Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2017
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de gestelde vragen in het VSO inzake Voortgang
kwaliteitskader verpleeghuiszorg (Kamerstuk 31 765, nr. 273) (Kamerstuk 31 765, nr. 281).
De ambitie van het kabinet om de verpleegzorg te verbeteren was en is groot. Dit in
het besef dat de Nederlandse ouderenzorg al van hoog niveau is en al veel ontwikkeling
heeft doorgemaakt. Nog maar enkele tientallen jaren geleden was het gebruikelijk dat
ouderen op grote slaapzalen lagen, zonder privacy. Later werden dat meerpersoonskamers.
Onder mijn voorganger Bussemaker werd de stap gezet naar eenpersoonskamers voor iedereen.
De huidige groep ouderen in onze samenleving stelt nieuwe eisen aan de zorg. Goede
zorg is een belangrijke voorwaarde, maar tegelijkertijd niet genoeg: een verpleeghuis
moet ook een fijn thuis zijn. Minstens zo belangrijk voor de bewoners zijn liefdevolle
aandacht van het personeel, zinvolle dagbesteding en goed en gezond eten. Voor familie
en bekenden is het belangrijk betrokken te zijn en te worden bij de persoonlijke zorg
voor hun naaste. Want wanneer iemand zich thuis voelt, laat je de zorg met een gerust
hart over aan een ander. Voor het personeel is het van belang dat zij meer tijd en
aandacht kunnen geven aan hun bewoners, dat er geen overtollige managementlagen zijn
en bestuurder en personeel elkaar kennen.
De nieuwe visie op verpleegzorg van dit kabinet is neergelegd in het programma «Waardigheid
en Trots, liefdevolle zorg voor onze ouderen» dat ik u in februari 2015 heb toegezonden
(Kamerstuk 31 765, nr. 124).
De uitvoering van dit verbeterprogramma is een zaak van de lange adem. Tegelijkertijd
is een aantal stappen gezet om op korte termijn maatregelen te nemen op die plekken
waar de kwaliteit onder de maat was. In dit kader hebben wij gesproken over de instellingen
waar de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) de grootste zorgen over had. Tevens
is begin dit jaar een eenmalig extra bedrag van € 100 miljoen extra beschikbaar gesteld
aan die verpleeghuizen die dit het hardst nodig hadden.
Een zeer belangrijk onderdeel van het programma «Waardigheid en Trots» was het formuleren
van nieuwe, afdwingbare kwaliteitsnormen. Conform de wens van uw Kamer zijn deze vastgelegd
in een juridisch bindend kwaliteitskader dat ik u begin dit jaar heb toegezonden.
Eén van de hoofdpunten hiervan is meer personeel: in totaal zijn op termijn ruim 40.000
extra fte nodig. Dit zullen zowel verpleegkundigen en verzorgenden zijn als personeel
dat zich vooral inzet voor een zinvolle dagbesteding. Om dit mogelijk te maken werk
ik met collega Bussemaker aan een scholingsagenda en met collega Schippers aan een
arbeidsmarktagenda in de zorg.
Het stellen van hogere normen en het aanstellen van extra personeel gaat uiteraard
met extra kosten gepaard. Vooruitlopend op het definitieve kostprijsonderzoek door
de NZa eind dit jaar is daarom, tevens conform de wens van de Kamer, een voorlopige
impactanalyse van dit kwaliteitskader gemaakt1. Zoals ik u eerder berichtte is op termijn € 2,1 miljard nodig om het kwaliteitskader
uit te voeren. Om toe te groeien naar deze investering is reeds dit jaar, bovenop
de eerder genoemde incidentele € 100 miljoen, een bedrag van € 100 miljoen structureel
beschikbaar gesteld voor de verpleeghuiszorg.
Ook in 2018 dienen stappen te worden gezet. Daarom heeft het kabinet besloten om volgend
jaar nog eens € 335 miljoen toe te voegen aan het budget zodat in 2018 in totaal € 435
miljoen meer te besteden is dan aanvankelijk geraamd. Met de nieuwe middelen kunnen
reeds volgend jaar 7.000 extra medewerkers fulltime aan de slag in de verpleegzorg.
Deels zullen dit nieuwe medewerkers zijn, deels zal dit kunnen worden bereikt door
bestaande (kleine) deeltijdcontracten uit te breiden. Dekking van dit bedrag is gevonden
binnen het geheel van mee- en tegenvallers op de rijksbegroting, waaronder mutaties
binnen het Budgettair Kader Zorg. Met de inzet van de extra middelen verwacht ik dat
zorgkantoren bij de zorginkoop zullen sturen op de uitbreiding van het huidige personeelsbestand,
zodat voldoende uitvoering wordt gegeven aan het kwaliteitskader en er in 2018 zichtbaar
meer personeel werkzaam is in de verpleeghuiszorg.
Ik ben er van overtuigd dat de reeds genomen maatregelen, de invoering van de nieuwe
normen voor kwaliteit en de extra middelen voor met name personeel ertoe zullen leiden
dat de verpleegzorg in Nederland verder verbetert.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn