Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 september 2023
Met deze brief informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg), over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben op grond van
artikel 7 van die wet aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven. Die aanwijzing
heeft betrekking op mijn eerdere aanwijzing van 22 juni 20231, die zag op een tweetal maatregelen uit het coalitieakkoord 2021–2025 «Omzien naar
elkaar, vooruit kijken naar de toekomst» (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) op het terrein van de Wet langdurige zorg (Wlz).
In verband met de noodzakelijke vaststelling van de aanpassing van de Wlz-tarieven
voor het jaar 2024 door de NZa op zeer korte termijn, verzoek ik de beide Kamers der
Staten Generaal vanwege deze specifieke, zeer uitzonderlijke situatie in te stemmen
met een verkorte voorhangtermijn van eenentwintig dagen, in plaats van de voorgeschreven
termijn van dertig dagen.
Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de
Staatscourant. Eerst zal ik ingaan op de achtergrond van mijn voorgenomen besluit.
In onderdeel 3 van deze brief treft u de zakelijke inhoud van de aanwijzing.
1. Achtergrond
In mijn voorhangbrief van 17 april 20232 heb ik de achtergrond geschetst van de aanwijzing die ik inmiddels aan de NZa heb
gegeven om twee maatregelen uit het Coalitieakkoord met ingang van 2024 in de tarieven
voor Wlz-zorg te verwerken. Het ging om meerjarige contracten met financiële afspraken
en meerjarige contracteerruimte en de doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.
De eerste maatregel betreft alle drie de sectoren in de Wlz, de tweede alleen de verpleegzorg.
Doorontwikkeling Kwaliteitskader
De doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg krijgt vorm door registratie
van een nieuw kwaliteitskader in het register van het Zorginstituut. De registratie
is voorzien voor het laatste kwartaal van 2023, waardoor aanbieders onvoldoende tijd
hebben om de voorbereidingen voor implementatie in 2024 te treffen. Het kabinet heeft
daarom besloten de tariefkorting in de verpleegzorg voortvloeiend uit de maatregel
doorontwikkeling van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg uit het Coalitieakkoord
van € 100 mln in 2024 niet door te voeren.
Meerjarige contracten met financiële afspraken en meerjarige contracteerruimte
De maatregel meerjarige contracten en budgetafspraken beoogt de doelmatigheid van
de sector te verhogen door meerjarige zekerheid aan zorgkantoren en zorgaanbieders
te bieden. Een wetsaanpassing is nodig om mogelijk te maken dat de NZa bij een meerjarig
Wlz-kader, de middelen ook meerjarig over de regio’s verdeelt, op basis waarvan zorgaanbieders
en zorgkantoren meerjarige budgetafspraken kunnen maken. Het wetsvoorstel dat dit
regelt, is nog niet per 1 januari 2024 van kracht. Als aangegeven in mijn brief van
13 september jl.3, leidt de demissionaire status van het kabinet en de recente controversieel verklaring
van de afschriften van de (meerjarige) Kaderbrieven er bovendien toe dat ik het budgettair
kader Wlz enkel voor 2024 vaststel. Het vaststellen van het budgettair kader voor
2025 en verder is aan een volgend kabinet. Dit kan tot onzekerheid voor aanbieders
en zorgkantoren leiden, om daadwerkelijk meerjarenafspraken te maken. Het kabinet
heeft daarom besloten de tariefkorting voortvloeiend uit de maatregel meerjarige contracten
met financiële afspraken en meerjarige contracteerruimte uit het Coalitieakkoord in
2024 (€ 125 mln) niet door te voeren.
2. Doorvertaling tariefaanpassing in contractering
Volledigheidshalve wijs ik erop dat het aan zorgaanbieders en Wlz-uitvoerders gezamenlijk
is om afspraken te maken over de wijze waarop zij met de voorgenomen tariefaanpassing
omgaan.
3. Zakelijke inhoud aanwijzing
Ik ben voornemens de NZa een aanwijzing te geven om, zoals hierboven geschetst, de
voorgenoemde maatregelen uit het Coalitieakkoord vanwege het meerjarig contracteren
en doorontwikkeling Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg op de Wlz-tarieven voor het jaar
2024 niet door te voeren.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder