31 758
Invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Wet griffierechten burgerlijke zaken)

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 juli 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, tweede lid, onderdeel j, komt als volgt te luiden:

j. de indiening van verzoekschriften tot rangschikking.

B

In artikel 8, eerste lid, wordt «de kantonrechter» vervangen door: de sector kanton.

C

Artikel 16, derde lid, komt als volgt te luiden:

3. Heeft de griffier op basis van het eerste of tweede lid het griffierecht voor onvermogenden geheven en wordt de toevoeging nadien ingetrokken dan wel geweigerd op basis van artikel 28 respectievelijk 33 van de Wet op de rechtsbijstand, dan wordt het griffierecht verhoogd tot het griffierecht dat de desbetreffende partij verschuldigd is op basis van de tabel die als bijlage bij deze wet is gevoegd. De partij, bedoeld in het eerste en tweede lid, is het verhoogde griffierecht verschuldigd vanaf het moment waarop de toevoeging is ingetrokken dan wel geweigerd en zorgt dat het griffierecht binnen vier weken nadien is bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie is gestort.

D

In artikel 17, eerste lid, wordt «€ 540» vervangen door: € 545.

E

In artikel 19, eerste lid, wordt «€ 315» vervangen door € 325.

F

In artikel 21, derde lid, wordt «€ 17» vervangen door: € 18.

G

In artikel 22, eerste lid, wordt «€ 105» vervangen door: € 110.

H

In artikel 23 wordt «€ 155» vervangen door «€ 165» en «€ 17» telkens door: € 18.

I

Artikel 31 komt als volgt te luiden:

Artikel 31

1. De artikelen 1 tot en met 26, 57 en 58 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken komen te vervallen.

2. De Wet van 1 juli 1999 (Stb. 1999, 285) tot verruiming van de mogelijkheid om het griffierecht in burgerlijke zaken gedeeltelijk in debet te doen stellen wordt ingetrokken.

J

In artikel 32, onderdeel B, wordt aan het slot toegevoegd: De volledige volzin in artikel 111, tweede lid, onderdeel k, is van overeenkomstige toepassing.

K

Artikel 32, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 en 3 wordt «de kantonrechter» telkens vervangen door: de sector kanton.

2. Aan het slot van onderdeel 3 wordt de punt vervangen door een puntkomma en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

l. indien het exploot van dagvaarding een zaak betreft waarbij meerdere gedaagden zijn betrokken, de mededeling dat van partijen die bij dezelfde advocaat of gemachtigde verschijnen en gelijkluidende conclusies nemen, op basis van artikel 15 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken slechts eenmaal een gezamenlijk griffierecht wordt geheven.

L

In artikel 32, onderdeel G, wordt in het nieuw voorgestelde artikel 127a, derde lid, «tweede lid» vervangen door: eerste en tweede lid.

M

In artikel 32, onderdeel M, wordt «het griffierecht» vervangen door: het verschuldigde griffierecht.

N

In artikel 32, onderdeel T, wordt «de kantonrechter» telkens vervangen door: de sector kanton.

O

Na artikel 45 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 45a

De Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6, tweede lid, wordt na «verschijnt» ingevoegd «en of hij het griffierecht tijdig heeft voldaan» en wordt «wijst de rechter de verweerder op de in de vorige zin bedoelde rechtsgevolgen» vervangen door: neemt de rechter de mededeling, bedoeld in artikel 111, tweede lid, onderdeel k, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op en wijst hij de verweerder op de in de vorige zin bedoelde rechtsgevolgen.

B

In artikel 11 wordt «vast recht» telkens vervangen door «griffierecht» en «Wet tarieven in burgerlijke zaken» door: Wet griffierechten burgerlijke zaken.

Artikel 45b

De Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt «Wet tarieven in burgerlijke zaken» door: Wet griffierechten burgerlijke zaken.

B

In artikel 4, eerste lid, wordt «vast recht» vervangen door: griffierecht.

C

In artikel 5 wordt «artikelen 238, 241, 242, 243 en 244» vervangen door: artikelen 238, 241, 242 en 244.

P

Na artikel 54 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 54a

De Wet tijdelijk huisverbod wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 6 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende:

4. In afwijking van de artikelen 8:41, eerste lid, en 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt door de griffier geen griffierecht geheven.

B

In artikel 9 wordt na het derde lid, onder vernummering van het vierde tot het vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

4. In afwijking van de artikelen 40 en 41 van de Wet op de Raad van State wordt door de secretaris geen griffierecht geheven.

Q

In hoofdstuk 5 wordt voor artikel 57 een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 56c

1. Als een dagvaarding is uitgebracht voor de inwerkingtreding van deze wet, wordt het voordien op basis van de Wet tarieven in burgerlijke zaken en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldende recht toegepast.

2. Als een verzoekschrift of een verweerschrift voor de inwerkingtreding van deze wet is ingediend, wordt het voordien op basis van de Wet tarieven in burgerlijke zaken en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldende recht toegepast.

R

De tabel in de bijlage bij de wet komt als volgt te luiden:

BIJLAGE BEHOREND BIJ DE WET

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoekGriffierecht voor rechts-personenGriffierecht voor natuurlijke personenGriffierecht voor on- en min vermo-genden
Griffierechten bij de Sector Kanton van de rechtbank   
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:   
– van onbepaalde waarde of    
– met een beloop van niet meer dan € 500 in hoofdsom€ 105€ 70€ 70
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 in hoofdsom.€ 280€ 140€ 70
    
Griffierechten bij de Sector Civiel van de rechtbank   
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:    
– van onbepaalde waarde of   
– met een beloop van meer dan € 5000 en niet meer dan € 12 500 in hoofdsom€ 560€ 255€ 70
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan    
€ 100 000 in hoofdsom€ 1 165€ 580€ 70
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100 000 in hoofdsom€ 3 490€ 1 395€ 70

GRIFFIERECHTEN BIJ DE GERECHTSHOVEN

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoekGriffierecht voor rechts-personenGriffierecht voor natuurlijke personenGriffierecht voor onvermo-genden
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:    
– van onbepaalde waarde of    
– met een beloop van niet meer € 12 500 in hoofdsom€ 640€ 280€ 280
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan € 100 000 in hoofdsom€ 1 745€ 640€ 280
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100 000 in hoofdsom€ 4 650€ 1 455€ 280

GRIFFIERECHTEN BIJ DE HOGE RAAD

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoekGriffierecht voor rechts-personenGriffierecht voor natuurlijke personenGriffierecht voor onvermo-genden
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:    
– van onbepaalde waarde of    
– met een beloop van niet meer € 12 500 in hoofdsom€ 700€ 290€ 290
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan € 100 000 in hoofdsom€ 2 325€ 700€ 290
Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100 000 in hoofdsom€ 5 815€ 1 745€ 290

Toelichting

De wijzigingen zijn toegelicht in de gelijktijdig met deze nota van wijziging verzonden nota naar aanleiding van het verslag.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven