nr. 15
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN F.
D. TE E.2 BETREFFENDE AANSLAG INKOMSTENBELASTING
EN TOEPASSING HARDHEIDSCLAUSULE
Vastgesteld 11 december 2008
Klacht
Verzoeker klaagt dat hij inkomstenbelasting moet betalen over de uitkering
ineens op grond van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hij vraagt de hardheidsclausule
toe te passen.
Feiten
Verzoeker is in 1987 getroffen door een bedrijfsongeval waardoor hij zijn
gezichtsvermogen gedeeltelijk heeft verloren. Omdat hij een arbeidsongeschiktheidsverzekering
had afgesloten, heeft verzekeraar hem in 2004 een uitkering ineens gedaan.
De Belastingdienst heeft de uitkering gerekend tot het belastbare inkomen
over 2004. Hij heeft een aanslag inkomstenbelasting ambtshalve vastgesteld
omdat verzoeker geen aangifte had gedaan. Verzoeker heeft bezwaar aangetekend
tegen de aanslag. Het bezwaarschrift is gedeeltelijk toegewezen zodat de aanslag
is verlaagd. Verzoeker heeft tegen de uitspraak op bezwaarschrift beroep aangetekend
bij de rechtbank die het beroep ongegrond heeft verklaard.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat hij de aanslag inkomstenbelasting niet heeft betaald
omdat hij deze niet kan betalen. Daarom verzoekt hij om toepassing van de
hardheidsclausule.
De staatsecretaris stelt zich op het standpunt dat hij de hardheidsclausule
niet kan toepassen omdat, als blijkt dat een uitkering belast is, wat afhankelijk
is van de polisvoorwaarden, het niet mogelijk is om een uitzondering te maken.
De hardheidsclausule kan alleen worden toegepast bij een onbillijkheid van
overwegende aard. De hardheidsclausule is niet bedoeld om in individuele gevallen
een tegemoetkoming te verlenen omdat daar persoonlijke of financiële
omstandigheden om vragen.
Volgens vast beleid kan geen kwijtschelding worden verleend als het niet
betalen van de belastingschuld waarvoor kwijtschelding wordt verzocht, aan de belastingplichtige is toe te rekenen. Verzoeker wist toen hem
de uitkering ter beschikking is gesteld dat hij over de uitkering belasting
moest betalen, waarvoor hij had kunnen reserveren.
Verzoeker kan wel bij de Belastingdienst een verzoek indienen om toepassing
van de middelingsregeling of de uitsmeerregeling.
Oordeel van de commissie1
De staatssecretaris kan worden gevolgd in zijn standpunt met betrekking
tot de hardheidsclausule en het verzoek tot kwijtschelding. Verzoeker heeft
geen feiten aangevoerd die het zouden kunnen rechtvaardigen om van het geldende
kwijtscheldingsbeleid af te wijken.
Niet is gebleken dat de Belastingdienst bij het opleggen van de aanslag
inkomstenbelasting onzorgvuldig heeft gehandeld. Temeer omdat deze verzoeker
heeft gewezen op de mogelijkheid van de middelings- dan wel de uitsmeerregeling.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
1De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende
leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD)
en Blanksma-van den Heuvel (CDA).