31 756
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 15
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN F. D. TE E.2 BETREFFENDE AANSLAG INKOMSTENBELASTING EN TOEPASSING HARDHEIDSCLAUSULE

Vastgesteld 11 december 2008

Klacht

Verzoeker klaagt dat hij inkomstenbelasting moet betalen over de uitkering ineens op grond van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij vraagt de hardheidsclausule toe te passen.

Feiten

Verzoeker is in 1987 getroffen door een bedrijfsongeval waardoor hij zijn gezichtsvermogen gedeeltelijk heeft verloren. Omdat hij een arbeidsongeschiktheidsverzekering had afgesloten, heeft verzekeraar hem in 2004 een uitkering ineens gedaan. De Belastingdienst heeft de uitkering gerekend tot het belastbare inkomen over 2004. Hij heeft een aanslag inkomstenbelasting ambtshalve vastgesteld omdat verzoeker geen aangifte had gedaan. Verzoeker heeft bezwaar aangetekend tegen de aanslag. Het bezwaarschrift is gedeeltelijk toegewezen zodat de aanslag is verlaagd. Verzoeker heeft tegen de uitspraak op bezwaarschrift beroep aangetekend bij de rechtbank die het beroep ongegrond heeft verklaard.

Overwegingen

Verzoeker voert aan dat hij de aanslag inkomstenbelasting niet heeft betaald omdat hij deze niet kan betalen. Daarom verzoekt hij om toepassing van de hardheidsclausule.

De staatsecretaris stelt zich op het standpunt dat hij de hardheidsclausule niet kan toepassen omdat, als blijkt dat een uitkering belast is, wat afhankelijk is van de polisvoorwaarden, het niet mogelijk is om een uitzondering te maken. De hardheidsclausule kan alleen worden toegepast bij een onbillijkheid van overwegende aard. De hardheidsclausule is niet bedoeld om in individuele gevallen een tegemoetkoming te verlenen omdat daar persoonlijke of financiële omstandigheden om vragen.

Volgens vast beleid kan geen kwijtschelding worden verleend als het niet betalen van de belastingschuld waarvoor kwijtschelding wordt verzocht, aan de belastingplichtige is toe te rekenen. Verzoeker wist toen hem de uitkering ter beschikking is gesteld dat hij over de uitkering belasting moest betalen, waarvoor hij had kunnen reserveren.

Verzoeker kan wel bij de Belastingdienst een verzoek indienen om toepassing van de middelingsregeling of de uitsmeerregeling.

Oordeel van de commissie1

De staatssecretaris kan worden gevolgd in zijn standpunt met betrekking tot de hardheidsclausule en het verzoek tot kwijtschelding. Verzoeker heeft geen feiten aangevoerd die het zouden kunnen rechtvaardigen om van het geldende kwijtscheldingsbeleid af te wijken.

Niet is gebleken dat de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting onzorgvuldig heeft gehandeld. Temeer omdat deze verzoeker heeft gewezen op de mogelijkheid van de middelings- dan wel de uitsmeerregeling.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie,

Remkes

De griffier van de commissie,

De Gier


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
1

De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL), Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD) en Blanksma-van den Heuvel (CDA).

Naar boven