nr. 44
VERSLAG OVER HET BURGERINITIATIEF BETREFFENDE EEN VERBOD VAN CONSUMENTENVUURWERK
Voorstel
Op 18 februari 2009 is het burgerinitiatief «Meer plezier met
minder vuurwerk» aan de Kamer, aangeboden. Dit heeft als voorstel het
afsteken van consumentenvuurwerk te verbieden en gemeenten centrale vuurwerkshows
te laten organiseren, omdat het aantal slachtoffers door consumentenvuurwerk
toeneemt, het luchtverontreiniging en geluidsoverlast veroorzaakt en beperking
van bewegingsvrijheid en maatschappelijke kosten ten gevolge heeft.
Overwegingen
• Er staat nog niet vast dat het burgerinitiatief voldoet aan de
voorwaarden genoemd in artikel 9a van het reglement van de commissie.
Of aan de voorwaarde dat het burgerinitiatief naam, adres, geboortedatum
en handtekening van een of meer natuurlijke personen bevat, is voldaan zal
pas blijken na een steekproef van 385 steunbetuigingen. Het betreft hier immers
digitale steunbetuigingen die vooralsnog niet op een andere wijze kunnen worden
gecontroleerd. Aldus is besloten in de evaluatie van de regeling van het burgerinitiatief
(30 140, nr. 14) over digitale steunbetuigingen.
Daarmee staat nu nog niet vast of de ruim 47 000 elektronisch aangeleverde
steunbetuigingen voldoen aan de voorwaarde onder a van voornoemd artikel.
• Er is wel voldaan aan de voorwaarde als beschreven onder c van
artikel 9a dat een nauwkeurige omschrijving van het voorstel alsmede een nauwkeurige
motivering daarvan is ingediend.
• Dit burgerinitiatief voldoet voorts niet aan de voorwaarde genoemd
in artikel 132, tweede lid onder c van het Reglement van Orde van de Tweede
Kamer, namelijk dat het burgerinitiatief niet een onderwerp kan
betreffen waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief
door de Kamer een besluit is genomen.
De commissie1 heeft vastgesteld dat de vaste
commissies voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 29 januari 2008 overleg hebben
gevoerd met de ministers van BZK en van VROM over enkele brieven van de ministers
over het afsteken van vuurwerk.
Het verbod op het afsteken van consumentenvuurwerk is tijdens dit overleg
door de meeste fracties aan de orde gesteld.
Het kabinet heeft tijdens dit overleg het standpunt ingenomen dat consumentenvuurwerk
niet moet worden verboden.
De Kamer heeft impliciet met dit standpunt ingestemd omdat geen moties
zijn ingediend waaruit het tegendeel zou kunnen worden afgeleid. Dit kan gelijk
worden gesteld aan een besluit, zoals de Kamer eerder heeft bepaald bij de
behandeling van het burgerinitiatief van Clean Air Nederland2.
Oordeel van de commissie
Het burgerinitiatief voldoet niet aan de door de Kamer gestelde voorwaarde
dat het geen onderwerp mag betreffen waarover de Kamer binnen twee jaar voor
de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen. Een onderzoek
naar de toereikendheid van de overgelegde steunbetuigingen kan achterwege
blijven.
Voorstel aan de Kamer
1. Dit burgerinitiatief niet in behandeling te nemen;
2. Dit burgerinitiatief als een brief in handen te stellen van de vaste
commissies voor VROM en BZK.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van Gent (GL), Depla (PvdA), Remkes (VVD) voorzitter, Jager (CDA)
ondervoorzitter, Dezentjé Hanning-Bluemink (VVD), Kraneveldt-van Veen
(PvdA), Luijben (SP), Anker (CU) en Vacature (CDA). Plv. leden: Vacature (GL),
Vacature (PvdA), Blok (VVD), Çörüs (CDA), Van Miltenburg
(VVD), Vacature (PvdA), Vacature (SP), Vacature (CU), en Blanksma-van den
Heuvel (CDA).
XNoot
2Kamerstuk 30 335, nr. 47.