31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 75 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 mei 2013

Ik heb besloten instellingen die deelnemen aan het Experiment regelarme instellingen in de gelegenheid te stellen hun experiment een jaar langer uit te voeren. Daarvoor bestaat mijns inziens een aantal redenen.

De belangrijkste is dat is komen vast te staan dat de voorbereiding van de experimenten meer tijd heeft gevraagd dan van te voren werd ingeschat.

De facto betekent dat dat de meeste instellingen daadwerkelijk van start zijn gegaan op 1 januari 2013. Mijn intentie is altijd geweest gedurende twee jaren te experimenteren met het buiten werking stellen van regels. Die intentie realiseer ik door nu reeds aan te geven dat de uit te voeren experimenten kunnen doorlopen tot en met 31 december 2014. Op mijn vraag wie daarvoor in aanmerking wil komen is door nagenoeg alle zorgaanbieders positief gereageerd.

De resultaten van de experimenten zullen bovendien robuuster zijn als zij langer in de praktijk zijn getoetst. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de ervaringen in het experiment heb ik voorzien in een periodieke terugkoppeling van alle zorgaanbieders. Immers, de vormgeving van het nieuwe stelsel is gebaat bij de resultaten van de experimenten.

Nog steeds heb ik regelmatig overleg met alle betrokkenen. Gezamenlijk volgen we de voortgang van het experiment bij de verschillende aanbieders. Ik houd u op de hoogte van relevante ontwikkelingen op dit terrein.

Dit besluit betekent dat ik voornemens ben de aanwijzing ex artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, die ik de NZa vorig jaar heb gezonden (11 juni 2012, MC-U-3117725) onder gelijktijdige wijziging van artikel 5 van die aanwijzing, te verlengen met een jaar.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven