nr. 14
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN S.-K.
TE R.2 BETREFFENDE AANSLAG INKOMSTENBELASTING
Vastgesteld 11 december 2008
Klacht
Verzoekster klaagt dat, nadat zij aangifte inkomstenbelasting had gedaan,
de inspecteur van de Belastingdienst haar inkomen te hoog heeft vastgesteld,
terwijl dit volgens haar negatief moest zijn. Zij vraagt ambtshalve vermindering
van de aanslag en opschorting van de invorderingsmaatregelen.
Feiten
De inspecteur van de Belastingdienst heeft de aangifte inkomstenbelasting
van verzoekster voor 1999 vastgesteld. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar
gemaakt; het bezwaarschrift is afgewezen, omdat het niet was gemotiveerd.
Het beroep dat verzoekster vervolgens heeft ingesteld, is niet ontvankelijk
verklaard wegens overschrijding van de termijn. De Hoge Raad heeft het beroepschrift
in cassatie ongegrond verklaard. Ook het verzetschrift tot herziening van
de uitspraak heeft de Hoge Raad afgewezen. Over een verzoek tot ambtshalve
vermindering van de aanslag moet de inspecteur nog uitspraak doen.
Overwegingen
Verzoekster voert aan dat zij op grond van aftrekposten een negatieve
aanslag inkomstenbelasting over 1999 had moeten krijgen. Zij vraagt ambtshalve
vermindering van haar aanslag inkomstenbelasting. Zij stelt dat zij de gevraagde
informatie over de aangifte aan de inspecteur van de Belastingdienst heeft
toegezonden, zodat deze beschikt over bewijzen van inkomen en aftrekbare lasten.
Ook verzoekt zij de invorderingsmaatregelen aanslagen inkomstenbelasting op
te schorten.
De Belastingdienst stelt dat verzoekster door vormverzuim als het niet
motiveren en overschrijding van termijnen haar wettelijke mogelijkheden van
bezwaar en beroep niet heeft gebruikt. Het verzoek om ambtshalve vermindering
is nog in behandeling; in verband hiermee wordt de invordering van de aanslag
inkomstenbelasting 1999 aangehouden.
Oordeel van de commissie1
Er is niet gebleken dat verzoekster onzorgvuldig is behandeld. Het bezwaarschrift
van verzoekster is door de inspecteur van de Belastingdienst afgewezen omdat
het niet was gemotiveerd.
Op het verzoek om ambtshalve vermindering voor de aanslag inkomstenbelasting
1999 is nog geen uitspraak gedaan maar verzoekster en de Belastingdienst zullen
op korte termijn een vaststellingsovereenkomst sluiten over de aanslagen inkomstenbelasting
1998, 1999 en 2004 tot en met 2007. Daarmee wordt voldoende aan de klacht
van verzoekster tegemoet gekomen. De commissie is wel van oordeel dat het
te lang heeft geduurd voordat de inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering
heeft behandeld.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Remkes
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
1De commissie bestaat uit de leden: Remkes (VVD) voorzitter, Van Gent (GL),
Depla (PvdA), Jager (CDA) ondervoorzitter, Dezentjé Hamming (VVD),
Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Luijben (SP) en Anker (CU) en de plaatsvervangende
leden Azough (GL), Blok (VVD), Cörüz (CDA), Van Miltenburg (VVD)
en Blanksma-van den Heuvel (CDA).