31 751
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 december 2008

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 7:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht «met ingang van de dag waarop» vervangen door: gerekend vanaf de dag na die waarop.

B

In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 7:24 van de Algemene wet bestuursrecht als volgt gewijzigd:

a. In het derde lid wordt «met ingang van de dag waarop» vervangen door: gerekend vanaf de dag na die waarop.

b. In het vijfde lid, onderdeel c, wordt «andere wettelijke voorschriften» vervangen door: wettelijke procedurevoorschriften.

C

In artikel II wordt artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «na de dag waarop» vervangen door: gerekend vanaf de dag na die waarop.

b. In het derde lid wordt «met ingang van de dag na die waarop» vervangen door: gerekend vanaf de dag na die waarop.

D

Na artikel XXXI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXXIA

Indien het bij geleidende brief van 14 december 2004 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Wolfsen en Luchtenveld tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met de mogelijkheid van een dwangsom bij niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan (Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen) (Kamerstukken I, 2005/06, 29 934 A) tot wet wordt verheven, komt de aanhef van artikel II van die wet te luiden: De Algemene wet bestuursrecht, zoals deze ingevolge artikel I komt te luiden, wordt als volgt gewijzigd:

E

Artikel XXXII komt als volgt te luiden:

ARTIKEL XXXII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt, naast een aantal wijzigingen van louter wetstechnische aard, tot het schrappen van de genoemde datum van 1 januari 2009 in de inwerkingtredingsbepaling van het wetsvoorstel en in artikel II van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (Kamerstukken I 2005/06, 29 934, A).

Op 20 november 2007 heeft de Eerste Kamer het initiatiefvoorstel dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen van de toenmalige Tweede Kamerleden Wolfsen en Luchtenveld aanvaard. Op grond van dat wetsvoorstel verbeuren bestuursorganen na ingebrekestelling van de aanvrager een dwangsom indien zij beslistermijnen overschrijden.

Het streven is altijd geweest de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen op 1 januari 2009 in werking te laten treden. Het kabinet heeft echter aangegeven het verzoek aan de Koningin het wetsvoorstel te bekrachtigen niet te zullen doen, voordat verzekerd is dat tegelijk met inwerkingtreding van de in het wetsvoorstel opgenomen dwangsomregeling, de termijnen voor het beslissen op Wob-verzoeken en op bezwaren krachtens de Algemene wet bestuursrecht zijn aangepast, met dien verstande dat de regeling uiterlijk per 1 januari 2010 in werking treedt (Kamerstukken II 2008/09, 29 934, nr. 24).

Het wetsvoorstel tot Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is op 24 oktober jl. ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2008/09, 31 751, nr. 2). Omdat deze wet niet meer voor 1 januari 2009 wordt aangenomen, wordt hierbij de datum van 1 januari 2009, genoemd in de inwerkingtredingsbepaling van het wetsvoorstel en in artikel II van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, geschrapt. Dit verandert echter niet het standpunt van het kabinet dat de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zo snel mogelijk in werking zal treden.

A, B en C

Dit betreft een technische wijziging. Hiermee wordt de aanvang van de termijn in overeenstemming gebracht met de bepalingen daarover in de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en de bijzondere wetten.

Daarnaast wordt in onderdeel B artikel 7:24, zesde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht in overeenstemming gebracht met het in onderdeel B voorgestelde artikel 7:10, vierde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht.

D

Oorspronkelijk was het idee om de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in twee fasen in werking te laten treden. De inwerkingtreding van de tweede fase stond gepland voor 1 januari 2009. Op die manier werd een overgangstermijn gecreëerd zodat bestuursorganen konden anticiperen op de nieuwe wettelijke regeling. Nu de verwachting is dat deze wet niet meer op 1 januari 2009 in werking treedt, is aanpassing van ARTIKEL II noodzakelijk. Door deze technische aanpassing zullen de bepalingen in dat artikel meteen bij inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen worden gewijzigd.

E

Dit betreft de reeds eerder toegelichte schrapping van de datum 1 januari 2009.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Naar boven