31 721
Wijziging van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten)

nr. 13
TWEEDE NADER VERSLAG

Vastgesteld 4 december 2008

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat¹, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt voor de tweede maal nader verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de in dit tweede nader verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de fractie van het CDA hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het nader verslag. Om Nederland beter bereikbaar te maken, is het nodig om binnen afzienbare tijd de versnelde uitvoering van wegprojecten waarvan de besluitvorming vooral als gevolg van de luchtkwaliteitproblematiek is vertraagd of is stil komen te liggen, mogelijk te maken, zoals dit wetsvoorstel beoogt. De door de regering toegezegde brief inzake de lijst met wegen wachten deze leden met interesse af. Een voorspoedige en tegelijkertijd zorgvuldige behandeling van dit wetsvoorstel wordt door deze leden van belang geacht. Deze leden achten de in het nadere verslag opgenomen vragen en opmerkingen naar aanleiding van het verslag afdoende beantwoord en de openbare behandeling van het wetsvoorstel daarmee voldoende voorbereid.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het nader verslag. Deze leden achten de in het nader verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoord. De nadere toelichting van de regering dat de wijzigingen van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet enkel gericht is op een limitatieve lijst van projecten, niet zijnde nieuwe doorsnijdingen, wegverbredingen in Natura 2000 gebieden en/of in nationale landschappen heeft bij deze leden de eerdere zorgen kunnen wegnemen. Dit maakt dat de leden van de fractie van de PvdA het niet langer noodzakelijk achten dat de regering de Raad van State alsnog zou verzoeken een (spoed)advies uit te brengen ten aanzien van de voorgestelde wijzigingen in de Tracéwet. Echter, omwille van de zorgvuldige behandeling en het feit dat deze leden in dit kader een hoorzitting willen houden, alvorens tot behandeling van het wetsvoorstel over te gaan, achten deze leden het raadzaam de openbare behandeling van dit wetsvoorstel na het Kerstreces van de Kamer te laten plaatsvinden.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het nader verslag. Het is nodig om binnen afzienbare tijd de versnelde uitvoering van wegprojecten waarvan de besluitvorming is vertraagd of is stil komen te liggen, mogelijk te maken, zoals dit wetsvoorstel beoogt. Belangrijk voor deze leden is de heldere en limitatieve afbakening van het aantal projecten die behandeld worden in zowel de Spoedwet wegverbreding als de Tracéwet. De door de regering toegezegde brief inzake de lijst met wegen wachten deze leden met interesse af. Een voorspoedige en tegelijkertijd zorgvuldige behandeling van dit wetsvoorstel wordt door deze leden van belang geacht. Deze leden achten de in het nader verslag opgenomen vragen en opmerkingen naar aanleiding van het verslag afdoende beantwoord en de openbare behandeling van het wetsvoorstel daarmee voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de nota naar aanleiding van het nader verslag. Deze leden hechten aan een zeer spoedige, maar zorgvuldige behandeling van het wetsvoorstel om vertraging later in het proces te voorkomen.

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van de toezegging van de minister van Verkeer en Waterstaat tijdens de begrotingsbehandeling Verkeer en Waterstaat om nog nadere aanvullingen c.q. wijzigingen op zeer korte termijn naar de Kamer te sturen. Deze leden wachten de berichtgeving van de regering af voordat de leden een finaal oordeel geven omtrent de noodzaak van een nader advies van de Raad van State.

De leden van de SP-fractie nemen vol ongenoegen kennis van de nota naar aanleiding van het nader verslag en van de daaruit blijkende onwil van de regering om dit wetsvoorstel degelijk en snel te behandelen. Deze leden begrijpen niet waarom de regering geen advies aan de Raad van State gevraagd heeft over de wijzigingen van de Tracéwet. Aangezien de regering deze wet wil wijzigen, hoort hierbij een advies van de Raad van State. Deze leden kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de regering, door te weigeren het bedoelde nader advies van de Raad van State af te geven, iets te verbergen lijkt te hebben. Het lijkt de leden van de SP-fractie goed om deze indruk weg te nemen door alsnog de Raad van State om advies te vragen.

Ook willen de leden van de SP-fractie graag weten waarom de regering het Critical Support Team niet om advies wil vragen. De regering ziet dit wetsvoorstel als de uitvoering van een onderdeel van de adviezen van de Commissie Elverding. Het is dan ook logisch om van hen een reactie te vragen om van hen te kunnen vernemen in hoeverre dit een goede uitvoering van de adviezen is. Bent u bereid hen alsnog om advies te vragen en deze wens van de Kamer te respecteren?

De regering beoogt met dit wetsvoorstel haast te maken met de aanleg van nieuwe infrastructuur. Daarbij vinden de leden van de SP-fractie het wel opvallend dat er geen haast gemaakt wordt met het mogelijk maken van een zorgvuldige behandeling van deze wet. Al enkele weken geleden vroeg de Kamer om een aanvullend advies van de Raad van State en een reactie van het Critical Support Team. Dit advies en deze reactie hadden reeds aan de Kamer toegezonden kunnen zijn, wanneer de regering hier gewoon haast mee zou hebben gemaakt. Dan zou de wet ook nog dit jaar behandeld kunnen worden. De leden van de SP-fractie adviseren de regering om niet alleen te praten over spoed, maar daar ook naar te handelen door spoedig aan deze verzoeken gehoor te geven, om verder uitstel te voorkomen.

De leden van de SGP-fractie hebben met de nodige verbazing en teleurstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het aanvullende verslag. Deze verbazing en teleurstelling betreffen met name de herhaalde weigering van het kabinet om alsnog de Raad van State te verzoeken advies uit te brengen omtrent de in het wetsvoorstel opgenomen wijziging van de Tracéwet.

Zoals de leden van de SGP-fractie eerder hebben aangeduid, hebben zij de indruk dat het hier een ingrijpende wijziging van de Tracéwet behelst, die tenminste op gespannen voet staat met het kabinetsstandpunt inzake de commissie Elverding, waarin juist expliciet werd gekozen voor een duidelijk onderscheid tussen aanpassing van de bestaande Spoedwet wegverbreding en een herziening van de Tracéwet. Naar de mening van deze leden – en van ter zake deskundigen – is er sprake van een substantiële wijziging, nu de voor de Spoedwet voorgestelde wijzigingen ook gaan gelden voor vrijwel alle wegprojecten onder de Tracéwet.

De leden van de SGP-fractie constateren, dat het kabinet de ingrijpendheid van de genoemde wijziging betwist. Juist nu er derhalve gerede twijfel bestaat omtrent de mate van ingrijpendheid van de voorgestelde wijziging ligt het naar de mening van deze leden eens te meer in de rede om alsnog advies ter zake aan de Raad van State te vragen. De SGP-leden dringen daarop dan ook ten zeerste aan. Indien het kabinet overtuigd is van haar eigen gelijk en de wijziging derhalve niet ingrijpend van aard zou zijn, mag van de Raad van State verwacht worden dat zij eveneens op zeer korte termijn tot diezelfde conclusie zal komen. Het vragen van advies behoeft in die zin ook geen aanleiding voor serieuze vertraging van het wetsvoorstel te vormen. De hardnekkigheid waarmee het kabinet nu reeds wekenlang weigert om aan de herhaalde wens van de Tweede Kamer ter zake tegemoet te komen, versterkt slechts de twijfels van de leden van de SGP-fractie omtrent dit onderdeel van het wetsvoorstel. Deze leden herhalen derhalve hun verzoek aan het kabinet om alsnog (spoed)advies bij de Raad van State in te winnen, zodat verder tijdverlies op dit punt wordt vermeden en de gewenste zekerheid ontstaat rondom dit aspect van het wetsvoorstel.

De voorzitter van de commissie

Jager

De griffier van de commissie

Sneep

---

1 Samenstelling:

Leden: Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Mastwijk (CDA), Jager (CDA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Jansen (SP), Cramer (CU), Roemer (SP), Koppejan (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ten Broeke (VVD), ondervoorzitter, Ouwehand (PvdD), Polderman (SP), Tang (PvdA), De Rouwe (CDA) en Vacature (VVD).

Plv. leden: Van Gent (GL), Van der Vlies (SGP), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Hessels (CDA), Atsma (CDA), Van Bommel (SP), Koşer Kaya (D66), Sterk (CDA), Aptroot (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Jacobi (PvdA), Besselink (PvdA), Vacature (SP), Anker (CU), Van Leeuwen (SP), Knops (CDA), Depla (PvdA), Agema (PVV), Verdonk (Verdonk), Thieme (PvdD), Lempens (SP), Waalkens (PvdA), Van Heugten (CDA) en Neppérus (VVD).