nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2009
Hierbij bied ik u het rapport aan van het in mijn opdracht uitgevoerde
onderzoek naar patiëntveiligheid in de eerstelijnszorg door IQ Healthcare
en iBMG.1 Ik heb deze opdracht gegeven omdat er
tot dusver weinig bekend is over het (risico op) vermijdbare schade bij cliënten
en patiënten in de eerstelijnszorg.
Uit dit grootschalig landelijk onderzoek dat IQ Healthcare (UMC St Radboud)
heeft verricht onder huisartsenpraktijken, huisartsenposten en praktijken
van tandartsen, verloskundigen en paramedici, blijkt dat de eerstelijnszorg
in Nederland in het algemeen veilig is. De kans dat een patiënt schade
oploopt die vermeden had kunnen worden, is relatief gering in verhouding met
bijvoorbeeld de tweede lijn. Gegeven het feit dat 95% van de zorgvragen
in Nederland wordt afgehandeld in de eerste lijn, is het aantal incidenten
procentueel gezien beperkt.
De onderzoekers hebben het afgelopen jaar 5000 patiëntdossiers onderzocht
(1000 per sector). De onderzoekers troffen per 1000 patiënten 8 tot 58
incidenten aan, het laagste aantal in tandartsenpraktijken en het hoogste
in huisartsenpraktijken. Er werden geen incidenten gevonden met overlijden
van patiënten als gevolg. Er werden 2 incidenten gevonden waarbij blijvende
(niet-levensbedreigende) schade optrad. Het aantal incidenten met ziekenhuisopname
tot gevolg lag tussen de 0 en 7 per 1000 patiëntendossiers. Het onderzoek
geeft aan dat er verbeteringen mogelijk zijn op gebieden als de kwaliteit
van de verslaglegging in patiëntdossiers, het klinisch redeneren bij
diagnostiek (bijvoorbeeld onterecht nalaten van lichamelijk onderzoek) en
therapie keuze (met name medicatie), monitoring van het verloop van de aandoening,
en de samenwerking tussen zorgverleners.
Ik heb ook opdracht gegeven voor onderzoek naar de betekenis van het begrip
patiëntveiligheid voor de eerste lijn, uitgevoerd door het instituut
Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit.1 Dit onderzoek laat zien dat er een verschil is tussen de definitie
van patiëntveiligheid zoals gehanteerd in wetenschappelijk
onderzoek en beleid en de betekenis die professionals aan veiligheid geven.
Vanuit onderzoek en beleid is bijvoorbeeld een verkeerde of late diagnose
een«incident», maar vanuit het perspectief van professionals is
het een onvermijdelijk gevolg van de diverse en soms tegenstrijdige afwegingen
die professionals tijdens het zorgproces moeten maken. Professionals vinden
de veiligheid van zorg belangrijk maar de aanpak zoals in de ziekenhuizen
lijkt minder geschikt voor de eerstelijnszorg. De eerstelijnszorg heeft een
eigen aanpak nodig.
Netwerk Eerstelijns Organisaties (NEO) is samen met de Landelijke Vereniging
Georganiseerde eerste lijn (LVG) gestart met een overkoepelend programma «Zorg
voor Veilig», om beroepsbeoefenaren uit te rusten met praktische tools
om veiligheidsrisico’s te voorkomen, te signaleren en aan te pakken.
Dit jaar heeft de branche ook de Handreiking Patiëntveiligheid in de
huisartsenzorg opgesteld en gepresenteerd.
Het afgelopen jaar hebben zorgverleners in de eerste lijn hun activiteiten
ter bevordering van de patiëntveiligheid geïntensiveerd. De organisaties
in de eerstelijnszorg ondertekenden een convenant waarin is vastgelegd dat
zij een systeem willen invoeren om incidenten te melden en op basis daarvan
verbeteringen te bewerkstelligen.
De onderzoeken van IQ Healthcare en iBMG geven wat mij betreft aanleiding
voor de eerstelijnszorg om hun activiteiten gericht op het verbeteren van
patiëntveiligheid voort te zetten en op sommige punten zoals door de
onderzoekers gesignaleerd aan te scherpen. Ik verwacht dat de eerstelijnszorg
de uitkomsten van de genoemde onderzoeken gebruikt bij het opstellen van veiligheidsnormen
voor de eerstelijnszorg. Op basis van de genoemde onderzoeken, de vaststelling
van normen en de in het convenant afgesproken noodzakelijke randvoorwaarden
voor het veld, bepaalt de IGZ op welke wijze op de naleving van de normen
wordt toegezien en gehandhaafd.
Veiligheid is het meest basale aspect van goede kwaliteit van zorg. Patiënten
in de eerstelijnszorg hebben recht op vanzelfsprekende veiligheid. Natuurlijk
is het zo dat waar gewerkt wordt, fouten worden gemaakt. Maar iedere zorgverlener –
moet wel continu en systematisch eraan werken om dat zoveel mogelijk te voorkomen.
De aanpak van het verbeteren van veiligheid heeft voor mij prioriteit.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink