31 711
Topsport in Nederland

nr. 4
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 oktober 2008

De commissie voor de Rijksuitgaven1 en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 hebben een aantal vragen aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd over het rapport «Topsport in Nederland» (Kamerstuk 31 711, nr. 2).

Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 21 oktober 2008 gegeven antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Aptroot

De voorzitter van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Smeets

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Teunissen

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven,

Groen

1

De Algemene Rekenkamer concludeert in het rapport en in de conclusies (hoofdstuk 7.1) dat NOC*NSF op het terrein van de topsport een voortrekkersrol vervult. «NOC*NSF heeft de regie over de koers van het sportinhoudelijke beleid» en over de verdeling van de publieke middelen en lottogelden. Zijn in dit licht de sportbonden voldoende autonoom?

Over het uiteindelijk te voeren beleid door en over de begroting van NOC*NSF beslist de «Algemene Vergadering», die wordt gevormd door alle aangesloten sportbonden. De sportbonden bepalen bij NOC*NSF dus uiteindelijk zelf het sportinhoudelijke beleid.

2

Is bekend hoeveel het binnenhalen en daadwerkelijk organiseren van de Olympische Spelen in 2028 zal kosten?

In het onderzoek heeft de Algemene Rekenkamer aangegeven dat de organisatie van de Olympische Spelen in Nederland in 2028 ongeveer 3 miljard dollar kost, waarvan ongeveer 50% voor rekening van het IOC komt. Deze raming betreft alleen de directe kosten zoals wedstrijdorganisatie, catering, huisvesting en vervoer deelnemers. Naar verwachting wordt eind dit jaar een besluit genomen voor de start van fase 2 van het Olympisch Plan 2028, waarin wellicht ook een kostenraming van het binnenhalen en daadwerkelijk organiseren van de Olympische Spelen in 2028 wordt opgenomen. Op dit ogenblik wordt al verkend in hoeverre aangesloten kan worden bij infrastructurele en ruimtelijke projecten zoals Randstad 2040. Financiering van de plannen voor een olympisch klimaat ligt voor een deel bij de rijksoverheid, maar er zal wellicht ook worden gezocht naar mogelijkheden voor publiek-private samenwerking.

3

Op jaarbasis wordt door de rijksoverheid circa 25 miljoen euro in de topsport gestoken. Een gouden Olympische medaille vergt volgens berekeningen van de Algemene Rekenkamer een investering van circa 1 miljoen euro per medaille per jaar. Is het «rendement» van investeringen in sport niet groter als geld in topsporters in plaats van in de organisatie van de Olympische Spelen wordt gestoken? Is dan zelfs een «top vijf» positie niet haalbaar?

In het onderzoek van de Algemene Rekenkamer gaat het om de kosten en opbrengsten van het gevoerde topsportbeleid. Wij nemen de gemaakte beleidskeuzes daarbij als uitgangspunt.

4

Is op basis van recente prestaties te berekenen wat in geld uitgedrukt de «public relations»-waarde van een gouden Olympische medaille voor Nederland is?

Er zijn hierover wellicht uitspraken te doen, maar niet in het kader van het onderhavige onderzoek van de Algemene Rekenkamer.

5

Inkomsten uit lottogelden staan onder druk. Ziet de Algemene Rekenkamer alternatieve publieke en/of semi-publieke financieringsbronnen voor de sport?

Wij verwijzen hiervoor naar de reacties op het rapport van de staatssecretaris van VWS en van de voorzitter van NOC*NSF. Beiden gaan in op het punt van de toekomstige financiering van topsport. Aan de orde komen onder meer een mogelijk versterkte rol van het bedrijfsleven en een gunstiger fiscaal klimaat voor de sport.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Aptroot (VVD), voorzitter, Van Beek (VVD), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Luijben (SP), Van der Veen (PvdA), Kalma (PvdA), Van Gerven (SP), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van Dijck (PVV), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Heijnen (PvdA), Tang (PvdA), Vos (PvdA), ondervoorzitter, Sap (GL) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Roemer (SP), Van der Burg (VVD), Jonker (CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Boekestijn (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van der Ham (D66), Gerkens (SP), Vermeij (PvdA), Kuiken (PvdA), Vacature (algemeen), Vacature (CDA), Anker (CU), De Roon (PVV), Irrgang (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA), Besselink (PvdA), Depla (PvdA), Vendrik (GL) en Mastwijk (CDA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Smilde (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Sap (GL) en Vacature (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Atsma (CDA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Verdonk (Verdonk), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Vietsch (CDA), Van der Ham (D66), Uitslag (CDA), Gill’ard (PvdA), Omtzigt (CDA), Langkamp (SP), Vermeij (PvdA), Arib (PvdA), Kamp (VVD), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Tichelaar (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Halsema (GL) en De Wit (SP).

Naar boven