31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 324 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2018

Hierbij stuur ik u het rapport van het onderzoeksinstituut Erasmus School of Health Policy and Management (ESHPM) over de pilot van de Inspectie gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (hierna: de inspectie) met ervaringsdeskundigen bij toezicht in de ouderenzorg1. In december 2016 is toegezegd dat uw Kamer geïnformeerd zou worden over de uitkomsten.

In de zomer van 2017 voerde de inspectie een pilot uit met de inzet van ervaringsdeskundigen bij risicogestuurd toezicht in de ouderenzorg. In deze pilot gingen ervaringsdeskundigen met de inspecteurs mee op inspectiebezoek bij een verpleeghuis. Zij spraken en observeerden bewoners.

ESHPM onderzocht of ervaringsdeskundigen een aanvullende blik bieden in het toezicht door zicht te geven op de ervaren kwaliteit van leven van cliënten en de kwaliteit van zorg.

De evaluatie van ESHPM laat zien dat de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen bij de toezichtbezoeken in de pilot als positief en waardevol is ervaren door de ervaringsdeskundigen en de zorgaanbieders. Tegelijkertijd werd door de onderzoekers geconstateerd dat de ervaringsdeskundigen geen wezenlijk ander oordeel lijken te geven dan de inspecteurs. Dit komt mede door de wijze waarop hun betrokkenheid bij het toezicht is vormgegeven en omdat de inspectie ook met haar nieuwe toezichtinstrumentarium zelf meer observerend toezicht uitoefent. De inspectie neemt in haar nieuwe toezichtinstrumentarium het cliëntperspectief expliciet mee door ruimte te geven aan gesprekken met bewoners en het observeren in de huiskamer van instellingen. Daarnaast investeren ook zorgaanbieders zelf steeds meer in het betrekken van het cliëntenperspectief in het organiseren van hun zorg.

De evaluatie van de pilot ervaringsdeskundigen roept, alles afwegend, de vraag op of deze vorm van het betrekken van ervaringsdeskundigen voldoende meerwaarde geeft. De inspectie heeft de uitkomsten van de pilot onder meer besproken met vertegenwoordigers van ActiZ, LOC en de Patiëntenfederatie. Hieruit is naar voren gekomen dat ervaringsdeskundigen wel degelijk een waardevolle, aanvullende blik kunnen hebben op de zorg en dat er mogelijk meerwaarde is in het betrekken van ervaringsdeskundigen bij het opzetten of evalueren van toezichttrajecten (bijvoorbeeld meedenken met het maken van toezichtinstrumenten). Specifiek voor de ouderenzorg wil de inspectie daarom, als vervolg op deze pilot, verkennen hoe ervaringsdeskundigen betrokken kunnen worden bij het opzetten en evalueren van toezichtinstrumenten op onderdelen van de zorg waar de ervaring van de cliënt een belangrijke rol speelt. De inspectie bespreekt haar plannen met de veldpartijen en maakt in de loop van dit jaar een voorstel voor het vervolg.

Met de onderzoekers en de inspectie onderschrijf ik het belang om cliënten zo goed mogelijk te betrekken bij het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de zorg.

Het is van belang dat de inspectie in haar toezicht voldoende oog blijft houden voor het perspectief van de cliënt. Ik ben daarom blij dat de inspectie verkent hoe ze ervaringsdeskundigen kan gebruiken om dit door te ontwikkelen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven