de inzet van re-integratietrajecten en modules. Langdurige werkloosheid
wordt tijdens een recessie vaker veroorzaakt wordt door economische
vraaguitval en minder vaak door persoonlijke belemmeringen.
Werkloze werknemers moeten op grond van de WW een aangeboden passende
baan aanvaarden. Het Handboek WW bevat richtlijnen
voor de beoordeling van de passendheid van beschikbare arbeid in concrete
gevallen. Deze richtlijnen geven aan dat het UWV (eventuele) bezwaren van
de werknemer bij die beoordeling moet afwegen tegen het belang van werkhervatting.
De richtlijnen voor de beoordeling van de passendheid van arbeid gelden voor
alle WW-gerechtigden, niet alleen voor langdurig werklozen. WW-gerechtigden
worden vanaf de aanvang van hun werkloosheid geïnformeerd over hun verplichtingen
bij het zoeken naar, aanvaarden en behouden van passende arbeid.
Het Handboek WW bevordert een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen
bij de beoordeling van passende arbeid en biedt tevens een waarborg voor de
gelijke behandeling van gelijke gevallen. De in het Handboek verwoorde richtlijnen
voor de beoordeling van passende arbeid komen naar mijn oordeel tegemoet aan
het oogmerk van de tweede motie van mevrouw Ortega.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner